week 32 (week 19 2025)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas in de kluis of op de kapstok
• pet/muts/capuchon af
• oortjes uit
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

• Anfang Kapitel 10
• Hören
• Wortschatz

Lernziel des Kapitels :

• Je kunt vertellen over  vakantieplannen en op vakantie gaan
• Je kunt een voorstel voor een activiteit doen
• Je leert woorden die met vakantie en activiteiten te maken hebben
• Je kunt de modale werkwoorden gebruiken in de tegenwoordige tijd
• Je kent het verschil tussen müssen en sollen
• Je kunt de klinkers en medeklinkers goed uitspreken                                   I        in het Duits

Lernziel für heute :

• Je leert woorden die met vakantie en activiteiten te maken hebben

Aber zuerst.....ein Filmchen!

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?   Aufgaben 1 auf Seite 138

Wie?    zusammen

Hilfe?   keine

Zeit       10 Minuten

Fertig? Weiter mit Aufgabe 2

               

 

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?  Kapitel 10: B-Wortschatz: Aufgaben 5, 6, 7 

            und 8

Wie?    online und selbsständig

Hilfe?   die Wörterliste auf Seite 152

Zeit       bis zum Ende dieser Stunde

Fertig? StudyGo woorden hoofdstuk 10

               

 

Huiswerk

HAUSAUFGABEN:

machen:

                       Online: K. Ferien; B-Wortschatz;    Aufgabe5, 6, 7 en 8   

           

Lernziele:

heb ik woorden geleerd die met vakantie en activiteiten te maken hebben?

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Guten Tag

Wie geht es euch?

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

• jas in de kluis of op de kapstok
• pet/muts/capuchon af
• oortjes uit
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

• jas in de kluis of op de kapstok
• pet/muts/capuchon af
• oortjes uit
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde:.....

..... kan ik uitleggen wat een naamval is

..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen

..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin

Aber zuerst.....ein Filmchen!

www.zdf.de

Persoonlijk voornaamwoorden

Wat zijn dat ook alweer en ken je ze nog?

Vervangen van een zelfstandig naamwoord door een persoonlijk voornaamwoord

Elk zelfstandig naamwoord heeft een geslacht en op basis daarvan wordt het persoonlijk voornaamwoord gebaseerd:

 der Vater (m) wordt er

die Maus wordt sie

das Pferd (o) wordt es

die Kinder wordt sie 

Een persoonlijk voornaamwoord gebruik je:

 

• om herhaling van naam/persoon/ding te voorkomen

• in plaats van een persoon/personen of een ding/dingen

Bijvoorbeeld:

De vrouw loopt op straat. Ze gaat naar de slager.

aus

bei

mit 

nach 

seit

von 

zu

uit

bij

met

na, naar (bij plaatsen)

sinds

van

naar (bij personen)

Opdracht: Vul op het uitgedeelde formulier de vertaling in!

nog een keer:

Naamvallen zijn eigenlijk ' gewoon'  zinsdelen:

1ste naamval = het onderwerp

3de naamval = het meewerkend voorwerp

4de naamval = het lijdend voorwerp

An die Arbeit!

An die Arbeit: 

Was?  Grammatik:  Aufgabe 18, 19, 20, 21, 22 

Wie?   selbsständig

Hilfe?  Die Grammatik auf Seite 114 und 116

Zeit?    25 Minuten

Fertig? Woorden  leren!

Lernziele erreicht?

..... kan ik uitleggen wat een naamval is

..... ken ik de voorzetsels die de derde naamval krijgen

..... kan ik de persoonlijk voornaamwoorden in de derde naamval toepassen in een zin

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas in de kluis of op de kapstok
• pet/muts/capuchon af
• oortjes uit
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!