Botten en gewrichten week 11

Vorige week?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vorige week?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan is belangrijk bij diabetes
A
Pancreas
B
Lever
C
Darmen
D
Maag

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes type 2 wordt ook wel oudersdom diabetes genoemd
A
Ja, dat is waar
B
Nee, dat is niet waar
C
Nee, deze benaming is steeds minder waar
D
Ja soms

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

waarom bemoeilijkt diabetes de wondgenezing?
A
diabetes verandert de eiwitstructuren
B
diabetes verandert de pijnsensatie en opbouw van de huid
C
hoge bloedsuikerwaarde verslechterd bloedcirculatie door beschadiging bloedvaten
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes type 1 is…
A
te genezen
B
auto-immuunziekte
C
welvaartsziekte
D
ouderdomssuiker

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hoofdoorzaak van diabetes type 2 is:
A
erfelijkheid
B
ongezond leefpatroon
C
niet bekend
D
hoge leeftijd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de behandelingen van diabetes mellitus?
A
Alleen insuline
B
Tabletten en insuline
C
Voedingsadvies, tabletten en insuline
D
Voedingsadvies en tabletten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel soorten diabetes zijn er?
A
2 soorten
B
4 soorten
C
9 soorten
D
> 10 soorten

Slide 8 - Quizvraag

  1. Diabetes type 1/ jeugdsuiker
  2. Diabetes type 2/ ouderdomssuiker
  3. Zwangerschapssuiker: Dit ontstaat tijdens en verdwijnt na de zwangerschap, maar er is wel een extra risico om daarna weer diabetes te krijgen
  4. Neonatale diabetes: Deze diabetes wordt vaak verward met type 1. Het ontstaat direct na de geboorte, door een slecht werkend kanaaltje van de alvleesklier. Het probleem kan behandeld worden met tabletten, dus niet zoals bij type 1 leven lang insuline spuiten.
  5. Prediabetes: Dit is een voorfase van type 2. Het lichaam reageert al iets minder op insuline, waardoor er hogere bloedwaardes zijn, maar nog niet hoog genoeg voor diabetes. Ook zijn de symptomen van diabetes nog niet aanwezig, maar het hart, bloedvaten en ogen kunnen al wat schade oplopen.
  6. MODY: MODY is een variant van diabetes die aangeboren is. Er is iets misgegaan met de aanleg van de alvleesklier in de baarmoeder. Hierdoor maak je minder insuline en krijg je diabetes type 2. Deze varianten verschillen omdat omstandigheden kunnen leiden tot diabetes type 2 maar een aangeboren afwijking leidt tot MODY.
  7. LADA/type 1,5: lijkt op type 1, maar ontstaat op een latere leeftijd. Het is een auto-immuunziekte die diabetes veroorzaakt bij volwassenen. Het ontwikkelt zich langzaam, waardoor het snel verward wordt met type 2. Naar schatting heeft 15% van de mensen die type 2 hebben, eigenlijk de LADA variant.
  8. MIDD = Maternally Inherited Diabetes and Deafness: zeldzame variant die door de moeder wordt overgedragen. Er is ook last van gehoorverlies, wat begint met het verdwijnen van hoge tonen, en kan eindigen in doofheid.
  9. Diabetes insipidus: Bij deze diabetes ontstaat het probleem niet met de alvleesklier, maar met de nieren. De nieren scheiden te veel vocht uit, waardoor er te weinig vocht in het lichaam is. Oorzaken kunnen zijn: hersenen geven te weinig van een bepaald hormoon, als de nieren niet goed werken, medicatie of dorst is niet goed geregeld in de hersenen.
  10. Diabetes type 3 of Alzheimer: recent is ontdekt dat de hersenen last kunnen krijgen van insulineweerstand. Ook kunnen eiwitklonten in de hersenen ontstaan als er te veel insuline aanwezig is. Deze beide oorzaken leiden uiteindelijk tot Alzheimer.
  11. CFRD = Cystic Fibrosis Related Diabetes: Het taaie slijm bij mensen met taaislijmziekte leidt tot vorming van littekens in de alvleesklier, waardoor er niet genoeg insuline wordt aangemaakt.
diverse soorten in de link

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Bij diabetes type 2
wordt er ...
A
... geen insuline meer aangemaakt door de alvleesklier
B
...te weinig en of onjuist insuline aangemaakt en/of reageert het lichaam er niet meer goed op
C
... wel insuline aangemaakt, maar dat wordt weer afgebroken.
D
wel glucagon aangemaakt en geen verteringsenzymen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij zv met een hyperglycemie
A
geef je suiker
B
geef je insuline
C
bel je 112
D
leg je de client in een stabiele zijligging

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van veel snoepen krijg je diabetes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botten en gewrichten +
 De kracht van spieren en pezen
2020

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
Theorie en opdrachten het skelet
Woorden lijst
Opdrachten AFZ 
(eerste deadline voor  minimaal 1 verslag-
11 maart inleveren in Eto)
Voorbereiden volgende week: geslachtsorganen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

skelet 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen 
Je kunt benoemen welke zes functies het skelet heeft.

Je kunt beschrijven hoe een bot is opgebouwd.
Je kunt uitleggen dat botweefsel continu afgebroken en opgebouwd wordt.
Je kunt uitleggen dat botten op basis van hun vorm in vier groepen worden ingedeeld.
Je kunt benoemen welke drie groepen botverbindingen er zijn.
Je kunt beschrijven hoe een gewricht gebouwd is en welke beweeglijkheid een gewricht heeft.
Je kunt uitleggen dat gewrichten op basis van hun werking in zeven groepen worden ingedeeld.
Je kunt in een afbeelding aangeven uit welke botten het hoofd, de romp, de schoudergordel, het bekken en de ledematen bestaan.






