In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Present perfect & past simple
Theme 5
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vorm je de present perfect (werkwoorden)?
Slide 2 - Open vraag
Present perfect
have/has + voltooid deelwoord have = I, you, we, you they has = he, she, it Voltooid deelwoord: 1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked 2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > I have been
Slide 3 - Tekstslide
Present perfect
Voorbeelden: I have worked since 3 am. She has been to London twice. We have walked for 2 hours now.
Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Present perfect
Gebruik present perfect: 1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang. 2. praten over ervaringen. 3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe vorm je de past simple (werkwoorden)?
Slide 6 - Open vraag
Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord. Dit ww zet je in de verleden tijd. 2 manieren: 1. werkwoord + ed > worked 2. 2 vorm van het onregelmatig werkwoord > been
Slide 7 - Tekstslide
Past simple
Wanneer gebruik je de past simple? - iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.
Je kan de past simple herkennen aan woorden als: last year, yesterday, in 2010. Dit zijn tijdsbepalingen.
Slide 8 - Tekstslide
Verschil present perfect en past simple
Wat is het verschil? Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen. Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het verleden.
Slide 9 - Tekstslide
Verschil present perfect en past simple
Verklikwoorden:
Present perfect: already, for, since, how long. Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.
Slide 10 - Tekstslide
I have been in Nottingham for a week. present perfect / past simple?
Slide 11 - Open vraag
It was on offer last week. present perfect/ past simple?
Slide 12 - Open vraag
Present perfect of past simple?
Volg deze stappen 1. Is het op dit moment aan de gang? ja: present perfect - nee: ga naar vraag 2 2. Gaat het over ervaringen tot nu toe? ja: present perfect - nee: ga naar vraag 3. 3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar? ja: present perfect - nee: past simple.
Slide 13 - Tekstslide
Oefenen
oefenen en nog eens oefenen
Slide 14 - Tekstslide
Wat vind ik nog moeilijk aan de present perfect en de past simple?