3-3 Faseovergangen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

3-3 Faseovergangen

Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon

(blz. 124)

5 min - Huiswerk bespreken

5 min - Lesdoelen

10 min - Uitleg:  

   Fasevoergangen

20 min - Oefenvragen 

5 min - Wat heb je geleerd

Zelfstandig werken

Paragraaf 3-4 

Lesdoel

- Ik weet hoe stoffen veranderen als de temperatuur 

    verandert

3.3 Faseovergangen

3 fasen

        - Vaste fase

        - Vloeibare fase

        - Gasfase

Ander woord voor fase is toestand

Eigenschappen van vaste fase

- Eigen vorm

- Eigen volume

Eigenschappen vloeibare fase

- Geen eigen vorm

- Wel eigen volume

Eigenschappen gasfase

- Geen eigen vorm

- Geen eigen volume

Faseovergangen

Smelten: een vaste fase wordt vloeibare fase

Stollen: Een vloeibare fase wordt vaste fase

Verdampen: Een vloeibare stof wordt gasvormig

Condenseren: Een gasvormige stof wordt vloeibaar

1. Condenseren
2. Smelten
3. Stollen
4. Verdampen

1. Verdampen
2. Smelten
3. Stollen
4. Condenseren

1. Bevriezen/ stollen
2. Smelten
3. Verdampen
4. Condenseren

1. Bevriezen
2. Smelten
3. stollen
4. verdampen

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Stollen
4. Bevriezen

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Stollen
4. Smelten

1. Condenseren
2. Verdampen
3. Stollen
4. Smelten

1. Verdampen
2. Condenseren
3. Smelten
4. Stollen

Kookpunt en smeltpunt

Een faseovergang van een stof vindt in de open 

lucht altijd plaats op dezelfde temperatuur.

Smeltpunt – de temperatuur waarbij een stof van 

de vloeibare fase naar de vaste fase gaat

Kookpunt – de temperatuur waarbij een stof van 

de vloeibare fase naar de gasfase gaat

De Celsius schaal:

De Zweedse wetenschapper Celsius gebruikte het smeltpunt en kookpunt van water voor de eenheid van temperatuur. 

Dat is 0 graden Celsius 

en 100 graden Celsius.

Maak nu de werkboekopdrachten

Paragraaf 3.3

Klaar? Lees alvast door paragraaf 3.4

Wat heb je geleerd?

HW

Opdrachten van 3.3 wat je niet in de les af hebt kunnen krijgen