THEO LES 10: Spijsvertering

Spijsvertering
Algemene theorie
Les 10
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Spijsvertering
Algemene theorie
Les 10

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling voedingsstoffen middels een schema

Spijsverteringssysteem 

  • Organen die tot het spijsverteringsstelsel behoren
  • Organen die een ondersteunde functie aan de spijsvertering hebben

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De student kent de onderdelen van het spijsverteringskanaal
  • De student kent de onderdelen van de spijsvertering 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling vorige les
  • Schema voedingsstoffen maken via Padlet
  • Schema spijsvertering maken via Word

  • Antwoorden opdracht voedingsstoffen zijn te vinden in de bestanden van het kanaal ''Algemene theorie''

Slide 4 - Tekstslide

Spijsverteringssysteem
  • Dit systeem zorgt er voor dat de stofwisseling zijn werk kan doen

Doel: 
  • Het verteert voeding/ maakt het fijn 
  • Niet bruikbare bestanddelen uit het lichaam verwijderen

Spijsverteringskanaal:
  • Een holle verbindingsweg tussen de mondholte en de anus

Slide 5 - Tekstslide

Welke organen zijn betrokken bij de spijsvertering?

Slide 6 - Woordweb

Spijsverteringskanaal
  • Mondholte
  • Keelholte
  • Slokdarm
  • Maag
  • Dunne darm
  • Dikke darm
  • Endeldarm
  • Anus

Ondersteunende rol:

  • Alvleesklier
  • Lever
  • Galblaas 

Slide 7 - Tekstslide

Welke enzymen spelen een rol bij de spijsvertering?

Slide 8 - Open vraag

Onderstaande sappen, enzymen, bacteriën helpen ook een handje mee 
Spijsverteringssappen zoals:

  • Speeksel
  • Maagsap
  • Darmsap
  • Alvleessap
  • Gal

Enzymen: 

  • Amylase
  • Protease
  • Lipase

Bacteriën 

Slide 9 - Tekstslide

Spijsverterings organen

Slide 10 - Tekstslide

Mondholte
  • Gebit
  • Speeksel
  • Tong
 

Slide 11 - Tekstslide

Mondholte
Verwerken van voedsel: 

Mechanisch proces
  • Kauwen van voedsel

Chemisch proces
  • Enzymen

Slide 12 - Tekstslide

Speeksel
Speekselklieren:

  • Oorspeekselklier
  • Ondertongspeekselklier
  • Onderkaakspeekselklier

Amylase komt hier voor

Slide 13 - Tekstslide

Tong
Functies:

  • Verplaatsen van voedsel
  • Voedsel naar de keelholte schuiven
  • Strottenklepje naar beneden duwen
  • Spreken
  • Bevat smaakpapillen

Slide 14 - Tekstslide

Keelholte
Plaats: 
Tussen de huig en het strottenklepje

Plaats strottenhoofd: 
Tussen de keelholte en de luchtpijp

Slide 15 - Tekstslide

Slokdarm
Verbinding tussen de keelholte en de maag

Plaats: 
Achter de luchtpijp

Wand van de slokdarm:
  • Slijmvlies
  • Laag bindweefsel
  • Glas spierweefsel
  • Dwarsgestreept spierweefsel
  • Bindweefsel

Slide 16 - Tekstslide

Maag
Plaats:
Links in de buik, vlak onder het middenrif

Bouw maagwand:

  • Slijmvlies
  • Drie lagen glad spierweefsel
  • Bindweefsel

Enzymen: protease en lipase

Slide 17 - Tekstslide

Functies
Maag:
  • Bewaren van voedsel
  • Kneden van voedsel door peristaltische bewegingen
  • Vermengen van voedsel met maagsap

Maagslijmvlies:
  • Bescherming tegen zoutzuur
  • Maken van een stof die nodig is voor de opname van vitamine B12

Zoutzuur:
  • Doden van bacteriën
  • Beter in laten werken van protease

B12: Belangrijk  aanmaak van rode bloedcellen

Slide 18 - Tekstslide

Dunne darm
Plaats: 
Sluit aan op de maag

Bestaat uit:
  • Twaalfvingerige darm
  • Nuchtere darm
  • Kronkeldarm

Wand dunne darm:
  • Slijmvlies
  • Twee lagen glad circulair spierweefsel
  • Bindweefsel

Slide 19 - Tekstslide

Slijmvlies dunne darm
  • In de uitstulpingen van deze plooien zitten de darmvlokken met de darmwandcellen
  • Hier worden voedingsstoffen opgenomen in bloed en lymfe

Bloed:
  • Glucose en aminozuren (via de poortader naar de lever)

Lymfe
  • Glycerol en vetzuren (door chylvaatjes) 

Slide 20 - Tekstslide

Enzymen
In de GEHELE dunne darm:

  • Amylase
  • Protease
  • Lipase


Slide 21 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Zure maaginhoud wordt hier geneutraliseerd

Hier komen ...

