Samengestelde zinnen

Klas 3
Welkom!!
Ga lekker zitten en pak je leesboek
timer
10:00
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klas 3
Welkom!!
Ga lekker zitten en pak je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Uitleg + aantekeningen maken
Oefenen (meerkeuzevragen)
Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
1. Leerlingen van het Ichthus college zijn gister natgeregend.
2. buiten regende het heel erg hard. 

Leerlingen van het Ichthus college zijn gister natgeregend, omdat buiten regende het heel hard. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samengestelde zinnen
NEDERLANDS M3

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De persoonsvorm

Kenmerken van de persoonsvorm:

  • Het is altijd een werkwoord
  • Aan de persoonsvorm kun je zien in welke tijd de zin staat en je kunt zien of het om één of meer personen/dingen gaat.


Hoe vind je de persoonsvorm dan?

  • De tijdproef; de pv verandert mee als de tijd van de zin verandert.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
 Samengestelde zinnen zijn enkelvoudige zinnen die samengevoegd zijn m.b.v. een voegwoord.

Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee persoonsvormen in 1 zin
In één zin kunnen dus meerdere persoonsvormen staan. Dit is een samengestelde zin.

VB: "Ik kwam kletsnat op school, want het regende keihard."

In deze zin heb je twee persoonsvormen, namelijk kwam en regende.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de twee persoonsvormen van de zin op,
onder elkaar in kleine letters.

Sem had zijn huiswerk voor Duits niet gemaakt, omdat hij het afgelopen weekend moest werken.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?

Ik voel dat hij mij daarbij bestudeert.
A
Ik + voel
B
voel + daarbij
C
voel + bestudeert
D
hij + bestudeert

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een samengestelde zin heeft minimaal twee persoonsvormen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussen twee persoonsvormen, plaats je een komma
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Doordat het gestormd had, was de weg bezaaid met takken.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de twee persoonsvormen van de zin op.

Als je te hard op de snelweg rijdt, word je soms geflitst.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp en PV
Het onderwerp en de persoonsvorm zijn onlosmakelijk verbonden. Een zin met twee persoonsvormen heeft dus ook twee onderwerpen. Kijk maar:

Hij is gevallen en hij moet naar het ziekenhuis.

Onderwerp en PV zijn met elkaar getrouwd!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde zinnen Woordvolgorde
De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met voegwoorden zoals omdat, doordat en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.

Iedereen viert feest. Het is bevrijdingsdag.
Iedereen viert feest, omdat het bevrijdingsdag is.

Onderschikkende voegwoorden

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf op:
Met voegwoorden zoals omdat, doordat en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.
De zinsvolgorde blijft hetzelfde
en - maar - of - want - dus

Bij deze voegwoorden verandert de woordvolgorde in de zinnen niet. Bij andere voegwoorden vaak wel.

Nevenschikkende voegwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op in je schrift
Taalverzorging H2 - formuleren

1. Flevoland bestond vroeger niet, want het IJsselmeer was nog niet drooggelegd. 
2. Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder, omdat hij goed kon tekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf op in je schrift
Taalverzorging H2 - formuleren

3. Voordat de tandenborstel werd uitgevonden, poetsten mensen hun tanden met zand, zout of gemalen krijt.
4. In 1973 is de eerste mobiele telefoon geproduceerd en dit apparaat had het formaat van een baksteen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag...
Maak opdracht 1-5 blz. 64
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de woordvolgorde juist of onjuist?

Morgen kom ik wat later op school, want moet ik eerst naar de tandarts.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke zin klopt de woordvolgorde?
A
Toen ons elftal won, wij begonnen allemaal te juichen.
B
Meneer Jansen trakteert vandaag, want is hij jarig.
C
Nadat ik me gedoucht heb, ga ik ontbijten.
D
Lynn speelt gitaar, terwijl Lisa speelt de bas.

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de woordvolgorde juist of onjuist?

Daans ouders gaan dit jaar niet op vakantie, omdat ze hun huis gaan verbouwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de woordvolgorde juist of onjuist?

Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, winnen wij de lotto.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

- samengestelde zinnen herkennen
- meerdere pv's uit de zin halen
- voegwoorden herkennen
- samengestelde zinnen maken
Ik kan dit goed.
Ik kan dit redelijk.
Ik vind dit lastig.
Ik heb hier hulp bij nodig.

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies