Argumenteren havo 5

Opdracht 1
Kies telkens het juiste antwoord.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opdracht 1
Kies telkens het juiste antwoord.

Slide 1 - Tekstslide

1. 'Ik vind', 'dan ook', 'dus' en 'daarom' zijn signalen voor een standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

2. 'Want', 'omdat', 'daarom' en 'immers' zijn signalen voor een argument.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

3. Over een waarderend argument kun je van mening verschillen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

4. Met een tegenargument ontkracht je een argument.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

5. Bij onderschikkende argumentatie wordt een argument ondersteund door een ander argument.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

6. Bij nevenschikkende argumentatie ondersteunen meerdere argumenten het standpunt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Opdracht 3
Kies telkens het juiste antwoord. 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 11
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 12
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 13
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 11 - Quizvraag