In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Laatste MK oefen toets
Slide 1 - Tekstslide
Geef de juiste volgorde aan in de ontwikkeling van de ongeboren baby (van klein naar groot)
A
foetus, zygote, embryo
B
foetus, embryo, zygote
C
zygote, embryo, foetus
D
embryo, zygote, foetus
Slide 2 - Quizvraag
Er zijn verschillende medische namen voor een ongeboren vrucht tijdens de zwangerschap. Tot hoe lang na de bevruchting heet het ongeboren kind 'embryo'
A
Twee maanden
B
Zes maanden
C
Eerste 8 weken
D
Negen maanden
Slide 3 - Quizvraag
Er vindt een toename van het aantal cellen plaats maar geen toename van het gewicht, dit is een kenmerk van de klievingsdelingen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Zwangerschapsdiabetes ontstaat voornamelijk in het
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
D
Vierde
Slide 5 - Quizvraag
Wat zijn de belangrijkste signalen van zwangerschapsdiabetes?
A
Veel hoofdpijn
B
Een groter kind dan normaal
C
Veel zweetaanvallen
D
Veel plassen
Slide 6 - Quizvraag
Waardoor kan een kraamvrouw na de bevalling in shock raken?
A
Vastzittende placenta.
B
Endometritis
C
Pijn bij het hechten
D
resusantagonisme
Slide 7 - Quizvraag
Na afloop van de zwangerschap gaat de diabetes vaak weer over. De kans dat een vrouw later in haar leven diabetes mellitus type 2 krijgt is dan erg groot
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Als de zwangerschap korter dan 34 weken duurt, zijn de longen van de baby nog niet rijp. Om deze te laten rijpen krijgt de moeder een medicijn toegediend. Welk medicijn wordt hier bedoeld?
A
Diuretica
B
Analgetica
C
Anticoagulantia
D
Corticosteroïden
Slide 9 - Quizvraag
meconium is de eerste ontlasting van een pasgeboren baby; deze is donkergroen tot zwart van kleur
A
Juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Wat is er aan de hand bij deze zwangerschap?
A
Er is sprake van een placenta circumvallata
B
Er is sprake van een placenta previa
C
Er is sprake van een meerlingzwangerschap
D
Er is sprake van een placenta abruptio
Slide 11 - Quizvraag
Welke kenmerken heeft het HELPP-syndroom?
A
Verhoogd Ht, verlaging van leverenzymen en een trombocytose
B
Anemie, verlaging van leverenzymen en een trombocytopenie
C
Verhoogd Ht, verhoging van leverenzymen en een trombocytopenie
D
Anemie, verhoging van leverenzymen en een trombocytopenie
Slide 12 - Quizvraag
Huidkanker kan ontstaan uit melanocyten, plaveiselcellen of basaal cellen. Welke van deze drie cellen zit het meest oppervlakkig in de huid
A
Plaveiselcellen
B
Basaal cellen
C
Melanocyten
Slide 13 - Quizvraag
Bij welke van onderstaande huidaandoeningen speelt histamine een belangrijke rol?
A
Seborrhoïsch eczeem.
B
Urticaria.
C
Psoriasis
D
Geen huid aandoening
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de oorzaak van acne vulgaris ofwel jeugdpuistjes
A
Ontsteking van de talgklieren.
B
Een candida-infectie
C
Infectie met het herpesvirus
D
Contact met HPV
Slide 15 - Quizvraag
Bij wondroos oftewel erysipelas is er sprake van een oppervlakkige huidinfectie. Deze wordt veroorzaakt door Steptococcus pyogenes en Staphylococcus aureus.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Psoriasis is een ontstekingsaandoening van de huid. Iemand met psoriasis heeft een rode, pijnlijke en schilferende huid. Wat is de oorzaak van psoriasis?
A
Het immuunsysteem is te traag, waardoor er te weinig nieuwe huidcellen worden aangemaakt
B
Het immuunsysteem is overactief, waardoor er razendsnel nieuwe huidcellen worden aangemaakt
C
Het immuunsysteem reageert op allergenen en probeert die onschadelijk te maken.
Slide 17 - Quizvraag
Wratten zijn ruwe, bloemkoolachtige bobbels op de huid. Wratten ontstaan door contact met het humaan papillomavirus (HPV).
A
Onjuist
B
Juist
Slide 18 - Quizvraag
Het micro-organisme van het humaan papillomavirus (HPV), komt binnen via