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

functies van het skelet 
  • Ondersteuning. 
  • Aanhechting. 
  • Beweging. 
  • Bescherming. 
  • Vorming van bloedcellen.
  • Opslag. 





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

botten 
206 botten!
een bot bestaat uit botvlies, compact en sponsachtig botweefsel 
botten zijn goed doorbloed!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

indeling van botten 
  1. pijpbeenderen ( de ledematen)
  2. platte beenderen (hier hechten de spieren aan, ze zijn altijd plat, VB: schedel en borstbeen)
  3. korte beenderen ( klein, om kracht goed te verdelen: knieschijf, hand en voetwortelbeentjes )
  4. onregelmatige beenderen ( allerlei vormen: welke ken je?)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

botverbindingen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gewrichten 
teken/schrijf in de "pop" de volgende gewrichten op de juiste plek :  probeer zo volledig mogelijk te zijn
  1. een kogelgewricht
  2. scharniergewricht,
  3. rolgewricht
  4. zadelgewricht
  5. straf gewricht

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht: de botten van het hoofd 
zet in de  afbeelding de volgende woorden op de juiste plek: 
  • voorhoofdsbeen
  • wandbeen
  • achterhoofdsbeen
  • slaapbeen
  • neusbeen
  • jukbeen
  • onderkaak 
  • bovenkaak 
  • oor-opening
  • wiggenbeen
Voor niv. 4 in latijn er bij ;-)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

botten van de romp 
Het skelet van de romp bestaat uit de wervelkolom, de ribben en het borstbeen. Deze botten vormen samen met de rompspieren de borstkas (thorax). 
de wervelkolom zorgt ervoor dat we soepel kunnen bewegen.
de wervelkolom bestaat uit verschillende delen: 
weet je welke?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zeven halswervels, 

twaalf borstwervels, 
vijf lendenwervels,
vijf heiligbeenwervels, vergroeid tot het heiligbeen, 
vier, soms vijf staartbeenwervels, vergroeid tot het staartbeen; de staartwervels zijn niet meer te onderscheiden



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                     leerdoelen 
Je kunt benoemen welke zes functies het skelet heeft.

Je kunt beschrijven hoe een bot is opgebouwd.
Je kunt uitleggen dat botweefsel continu afgebroken en opgebouwd wordt.
Je kunt uitleggen dat botten op basis van hun vorm in vier groepen worden ingedeeld.
Je kunt benoemen welke drie groepen botverbindingen er zijn.
Je kunt beschrijven hoe een gewricht gebouwd is en welke beweeglijkheid een gewricht heeft.
Je kunt uitleggen dat gewrichten op basis van hun werking in zeven groepen worden ingedeeld.
Je kunt in een afbeelding aangeven uit welke botten het hoofd, de romp, de schoudergordel, het bekken en de ledematen bestaan.






Zijn alle doelen nu behaald?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelen staan nog open?
zoek de antwoorden op of 
maak de e-learning van Expert college

Volgende week starten we met een kleine toets

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud les
Tot de pauze: Woorden lijst
Opdrachten AFZ 
(eerste deadline voor  minimaal 1 verslag-
11 maart inleveren in Eto)
Voorbereiden volgende week: geslachtsorganen
Na de pauze: Theorie spieren en pezen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kracht van spieren en pezen
2024

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat het verschil is tussen spieren en pezen.

Slide 30 - Tekstslide

Dit is het leerdoel van de les. De leerlingen moeten hieraan werken tijdens de les.
Wat weet jij al over de functie van spieren en pezen?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn spieren?
Spieren zijn weefsels die beweging mogelijk maken. Ze kunnen samentrekken en ontspannen, wat zorgt voor beweging.

Slide 32 - Tekstslide

Vertel de leerlingen dat ze aantekeningen moeten maken over wat spieren zijn.
Soorten spierweefsel
  • 3 typen spierweefsel
  • verschillen? Zoek in je boek welke verschillen en waarom?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Hart spierweefsel 
  2. Glad spierweefsel
  3. Dwarsgestreepte spierweefsel

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn pezen?
Pezen zijn sterke vezels die spieren aan botten bevestigen. 
Ze zorgen voor de overdracht van kracht van de spieren naar de botten.

Slide 35 - Tekstslide

Zorg dat de leerlingen begrijpen dat pezen geen beweging mogelijk maken, maar enkel de kracht van de spieren overbrengen.
Verschillen tussen spieren en pezen
Het belangrijkste verschil tussen spieren en pezen is dat spieren beweging mogelijk maken, terwijl pezen kracht van spieren op botten overdragen.

Slide 36 - Tekstslide

Vraag de leerlingen om het verschil in hun eigen woorden te beschrijven om te zien of ze het begrijpen.
Pezen
Om elke spierbundel zit een vlies.
Vliezen van alle bundels in een spier zijn aan het uiteinde samengegroeid tot één of meer pezen.
Spieren zitten met pezen vast aan de botten.
Dit zijn de witte delen aan het einde van de spier. 
Pezen zijn taaie, stevig en niet elastisch en kunnen zich niet samentrekken. 


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Spieren maken beweging mogelijk, terwijl pezen kracht van spieren op botten overdragen. 
Beiden zijn even belangrijk voor ons lichaam.

Slide 38 - Tekstslide

Dit is een samenvatting van de belangrijkste punten van de les. Zorg dat de leerlingen deze begrijpen.
Inhoud les
Theorie spieren en pezen
 Woorden lijst
Opdrachten AFZ 
(eerste deadline voor  minimaal 1 verslag-
11 maart inleveren in Eto)
Voorbereiden volgende week: geslachtsorganen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies