Woordenschat thema 3

Welke zin past het best bij deze zin:
Ik vond het niet leuk wat je deed.
Maar nu zijn we weer vrienden
A
Ik ben het met je eens
B
Ik heb je vergeven
C
We hebben plezier beleefd
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke zin past het best bij deze zin:
Ik vond het niet leuk wat je deed.
Maar nu zijn we weer vrienden
A
Ik ben het met je eens
B
Ik heb je vergeven
C
We hebben plezier beleefd

Slide 1 - Quizvraag

Wat is grinniken?
A
Glimlachen
B
Zachtjes lachen
C
Hard lachen

Slide 2 - Quizvraag

Welk woord past NIET bij het karakter
A
lui
B
verlegen
C
vriendelijk
D
voetbal

Slide 3 - Quizvraag

Welk woord past het best bij de zin:
Ik moet altijd lachen om Bram.
Hij heeft ........
A
Brutaliteit
B
Vriendschap
C
Humor
D
Grinniken

Slide 4 - Quizvraag

Waarom je iets doet, noem je een ........
A
De beslissing
B
De reden
C
De gebeurtenis

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een presentatie?
A
Iets doen wat onbeleefd is
B
Iets vertellen met publiek erbij
C
Wanneer je vrienden bent met iemand

Slide 6 - Quizvraag

Het ergens benauwd van krijgen, betekent
A
Ergens veel moeite voor doen
B
Ergens zenuwachtig van worden
C
Volhouden

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord past het beste in de zin?
Een wesp stak in mijn hand.
Mijn hand begon helemaal te ....
A
verzwikken
B
bezeren
C
zwellen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het synoniem van de energie
A
De kracht
B
De balans
C
De kwaal

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord past het best in de zin?
Ik ga mijn opa opzoeken in het ziekenhuis. Om 4 uur begint .....
A
de activiteit
B
de ziekenhuisopname
C
het bezoekuur

Slide 10 - Quizvraag