Oefentoets / Hoofdstuk 3 / Havo 2/ Lernbox 3.1 bis 3.4

Zinsontleding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zinsontleding

Slide 1 - Tekstslide

Naamvallen
Lesdoelen:  
Herhalen ontleden + woordjes en zinnen van Lektion 3.1 t/m 3.4
 

Slide 2 - Tekstslide

stappenplan ontleden
Stappenplan
1. Zoek het gezegde
2. Zoek het onderwerp (1e nv.)
3. Zoek het lijdend voorwerp (4e nv.)
4. Zoek het meewerkend voorwerp (3e nv.)      

Slide 3 - Tekstslide

- Ich gebe meinem Sohn das Buch.
Wat is het meewerkend voorwerp
A
ich
B
gebe
C
das Buch
D
meinem Sohn

Slide 4 - Quizvraag

- Meine Mutter gibt meinem Sohn das Buch.
Wat is het onderwerp
A
Meine Mutter
B
Mutter
C
das Buch
D
meinem Sohn

Slide 5 - Quizvraag

- Meine Großeltern haben ein großes Auto gekauft.
Wat is het Lijdend voorwerp
A
Meine Großeltern
B
haben gekauft
C
ein großes Auto
D
ein Auto

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes Let op de vervoeging.
Ich habe dir (een)... Kuchen (m) gekauft.


Slide 7 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes Let op de vervoeging.
Ich habe dir (deze)... Kuchen (m) gekauft.


Slide 8 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes Let op de vervoeging.
Essen die Kinder (geen) ........Bananen (mv)?

Slide 9 - Open vraag

Vertaal bezittelijk voornaamwoord met de juiste uitgang:

- (Mijn) ...Wagen (m) is sehr schön.
- Ich liebe (mijn) .... Wagen (m) sehr.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal bezittelijk voornaamwoord met de juiste uitgang:

- (Mijn) ...Katze (v) is sehr schön.
- Ich liebe (mijn) .... Katze (v) sehr.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal bezittelijk voornaamwoord met de juiste uitgang:

- (jouw) ....... Kind (o) is sehr schön.
- Du liebst (jouw) .... Kind (o) sehr.

Slide 12 - Open vraag

Vertaal bezittelijk voornaamwoord met de juiste uitgang:

- (Dit) ....... Kind (o) is sehr schön.
- Du liebst (dit) .... Kind (o) sehr.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal de woorden naar her Duits:
Let op hoofdletters.
- de vis

Slide 14 - Open vraag

Vertaal de woorden naar her Duits:
Let op hoofdletters.
- de gehaktbal

Slide 15 - Open vraag

Vertaal de woorden naar her Duits:
Let op hoofdletters.
- de groente



Slide 16 - Open vraag

Vertaal de woorden naar her Duits:
Let op hoofdletters.
- de rijst

Slide 17 - Open vraag

Vertaal naar Nederlands:
- Als Vorspeise möchte ich gern eine Tomatensuppe.

Slide 18 - Open vraag

Vertaal naar Nederlands:
- Kann ich mit Karte bezahlen?

Slide 19 - Open vraag

Vertaal naar Nederlands:
- Was möchten Sie essen?

Slide 20 - Open vraag