  • Gal
  • Alvleessap

... de dunne darm in

Slide 22 - Tekstslide

Nuchtere darm en kronkeldarm
  • Darmsappen knippen voedseldeeltjes verder op

  • In de kronkeldarm vindt resorptie van voedingsstoffen plaats

Slide 23 - Tekstslide

Blinde darm
Plaats:
Tussen de dunne en dikke darm

Wormvormig aanhangsel = appendix

Slide 24 - Tekstslide

Dikke darm
Bestaat uit:
  • Blinde darm
  • Karteldarm
  • Endeldarm

Karteldarm bestaat uit:
  • Opstijgende tak
  • Dwars verlopende tak
  • Afdalende tak
  • Sigmoïd

Slide 25 - Tekstslide

Dikke darm
Wand van de dikke darm is opgebouwd uit:
  • Slijmvlies
  • Twee lagen glad spierweefsel
  • Bindweefsel

Functies:
  • Verzamelen van onverteerbare resten
  • Onttrekken van vocht aan de spijsbrij

Resultaat -> feces = ontlasting

Slide 26 - Tekstslide

Colibacteriën
Functies:

  • Vormen van vitamine B, E, K
  • Zorgen voor rotting en gisting
  • Zorgen voor vertering van cellulose
  • Bevorderen darmperistaltiek

Onvoldoende werking = obstipatie

Slide 27 - Tekstslide

Endeldarm / anus
Functies:
  • Verzamelen van ontlasting = feces
  • Uitscheiden van ontlasting

Anus
Bestaat uit twee sluitspieren:
  • Uitwendige willekeurige sluitspier (dwarsgestreept)
  • Inwendige onwillekeurige sluitspier (glad)

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht
03. Organen die een rol spelen bij de spijsvertering

Zie de bestanden van het kanaal: Algemene theorie

Jullie krijgen hier 20 min voor. Succes!

Slide 29 - Tekstslide

Alvleesklier / Pancreas
Plaats:
Bovenin de buikholte achter de maag

  • Opgebouwd uit klierkwabjes die alvleessap maken met ALLE spijsverteringsenzymen

  • Dit orgaan maakt de grootste hoeveelheid lipase aan

  • Enzymen gaan via een buis naar de twaalfvingerige darm

Slide 30 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
Tussen de klierkwabjes liggen groepjes cellen =  eilandjes van Langerhans

Eilandjes maken twee hormonen:
  • Insuline
  • Glucagon

Deze hormonen zijn betrokken bij de koolhydraatstofwisseling

Slide 31 - Tekstslide

Insuline en glucagon
Insuline:
  • Zorgt voor de omzetting van glucose in glycogeen 
  • Wordt opgeslagen in de lever- en spiercellen

Glucagon:
  • Zorgt voor de omzetting van glycogeen (levercellen) in glucose
  • Indien nodig zet adrenaline ook glycogeen om in glucose (lever - en spiercellen)

Slide 32 - Tekstslide

Lever
Plaats:
Onder het middenrif, rechts van de maag

Lever is donker van kleur door:
  • Galkleurstof
  • Uitgebreide haarvatennet (kleine bloedvaatjes)

Slide 33 - Tekstslide

Lever is opgebouwd uit:
  • Grote rechter kwab
  • Kleine linker kwab

Deze zijn opgebouwd uit kleinere kwabjes

Om elk kwabje zitten kleine takjes van de poortader (bijzonder haarvatennet)
Dit haarvatennet is helemaal aderlijk (zuurstofarm) en bevat veel voedingsstoffen 

Slide 34 - Tekstslide

Galblaas en leverpoort
Tussen de twee kwabben zit een groeve en hierin zitten de:
  • Galblaas
  • Leverpoort

Leverpoort:

  • De poortader komt hier binnen
  • De leverslagader komt hier binnen
  • Hier treden de drie leveraderen naar buiten (gaan over in de onderste holle ader)
  • Hier treedt de leverbuis naar buiten (vervoert gal van de lever naar de galblaas)

Slide 35 - Tekstslide

Functies lever
Voor de stofwisseling:
  • Opslag van glycogeen -> koolhydraatstofwisseling
  • Bouwt uit aminozuren lichaamseigen eiwitten = assimilatie -> eiwitstofwisseling
  • De lever maakt gal -> vetstofwisseling

Andere functies:
  • Ontgifting
  • Maken van stollingseiwitten met behulp van vitamine K (fibrinogeen en protrombine)
  • Opslagplaats voor glycogeen, vitamine ADEK en ijzer (alleen als het lichaam teveel heeft)

Slide 36 - Tekstslide

Galblaas
Plaats:
Rechtsboven in de buik, tegen de onderkant van de lever aan

  • Galblaas maakt geen gal maar is een opslagplaats voor gal

  • Gal wordt via de galbuis afgegeven aan de twaalfvingerige darm = eerste deel van de dunne darm

Slide 37 - Tekstslide

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist?
Waarom?
  • In het spijsverteringskanaal worden koolhydraten afgebroken tot glucose.
  • Proteasen zijn enzymen die koolhydraten afbreken.
  • Het speeksel bevat de enzymen amylase en lipase. 
  • Tijdens het slikken van voedsel gaat het strottenklepje omlaag en de huig omhoog.
  • Maagsap bevat zoutzuur, water en de enzymen amylase en protease.
  • De volgorde van de dunne darm van begin naar het einde is: twaalfvingere darm, nuchtere darm, kronkeldarm.
  • De colibacteriën bevinden zich in de dunne darm.  
  • De lever is een opslagplaats voor de vitaminen ADEK.
  • Koolhydraten en vetten zijn bouwstoffen.

Slide 38 - Tekstslide

Volgende week
  • Herhaling stofwisseling, voedingsstoffen en spijsvertering
  • Formatieve toets
  • Bespreken formatieve toets huidlagen

Heel veel succes met leren!  

Slide 39 - Tekstslide