Recap Unit 2

1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

- Ik weet welke grammatica er van mij gevraagd wordt, kan deze uitleggen, begrijpen en toepassen in de zin.
- Ik heb geoefend met de stof voor het proefwerk.
- Ik heb mijn laatste vragen gesteld over/voor het proefwerk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kies past simple of present perfect:

Have you already heard the news?
A
past simple
B
present perfect

Slide 8 - Quizvraag

Kies past simple of present perfect:

They went to Zion National Park last summer.
A
past simple
B
present perfect

Slide 9 - Quizvraag

Kies past simple of present perfect:

He has worked as a publisher for three years now.
A
past simple
B
present perfect

Slide 10 - Quizvraag

Kies past simple of present perfect:

I received a push notification five seconds ago.
A
past simple
B
present perfect

Slide 11 - Quizvraag

Kies past simple of present perfect en maak de zin:

(?) ______________ the news this morning? (you - to see)

Slide 12 - Open vraag

Kies past simple of present perfect en maak de zin:

Yes, _________________ it five minutes ago. (I - to see)

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:

What (dish) shall we cook ?
A
dishs
B
dishes

Slide 15 - Quizvraag

Kies de juiste vorm :
Maybe you can use some fresh
(strawberry).
A
strawberrys
B
strawberries

Slide 16 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
You could also paint small (elf) on the cake
A
elfs
B
elves

Slide 17 - Quizvraag

child - children
 fish - fish
mouse - mice
 person - people
 sheep - sheep
  

Slide 18 - Tekstslide

Welk voegwoord is juist?

You can report for duty ........ you can flee to Mexico.
A
after
B
before
C
or

Slide 19 - Quizvraag

Welk voegwoord is juist?

The US government used a draft lottery ............ they needed more soldiers.
A
because
B
but
C
until

Slide 20 - Quizvraag

Voegwoorden

Slide 21 - Tekstslide

Conjunctions / Voegwoorden

Slide 22 - Tekstslide

Coördinerende voegwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Welk voegwoord is juist?

They got married ..... the war had ended.
A
after
B
until
C
or

Slide 24 - Quizvraag

Welk voegwoord is juist?

In the army, he made a lot of enemies, .................. he also made friends for life.
A
after
B
but
C
or

Slide 25 - Quizvraag

Vraagwoorden
Vraagwoorden

Slide 26 - Tekstslide

vraagwoorden

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een vraagwoord?
A
they
B
you
C
I
D
how

Slide 28 - Quizvraag

Vraagwoorden
..... is he now? He is at home.
A
where
B
what
C
when
D
who

Slide 29 - Quizvraag

Vraagwoorden
... is your name? Carol.
A
Who
B
What
C
How
D
Where

Slide 30 - Quizvraag

Ik at een oliebol
 - a
e - o 

Dichtbij
Verweg
1
This
That
2+
These
Those

Slide 31 - Tekstslide

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

I never go to .....
shop over there. It's too expensive
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 32 - Quizvraag

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Look at ..... T-shirt here! It's really cool!
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 33 - Quizvraag

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Are ... your shoes outside?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 34 - Quizvraag

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Are ..... your glasses on the table here?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 35 - Quizvraag

Study Unit 2 
(check = test yourself) 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Wat hebben we vandaag gedaan?

Slide 38 - Open vraag

Vragen?

Slide 39 - Open vraag