Uitscheiding zorgpad delen 8 - 13

Uitscheiding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Aandachtspunten bij observatie/verandering van uitscheiding 


  • Stel de zorgvrager gerust, maar doe geen uitspraken over gevolgen van de observatie.
  • Vraag de zorgvrager welke producten hij gegeten en gedronken heeft, die misschien invloed hebben op kleur, geur en samenstelling van de uitscheiding.
  • Bewaar eventueel de urine of feces om deze te laten zien, zodat de arts een goed beeld krijgt.
  • Rapporteer de veranderingen uitgebreid in het zorgdossier, zo objectief mogelijk.
  • Geef de veranderingen mondeling door aan de EVVer of leidinggevende
  • Leg bij veranderingen in het mictiepatroon en bij diarree een vochtbalans aan

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Urineren bevorderen op natuurlijke manieren
  • :veel lichaamsbeweging;
  • prettige houding tijdens het urineren, liefst rechtop zittend met goede ondersteuning;
  • voldoende privacy: streven naar rust en afzondering;
  • voldoende vocht, minimaal anderhalve liter tot twee liter per 24 uur (eventueel vochtbalans bijhouden);
  • waterrijke voedingsmiddelen geven, zoals peer, meloen, selderij;
  • geen zout toevoegen aan de maaltijden;
  • eventuele schaamtegevoelens met de zorgvrager bespreken;
  • zorgen voor de noodzakelijke hulpmiddelen, als de zorgvrager niet uit bed kan;
  • rekening houden met de wensen en de culturele achtergronden van de zorgvrager;
  • de kraan zachtjes laten lopen;
  • een lauwe po aanbieden of er lauw water in doen;
  • de mannelijke zorgvrager laten staan bij het urineren als dit kan en mag;
  • de vrouwelijke zorgvrager op een postoel of toilet laten plassen als dit kan en mag.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Defeceren bevorderen
Obstipatie voorkomen

  • Voldoende plantaardig vezelrijk voedsel eten en minimaal 1,5 liter vocht per dag drinken. 
  • Zorg voor voldoende vetopname door margarine op brood, sla aangemaakt met wat (gezonde) olie.
  • Als je zv aandrang heeft, meteen naar het toilet gaan.
  • Regelmatig bewegen helpt dus mee obstipatie te voorkomen.
  • Privacy is daarom een belangrijke voorwaarde voor een goede stoelgang.
  • Persen gaat het best gehurkt gebruik zo nodig een hulpmiddel
  • Op de hand laten blazen als perzen moeilijk gaat 

Slide 7 - Tekstslide

 Urine-incontinentie

  • Stressincontinentie (inspanningsincontinentie) is de meestvoorkomende vorm van urine-incontinentie, voornamelijk bij vrouwen. Stressincontinentie geeft vooral overdag klachten. Vooral bij inspanning, zoals niesen, hoesten, lachen en tillen, is er urineverlies. In veel gevallen is de oorzaak van stressincontinentie verslapte bekkenbodemspieren en de blaaswand
  • Urge-incontinentie (aandrangincontinentie). Bij deze vorm van incontinentie ontstaat een hevige aandrang tot plassen, waaraan vrijwel direct moet worden toegegeven, omdat iemand anders urine verliest. De blaas trekt al vroeg samen, ook als deze nog maar weinig gevuld is. Men spreekt ook wel van een overactieve blaas. De oorzaken zijn heel verschillend, zoals neurologische aandoeningen, maar ook stress, overmatig gebruik van koffie, thee, en alcohol en urineweginfecties
  • Druppelincontinentie is het onwillekeurig lekken van kleine hoeveelheden urine uit de blaas als gevolg van een overvolle en overrekte blaas. Bij geringe drukverhoging kan de blaas dan ‘overlopen’. Oorzaak is een verzwakte blaasspier of obstructie, zoals bij multiple sclerose, CVA, prostaatproblemen en na operaties in de buikholte.
  • Bij reflexincontinentie wordt na een normale vulling van de blaas uitgeplast, terwijl de zorgvrager daar geen controle over heeft. De situatie is te vergelijken met die bij een baby en ontstaat als de reflexen tussen blaas en ruggenmerg onbeschadigd zijn, maar het samenspel met de hersenen is verstoord, zoals bij dwarslaesie en multiple sclerose.
  • Functionele incontinentie: hierbij is sprake van grote hoeveelheden urineverlies een aantal keren per dag. Dit kan het gevolg zijn van immobiliteit, medicijnen die de alertheid verminderen, gebruik van plasmiddelen, dementie.
  • Bij volledige incontinentie verliest iemand continu druppelsgewijs urine. Er is geen enkele controle over de mictie en er is geen gevoel van aandrang.

Slide 8 - Tekstslide

Benadering en onderzoek bij urine-incontinentie
  • Schaamte van zorgvrager houdt het probleem langer uit beeld.
  • Wat kan de oorzaak zijn?

