12.2 - Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 12
Voeding en vertering
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 12
Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen


Thema 12: Voeding en vertering

Slide 2 - Tekstslide

Doelstelling
  • Je moet de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen kunnen noemen
  • je moet zes groepen voedingsstoffen met hun functie en kenmerken kunnen noemen

Slide 3 - Tekstslide

Voedingsmiddelen
  • Alle producten die je eet of drinkt
  • Plantaardig en/of dierlijk
  • Voedingsvezels: alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
  • Functie: bevordering van de darmperistaltiek

Slide 4 - Tekstslide

Voedingsstoffen
  • De bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen die door het lichaam worden verbruikt                                                                        
  • Verteringsstelsel breekt voedingsmiddelen af (met behulp van enzymen) tot stoffen die het lichaam kan opnemen

Slide 5 - Tekstslide

Brandstoffen
  • Leveren energie
  • Nodig voor verbranding         
  • Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vetten


Slide 6 - Tekstslide

Bouwstoffen
  • Bouw van cellen                                            
  • Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Water
  • Mineralen
  • Vitaminen

Slide 7 - Tekstslide

Reservestoffen
  • Stoffen die worden opgeslagen in het lichaam     
  • Koolhydraten
  • Vetten

Slide 8 - Tekstslide

Beschermende stoffen
  • Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt                                           
  • Mineralen
  • Vitamines

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Video

Eiwitten
Eiwitten zijn vooral belangrijk als bouwstof. 
Onze cellen bestaan voor een groot gedeelte uit eiwitten. 
Ook al onze enzymen zijn eiwitten.

Ons lichaam kan geen eiwitten op slaan en zal ze dus verbranden als er te veel van is.

Dierlijke producten en peulvruchten bevatten veel eiwitten.

Slide 12 - Tekstslide

Koolhydraten
  • Brandstof, bouwstof, reservestof
  • Leveren energie
  • vb.: glucose, suikers, zetmeel
  • Deel van de koolhydraten (glucose) wordt omgezet in glycogeen (opslag in lever en spieren)
  • Een teveel aan opgenomen koolhydraten wordt omgezet in  vet en wordt opgeslagen

Slide 13 - Tekstslide

Vetten
Vetten doen dienst als :
- Brandstof
- Reservestof (opgeslagen onder de huid = dikker worden)
- Bouwstof
- Leveren vitamine A, D en E

Onverzadigde vetten zijn OKE 
(olie, vette vis), meestal plantaardige, vloeibare vetten

Verzadigde vetten zijn minder gezond (harde vetten, boter, mayo), meestal dierlijke vetten

Slide 14 - Tekstslide

- Bouwstof
- Je bestaat voor ongeveer 55 tot 65 % uit water
- Vervoer van stoffen in je lichaam
- Bloed en cytoplasma bestaan voor een groot deel uit water

Water

Slide 15 - Tekstslide

Mineralen
Mineralen zijn nodig als belangrijke bouwstoffen en beschermende stoffen.
Belangrijke mineralen zijn: fluoride (gebit), calcium (botten), ijzer (rode bloedcellen).
Mineralen zijn belangrijk, maar je hebt er maar weinig van nodig


Slide 16 - Tekstslide

Vitaminen
  • Het zijn bouwstoffen
  • Ze werken als beschermende stoffen tegen ziektes
  • Er zijn dertien verschillende vitamines bekend: vitamine A, de vitamines van het B-complex en vitamine C, D en K zijn de bekendste
  • Als je gevarieerd eet krijg je voldoende vitaminen binnen
  • Door een tekort aan bepaalde vitamines kun je ziek worden, een tekort aan vitamine K kan er voor zorgen dat je bloed niet goed stolt

Slide 17 - Tekstslide

Welke voedingsmiddelen horen bij de bouwstoffen?
A
Eiwitten en koolhydraten
B
Eiwitten, koolhydraten en vetten
C
Eiwitten, koolhydraten, vetten en water
D
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines

Slide 18 - Quizvraag

Welke voedingsmiddelen horen bij de brandstoffen?
A
Eiwitten en koolhydraten
B
Eiwitten, koolhydraten en vetten
C
Eiwitten, koolhydraten, vetten en water
D
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen horen bij de reserve stoffen?
A
Eiwitten en koolhydraten
B
Koolhydraten en vetten
C
Eiwitten, koolhydraten, vetten
D
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitamines

Slide 20 - Quizvraag

Welke voedingsmiddelen horen bij de beschermende stoffen?
A
Eiwitten en vetten
B
Koolhydraten en mineralen
C
Mineralen en vitamines
D
Vitamines en vetten

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen voedingsmiddel?
A
Koffie
B
Mineralen
C
Chocomel
D
Frikadelbroodje

Slide 22 - Quizvraag

Voedingsstoffen zijn...
A
Bestanddelen van voedingsmiddelen
B
Alle bouwstoffen in voedingsmiddelen
C
Alle brandstoffen in voedingsmiddelen
D
Alle calorieën in voedingsmiddelen

Slide 23 - Quizvraag