G2MH - 3-2-2025 Poezie H5 - les 7 en 8 - Haiku schrijven

Welkom bij Nederlands
Op tafel heb je liggen:
  •  Lesboek;
  •  Moduleboekje 'Fictie en poëzie';
  •  Schrift;
  •  Pen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
Op tafel heb je liggen:
  •  Lesboek;
  •  Moduleboekje 'Fictie en poëzie';
  •  Schrift;
  •  Pen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Aan de slag met het moduleboekje 'Fictie en poëzie'. 
  • Haiku schrijven.

Onderwerp: 'Poëzie'

Slide 2 - Tekstslide

                               Doel lessenserie
  • Je leert het verschil te omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten;
  • Je leert het verschil te omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • Je leert over personages en perspectief in een verhaal;
  • Je leert over tijd en plaats in een verhaal;
  • Je leert over genres en hun kenmerken;
  • Je leert over gedichten en hun kenmerken.
                                          Lesdoel
Je kunt:
  • Je leert het verschil te omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • Je leert over gedichten en hun kenmerken.

Slide 3 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Poëzie (blz. 176-179): opdrachten 1 t/m 3 

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken haiku
Dit weten we al:
  • een niet-rijmend gedicht bestaande uit 17 lettergrepen 
  • => eerste regel 5 lettergrepen
  • => tweede regel 7 lettergrepen
  • => derde regel 5 lettergrepen
  • iets van natuur, zintuigen erin verwerken

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijk!
  1. benut je omgeving
  2. zorg voor een kleine verrassing
  3. benut je zintuigen (zien, proeven, ruiken, horen, voelen).

Oh, oude vijver,
een kikker springt van de kant,
geluid van water.
(Matsuo Basho 1644 – 1694)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
  • Denk aan het spannendste wat je tot nu toe hebt gedaan (naar de brugklas, een rots beklimmen, raften, kayakken, een belangrijke wedstrijd..... of iets heel anders).

  • Schrijf gedurende 5 minuten in je schrift alles op wat in je opkomt hierover. Niet nadenken, gewoon schrijven. Denk daarbij ook aan wat je hebt gezien, gevoeld, geroken, gehoord of geproefd.

  • Vervolgens ga je aan de slag met het maken van een Haiku. De regels komen hierna weer op het scherm. Gebruik dat wat je net hebt opgeschreven als inspiratie.



timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Maak nu een haiku
Gebruik dat wat je net hebt opgeschreven als inspiratie.

  1. benut je omgeving
  2. zorg voor een kleine verrassing
  3. benut je zintuigen (zien, proeven, ruiken, horen, voelen).

Oh, oude vijver,
een kikker springt van de kant,
geluid van water.
(Matsuo Basho 1644 – 1694)

Slide 8 - Tekstslide

                               Doel lessenserie
  • Je leert het verschil te omschrijven tussen fictie en zakelijke teksten;
  • Je leert het verschil te omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • Je leert over personages en perspectief in een verhaal;
  • Je leert over tijd en plaats in een verhaal;
  • Je leert over genres en hun kenmerken;
  • Je leert over gedichten en hun kenmerken.
                                          Lesdoel
Je kunt:
  • Je leert het verschil te omschrijven tussen fictie en poëzie;
  • Je leert over gedichten en hun kenmerken.

Slide 9 - Tekstslide

Volgende les
Toets!!

Leer de theorie uit het werkboekje en je aantekeningen. 
Leer de haiku uit je hoofd. 



Slide 10 - Tekstslide

5.4 Haiku's
  • Japanse dichtkunst;
  • Bestaat uit 3 regels.
  1.  Eerste regel --> 5 lettergrepen;
  2. Tweede regel --> zeven lettergrepen;
  3. Derde regel --> vijf lettergrepen. 

  • Het gedicht hoeft niet te rijmen!

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf zelf een haiku. Kijk goed naar de regels die je moet toepassen. 


Slide 12 - Tekstslide

Regels 'Haiku' schrijven
  • 5/7/5-regel;
  • Niet rijmend gedicht;
  • Iets van de natuur of zintuigen erin verwerken;
  • Zorg voor een verrassingselement.
Tips:
  • Geen vast onderwerp;
  • Schrijf je eerste gedachte op papier, leg hem weg en ga deze dan aanpassen;
  • Laat je haiku controleren door een andere leerling.

Slide 13 - Tekstslide