Mavo 3....18 jan

Wat doen we vandaag
H5 Spelling: Verkleinwoorden en afkortingen (blz: 142)
                          Tussenletters in samenstellingen (blz: 144)
H6 Spelling: Koppelteken en trema (blz: 170)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag
H5 Spelling: Verkleinwoorden en afkortingen (blz: 142)
                          Tussenletters in samenstellingen (blz: 144)
H6 Spelling: Koppelteken en trema (blz: 170)

Slide 1 - Tekstslide

Afkortingen
Afkortingen 
Afkortingen van bedrijven, organisaties en landen: HOOFDLETTERS

VVD, BMW, PSV 

Slide 2 - Tekstslide

Afkortingen
Afkortingen die we ook volledig als woord uitspreken krijgen:
KLEINE letters en ZONDER PUNTEN

havo, pin, bh, vmbo, mbo, tv
Afkortingen 

Slide 3 - Tekstslide

Afkortingen
Afkortingen waarvan je de woorden altijd volledig moet uitspreken schrijf je WEL met PUNTEN.

a.u.b.     e.d.        o.a.     enz.     z.o.z. 
bijv.       m.a.w.   etc.    t.w.v. 
Afkortingen

Slide 4 - Tekstslide

Maak de opdrachten


Blz: 142 en 143
Opdracht 1 t/m 5

Slide 5 - Tekstslide

H5. Tussenletter in samenstellingen  (blz. 144)
Wat is een samenstelling? Zijn twee bestaande woorden die je aan elkaar kunt verbinden. B.v: stoel+ dans= stoelendans
Je kunt 3 soorten tussenletters om een samenstelling te gebruiken:
Tussenletters –en (hond + hok = Hondenhok)
Tussenletter –e-  (groenten + soep = groentesoep) 
Tussenletter –s- (beroep + voetballer = beroepsvoetballer)

Slide 6 - Tekstslide

                     Wat doen we vandaag
  • H6.  Koppelteken en trema (Blz: 170 -172)
  • Maak de opdrachten 1 t/m 5

Slide 7 - Tekstslide

KOPPELTEKEN EN TREMA
Hoofdstuk 6 - BLZ. 170

Slide 8 - Tekstslide

H6 - Koppelteken en trema 
Soms komen in een samenstelling twee klinkers naast elkaar te staan die meestal samen één klank vormen. Om te voorkomen dat het woord verkeerd wordt uitgesproken, gebruik je dan een koppelteken: een liggend streepje.
Bijvoorbeeld: familie-uitje, auto-expert, na-apen, 


Slide 9 - Tekstslide

Trema
Als je het woord verkeerd kunt uitspreken, dan gebruik je een trema.
geëist, beïnvloed, poëzie, zeeën, coördinatie, financiën

In cijfers en getallen gebruik je een trema.
tweeënvijftig, drieëntachtig

Latijnse en Franse woorden die eindigen op -ei, -eus, -eum, en -ien krijgen geen trema.
museum, opticien, petroleum

Slide 10 - Tekstslide

Geen trema!
Als er geen letterverwarring mogelijk is, zet je geen trema.

financieel
gekopieerd
begroeiing
opticien

Slide 11 - Tekstslide

H6 blz. 170 - 171
Maak de opdrachten 1 t/m 3

Slide 12 - Tekstslide