In beeld krijgen door:
  • vochtbalans bijhouden: vochtinname, aantal lozingen 
  • meting van kracht van de urinestraal
  • blaasretentie  

Slide 9 - Tekstslide

Behandeling urine-incontinentie
oefeningen / therapie
operatieve ingreep

blaastraining

Slide 10 - Tekstslide

Incontinentie van ontlasting
Zorgvragers kunnen door verschillende oorzaken incontinent van ontlasting zijn.

diarree. Bij diarree is de aandrang zo heftig dat het niet mogelijk is het op te houden. Bereik je niet op tijd het toilet of de postoel, dan verlies je de ontlasting.
Aandoening van de darmen waardoor diarree ontstaat, bijvoorbeeld chronische darmontsteking.
Darmoperatie, waardoor ontlasting onvoldoende kan indikken en er voortdurend dunne ontlasting ontstaat.
Cognitieve stoornis, bijv dementie, waardoor besef er niet meer is om de ontlasting op te houden.
Neurologische stoornis, waardoor kringspier anus niet meer werkt, zoals bijv dwarslaesie, CVA, MS.
Beschadiging van de kringspier van de anus door letsel, bijvoorbeeld een ruptuur als gevolg van een bevalling.

Slide 11 - Tekstslide

Behandeling van incontinentie van ontlasting
 Het ontlastingsvolume te verkleinen door vezelrijke voeding te beperken
Aandoeningen die diarree veroorzaken te behandelen

In sommige gevallen kan door laxeren de darm leeggemaakt worden, zodat de incontinentie 24 uur of langer afwezig is.

 Soms kan elektrostimulatie van de kringspier helpen om de controle terug te krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Zorgen voor een zorgvrager met diarree


Diarree kan allerlei oorzaken hebben, bijvoorbeeld verkeerd of besmet voedsel, angst, spanning, of een darmziekte.

Slide 13 - Tekstslide

Bij diarree passeert de voeding heel snel de darmen. Wat betekent dit voor de conditie van de zorgvrager?

Slide 14 - Open vraag

Klachten
Klachten die zich kunnen voordoen bij diarree:

  • frequente aandrang
  • krampen, winderigheid
  • dunne, waterige ontlasting, soms met vaste bestanddelen
  • onaangename geur
  • afwijkende kleur, afhankelijk van de oorzaak
  • soms ook bloed en slijm, bijvoorbeeld bij darmontsteking

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaken en maatregelen
Bacterie> Buikgriep (Salmonella, Noro) 


Bij besmettelijkheid extra hygienische maatregelen
Medicatie
Isolatieverpleging

Slide 16 - Tekstslide

Aandachtspunten verzorgende
  • Zorg dat de zorgvrager bij aandrang snel naar het toilet of op de po kan.
  • Geef de zorgvrager in overleg (tijdelijk) incontinentiemateriaal.
  • Houd een vochtbalans bij.
  • Zorg voor extra vochtopname (bouillon, thee, water). 
  • Adviseer de zorgvrager geen zoetigheid, koekjes of chocolade en melkproducten te gebruiken, want deze verergeren de diarree.
  • Zorg voor aangepaste voeding, ga na wat de zorgvrager kan verdragen, normale voeding is geen bezwaar bij diarree.
  • Geef zo nodig extra hygiënische verzorging na pogebruik en toiletbezoek.
  • Vraag de zorgvrager zijn handen steeds goed te wassen na toiletbezoek.
  • Maak het toilet drie keer per dag schoon bij diarree, desinfecteer het toilet bij besmetting van de bril.
  • Geef de zorgvrager informatie over diarree.
  • Raadpleeg de arts en stel je op de hoogte van de adviezen bij diarree via de website van het Voedingscentrum.

Slide 17 - Tekstslide

Overloopdiarree (paradoxale diarree)
Bij overloopdiarree heeft een zorgvrager diarree, terwijl er eigenlijk sprake is van een verstopping. 
Zachte ontlasting vindt dan zijn weg langs de verstopping, waardoor er ondanks de verstopping toch diarree is. 
Vaak is niet meteen duidelijk dat er sprake is van overloopdiarree en dus van een verstopping in de darmen. Wel heeft een zorgvrager vaak eerst last heeft van een moeilijke stoelgang en vervolgens van diarree.
Overloopdiarree wordt in principe behandeld door eerst de harde stukken ontlasting te verwijderen of laxeermiddelen toe te dienen.

Slide 18 - Tekstslide

Bedankt voor je aandacht! Nu ga ik even pauzeren... 
dan oefenen!

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen aan/in  bed

Gebruik de richtlijnen uit de vaardigheden vanuit je boek
incontinentie materiaal aanbrengen bij elkaar 
po op bed geven bij elkaar
urinaal aanleggen bij de pop
condoomkatheter aanleggen op de pop
Katheterzak verwisselen op de pop

Slide 20 - Tekstslide