Les 2 72 - week 3 - periode 2 - Questions in the present simple

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Today: Grammar; questions

Slide 8 - Tekstslide

Making questions 

Slide 9 - Tekstslide

Making questions: present simple
Er zijn een paar werkwoorden die je gewoon vooraan in de zin mag zetten bij het maken van vragen: 
- to be (am/is/are)
- can                                                                    (en nog hulpwerkwoorden zoals will en 
- have / has got                                                should)

I am 23 years old --> Am I 23 years old?
He can speak English --> Can he speak English?

Slide 10 - Tekstslide

Making questions: present simple
Staan deze werkwoorden niet in een zin? Dan moet je een hulpwerkwoord erbij pakken!
--> do / does (of ontkennend natuurlijk!)
Na elke vorm van do moet je het hele werkwoord gebruiken 

I love cats --> Do I love cats?

He loves cats --> Does he love cats?



Slide 11 - Tekstslide

Practice
In the next few slides, make questions out of these sentences

Dus: kijk eerst of er een vorm van to be, can of have got in de zin staat. Dan kan je de vraag erg simpel maken. 
Staat deze er niet in? Gebruik dan een vorm van do!

Slide 12 - Tekstslide

Making questions
  • Sarah and Linda feed their pets 


  • He is 12 years old


  • She lives in Nijmegen

Slide 13 - Tekstslide

1. They are happy

Slide 14 - Open vraag

2. The boys play football

Slide 15 - Open vraag

3. She has got brown hair

Slide 16 - Open vraag

4. Carol plays the guitar

Slide 17 - Open vraag

5. She wants an ice cream

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide