§3.6 Kosten van vervoer

Kosten van vervoer
§3.6
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kosten van vervoer
§3.6

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les weet je:
Welke 4 kosten je hebt als je een auto hebt
Waarom een auto per kilometer goedkoper kan zijn dan een fiets

Slide 4 - Tekstslide

Autokosten
Waardevermindering!
Hoe werkt dit?

Stel dat je een auto koopt voor €5.000.
Na 10 jaar verkoop je de auto voor €5.000.
Het gebruik van de auto heeft je niks gekost.

In het echt bestaat dit natuurlijk niet. Een auto wordt alleen al door "tijd" minder waard. Er komen nieuwe modellen, roest, enz.

Slide 5 - Tekstslide

Waardevermindering
Stel dat je een auto koopt van €5.000. Na 2 jaar is de auto €3.000 waard. 

Wat heeft de auto jou gekost?

5.000 - 3.000 = 2.000

We kunnen ook zeggen 1.000 per jaar  (2.000 : 2)

Slide 6 - Tekstslide

Waardevermindering
Is een waardevermindering van 2.000 in twee jaar nu veel??

Wel als je bijna niet er mee hebt gereden
Niet als je duizenden kilometers er mee hebt gereden, naar werk, vakantie etc.

Waardevermindering per kilometer berekenen.
Waardevermindering : aantal gereden kilometers = Waardevermindering per kilometer
€2.000 : 20.000 km = €0,10 per kilometer
€2.000 : 40.000 km = €0,05 per kilometer

Slide 7 - Tekstslide

Motorrijtuigenbelasting
Houderschapsbelasting

Hangt af van:
Waar je woont
Gewicht van de auto
Soort brandstof (Benzine, diesel, elektriciteit)

Kan je ook per kilometer uitrekenen


Slide 8 - Tekstslide

Verzekeringskosten
Je bent verplicht om je te verzekeren!

Dure auto, dure verzekering
Leeftijd, rijervaring, schadevrije jaren, regio
Bepalen de hoogte van de verzekering


Slide 9 - Tekstslide

Gebruikskosten
Brandstofkosten 
Onderhoudskosten

Hoe meer je rijdt hoe hoger deze zijn



Slide 10 - Tekstslide

Totale kosten
Waardevermindering                2.000  per 2 jaar
Motorrijtuigenbelasting                 50 per kwartaal
Verzekering                                          25 per maand
Gebruikskosten                                  45 per week

Totaal                                                7.500  per 2 jaar
Hoeveel is dat per maand?    7.500 : 24 = 312,50



Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 1 en 2   blz. 100
Hoe: lees eerst tekststukje 1 en maak dan opdracht 1 enz.
Hulp: Overleggen/vragen stellen is toegestaan op fluistertoon
Tijd: 8 min
Klaar: begin alvast met opdracht 3 en 4
Resultaat: antwoorden op het bord, zelfstandig nakijken
timer
6:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 3 en 4   blz. 100
Hoe: lees eerst tekststukje 3 en maak dan opdracht 3 enz.
Hulp: Overleggen/vragen stellen is toegestaan op fluistertoon
Tijd: 8 min
Klaar: begin alvast met opdracht 5, 6 en 7
Resultaat: antwoorden op het bord, zelfstandig nakijken
timer
8:00

Slide 15 - Tekstslide

Programma
  • Kruiswoordraadsel
  • Nakijken/bespreken huiswerk
  • Opdracht 5 en 7 + nakijken
  • Opdracht 8 en 9 + nakijken


Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Maak het kruiswoordraadsel
Hoe: Horizontaal = van links naar rechts verticaal is van boven naar beneden
Hulp: Overleggen is toegestaan op fluistertoon!!
Tijd: 8 min
Resultaat: Antwoorden komen op het whiteboard
Klaar? Begin alvast aan opdracht 5 en 6  blz. 101


timer
8:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 5 en 7   blz. 101
Hoe: lees eerst tekststukje 5 en maak dan opdracht 5 enz.
Hulp: Overleggen/vragen stellen is toegestaan op fluistertoon
Tijd: 8 min
Klaar: begin alvast met opdracht 8 en 9   102
Resultaat: antwoorden op het bord, zelfstandig nakijken
timer
8:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Wat: Maak opdracht 8 en 9   blz. 102
Hoe: lees eerst tekststukje 5 en maak dan opdracht 5 enz.
Hulp: Overleggen/vragen stellen is toegestaan op fluistertoon
Tijd: 8 min
Klaar: begin alvast met huiswerk opdracht 10 en 11   103
Resultaat: antwoorden op het bord, zelfstandig nakijken
timer
8:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide