3.4 Telproblemen

3.4 Telproblemen 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.4 Telproblemen 

Slide 1 - Tekstslide

Kansen zijn mogelijkheden...

En nu gaan we het exact berekenen met de formule: 
kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden
  • Je gooit een 4 met 1 dobbelsteen? 
  • Er zijn 6 mogelijkheden in totaal om te gooien. 
    1 van deze mogelijkheden is goed, een 4. 
    Dus er is 1/6 kans.
  • Hoeveel procent is dit?
  • Je kunt ook 100 / 6 = ca. 16,7%
  • Kansen kun je opschrijven als breuk of als procent. 

Slide 2 - Tekstslide

Kansen

En als we gooien met 2 dobbelstenen. Hoeveel is dan de kans op een 4?
Formule: kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden
  • De volgende opties zijn mogelijk: 2-2, 1-3, 1-3. Dus het komt 3 keer voor.
  • Hoeveel mogelijkheden zijn er in totaal?
    Eerste dobbelsteen heeft 6 mogelijkheden, tweede ook. 
    Dus er zijn 6 x 6 = 36 mogelijkheden.
  • kans = 3 / 36 = 1 / 12. 
  • In percentage is dit 100 / 12 = 8,33333 % dus ca. 8,3 %
  • Het volgende diagram kan makkelijker zijn, het is overzichtelijker.

Slide 3 - Tekstslide

Kansen

Hoeveel kans is er dat iemand:
  • een groene broek aan heeft, èn
  • een rood of wit shirt, èn
  • geen groene en zwarte sokken.

  • kans = aantal keren voorkomen / totaal aantal mogelijkheden.
  • totaal aantal mogelijkheden = 3 x 3 x 4 = 36.
  • aantal keren voorkomen = 1 x 2 x 2 = 4.
  • kans = 4 / 36 = 1 / 9 . In percentage = 100 / 9 = ca. 11,1 %

Slide 4 - Tekstslide

Kansen berekenen

Je drukt de kans uit in een breuk of decimaal getal tussen 0 en 1.

Als ze vragen naar de kans  procenten, doe je breuk*100=...%

Slide 5 - Tekstslide

Je gooit met één dobbelsteen. Wat is de kans op > (groter dan) 2
A
5/6
B
2/3
C
1/6
D
80%

Slide 6 - Quizvraag

Je gooit met 2 dobbelstenen, telt de ogen op, wat is de kans op 2?
A
2/6
B
1/36
C
1/18
D
2/36

Slide 7 - Quizvraag

Kijk in je schrift naar het vierkant met alle ogen opgeteld als je met 2 dobbelstenen gooit.
Wat is de kans op7?
A
7/36
B
6/36
C
1/6
D
50%

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vaak verwacht je 6 te gooien als je 100 keer met een dobbelsteen gooit?
A
1/6*6 = 1 keer
B
100/6 = 16 keer
C
100*6 = 600 keer
D
100*1/6 = 17 keer

Slide 9 - Quizvraag


Op de  menukaart van een eetcafé staan:
*    4 voorgerechten:    2 met vlees, 1 met vis, 1 vegetarisch
*    6 hoofdgerechten:  3 met vlees, 2 met vis, 1 vegetarisch
*    3 nagerechten
Vraag: 
Hoeveel verschillende 3-gangenmenu's zijn er mogelijk?

Slide 10 - Open vraag


Op de  menukaart van een eetcafé staan:
*    4 voorgerechten:    2 met vlees, 1 met vis, 1 vegetarisch
*    6 hoofdgerechten:  3 met vlees, 2 met vis, 1 vegetarisch
*    3 nagerechten
Vraag: Hoeveel verschillende 3-gangenmenu's zijn er mogelijk zonder vlees of vis?

Slide 11 - Open vraag


Op de  menukaart van een eetcafé staan:
*    4 voorgerechten:    2 met vlees, 1 met vis, 1 vegetarisch
*    6 hoofdgerechten:  3 met vlees, 2 met vis, 1 vegetarisch
*    3 nagerechten
Vraag: Hoeveel verschillende 3-gangenmenu's zijn er mogelijk met enkel vlees of vis in zowel het  voor- als hoofdgerecht.

Slide 12 - Open vraag

Maak opgave 21 (blz. 60) en stuur hem in.
timer
5:00

Slide 13 - Open vraag

sneller dan een boomdiagram
We nemen een willekeurig getal van 1 cijfer, uit hoeveel getallen kunnen we dan kiezen?




Denk eraan om alle keuze momenten op een rij te zetten
Dus met 1 getal 10 keuzes, hoeveel combinaties zijn er als we twee getallen van 1 cijfer nemen
10 x 10 = 100 mogelijkheden
en met 3 getallen?
en als we twee willekeurige letters keizen, hoeveel mogelijkheden zijn er?
en een letter/cijfer combinatie?

Slide 14 - Tekstslide

denk en schrijf mee opdr. 22 blz. 60

Slide 15 - Tekstslide

opgave 25

Slide 16 - Tekstslide

maak opgave 25 blz. 60 en stuur in.

Slide 17 - Open vraag

Opdrachten
Maak de opdrachten 23 en 24

Slide 18 - Tekstslide

Einde les

Slide 19 - Tekstslide