03. Organen die een rol spelen bij de spijsvertering
Zie de bestanden van het kanaal: Algemene theorie
Jullie krijgen hier 20 min voor. Succes!
Slide 29 - Tekstslide
Alvleesklier / Pancreas
Plaats:
Bovenin de buikholte achter de maag
Opgebouwd uit klierkwabjes die alvleessap maken met ALLE spijsverteringsenzymen
Dit orgaan maakt de grootste hoeveelheid lipase aan
Enzymen gaan via een buis naar de twaalfvingerige darm
Slide 30 - Tekstslide
Eilandjes van Langerhans
Tussen de klierkwabjes liggen groepjes cellen = eilandjes van Langerhans
Eilandjes maken twee hormonen:
Insuline
Glucagon
Deze hormonen zijn betrokken bij de koolhydraatstofwisseling
Slide 31 - Tekstslide
Insuline en glucagon
Insuline:
Zorgt voor de omzetting van glucose in glycogeen
Wordt opgeslagen in de lever- en spiercellen
Glucagon:
Zorgt voor de omzetting van glycogeen (levercellen) in glucose
Indien nodig zet adrenaline ook glycogeen om in glucose (lever - en spiercellen)
Slide 32 - Tekstslide
Lever
Plaats:
Onder het middenrif, rechts van de maag
Lever is donker van kleur door:
Galkleurstof
Uitgebreide haarvatennet (kleine bloedvaatjes)
Slide 33 - Tekstslide
Lever is opgebouwd uit:
Grote rechter kwab
Kleine linker kwab
Deze zijn opgebouwd uit kleinere kwabjes
Om elk kwabje zitten kleine takjes van de poortader (bijzonder haarvatennet) Dit haarvatennet is helemaal aderlijk (zuurstofarm) en bevat veel voedingsstoffen
Slide 34 - Tekstslide
Galblaas en leverpoort
Tussen de twee kwabben zit een groeve en hierin zitten de:
Galblaas
Leverpoort
Leverpoort:
De poortader komt hier binnen
De leverslagader komt hier binnen
Hier treden de drie leveraderen naar buiten (gaan over in de onderste holle ader)
Hier treedt de leverbuis naar buiten (vervoert gal van de lever naar de galblaas)
Slide 35 - Tekstslide
Functies lever
Voor de stofwisseling:
Opslag van glycogeen -> koolhydraatstofwisseling
Bouwt uit aminozuren lichaamseigen eiwitten = assimilatie -> eiwitstofwisseling
De lever maakt gal -> vetstofwisseling
Andere functies:
Ontgifting
Maken van stollingseiwitten met behulp van vitamine K (fibrinogeen en protrombine)
Opslagplaats voor glycogeen, vitamine ADEK en ijzer (alleen als het lichaam teveel heeft)
Slide 36 - Tekstslide
Galblaas
Plaats:
Rechtsboven in de buik, tegen de onderkant van de lever aan
Galblaas maakt geen gal maar is een opslagplaats voor gal
Gal wordt via de galbuis afgegeven aan de twaalfvingerige darm = eerste deel van de dunne darm
Slide 37 - Tekstslide
Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? Waarom?
In het spijsverteringskanaal worden koolhydraten afgebroken tot glucose.
Proteasen zijn enzymen die koolhydraten afbreken.
Het speeksel bevat de enzymen amylase en lipase.
Tijdens het slikken van voedsel gaat het strottenklepje omlaag en de huig omhoog.
Maagsap bevat zoutzuur, water en de enzymen amylase en protease.
De volgorde van de dunne darm van begin naar het einde is: twaalfvingere darm, nuchtere darm, kronkeldarm.
De colibacteriën bevinden zich in de dunne darm.
De lever is een opslagplaats voor de vitaminen ADEK.
Koolhydraten en vetten zijn bouwstoffen.
Slide 38 - Tekstslide
Volgende week
Herhaling stofwisseling, voedingsstoffen en spijsvertering