In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Warmte hst 5
Slide 1 - Tekstslide
les 1 warmtebronnen
programma
aan het einde van de les weet je:
wat warmte is
wat chemische energie is
het verschil tussen warmte en temperatuur
welke soort warmtebronnen er zijn
hw leren en afmaken 5.1
inhalen/herkansen afspraken!!
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Het verschil tussen warmte en temperatuur
Warmte is een vorm van Energie
Temperatuur is niet hetzelfde als warmte
Door warmtetoe te voegen (=verhitten) of juist warmteweg te halen (=koelen) kun je de temperatuur van voorwerpen/stoffen veranderen
Slide 4 - Tekstslide
warmtebronnen die op chemische Energie werken:
brandstoffen bevatten chemische Energie, want verbranden is een chemische reactie (de brandstof verandert in andere stoffen= chemie).
bij verbranden gebeurt dit: chemische Energie--->warmte Energie
voorbeelden van warmtebronnen die werken op chemische energie: - koken op aargas, - een houtvuurtje, - een barbecue die op briketten of kolen werkt (NOEM ALTIJD DE BRANDSTOF ERBIJ!!!)
Slide 5 - Tekstslide
warmtebronnen die op elektrische Energie werken:
Er zijn veel elektrische apparaten die elektrische Energie kunnen omzetten in warmte Energie dus:elektrische Energie---> warmte Energie
voorbeelden van warmtebronnen die werken op elektrische energie: - koken met elektrisch fornuis, (noem elektisch erbij in dit geval!!!) - een strijkijzer, - een barbecue die op elektriciteit werkt, (noem elektisch erbij) - een broodrooster enz.
Slide 6 - Tekstslide
water verwarmen
je verbrandt aardgas
de pan wordt warm
de pan geeft de warmte door aan het water
het water warmt op
meer water opwarmen duurt langer, kost meer Energie
Slide 7 - Tekstslide
5.2 aardgas verbranden: de centrale verwarming
- In cv ketel wordt aardgas verbrand - warme verbrandingsgassen verhitten de warmtewisselaar - het water in de warmtewisselaar wordt warm - warm water stroomt (van beneden naar boven) - daarom pomp nodig als cv op zolder staat
Slide 8 - Tekstslide
blussen
1. afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur 2. zuurstof weghalen
3. brandstof weghalen
Slide 9 - Tekstslide
Transport van Warmte
warmte verspreid zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur= warmtestransport
- Geleiding
- Stroming
- Straling
Slide 10 - Tekstslide
Warmte transport Staal: goede warmtegeleider
Kunstof: isolator, slechte warmtegeleider
Warmte transport via geleiding Voorwaarde: Er moet contact zijn tussen de stof die warmte opneemt en de stof die warmte opneemt.
Warmtegeleider: neemt makkelijk warmte op maar geeft het ook snel door (b.v. metaal)
Warmte-isolator: geeft niet makkelijk warmte door. (b.v. hout of kurk)
Isoleren = warmtetransport tegengaan.
Dit lukt goed met een laagje stilstaande lucht of een vacuum b.v. dekbed, thermoskan, dubbelglas.
Slide 11 - Tekstslide
warmtetransport via stroming
gassen en vloeistof kunnen warmte transporteren(=vervoeren) via stroming
als stoffen opwarmen zetten ze uit waardoor de dichtheid kleiner wordt.
daarom stijgenwarme gassen en vloeistoffen op en dalenkoude gassen en vloeistoffen
Slide 12 - Tekstslide
Stroming
beweging van lucht door warmte: convectie
Slide 13 - Tekstslide
warmtetransport via straling
warmtestraling = infraroodstraling of i.r.
voor warmtetransport via straling is géén tussenstof nodig
donkere en doffe voorwerpen nemen makkelijk i.r. op en worden warmer
glimmende en lichte voorwerpen weerkaatsen veel i.r. straling
Slide 14 - Tekstslide
welke manier van warmtetransport merk je als je vingers vlak naast een vlam zijn?