18. Thema 4, week 1 Les 1 - Hoofdletters

Wanneer gebruiken we hoofdletters?
1 / 32
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wanneer gebruiken we hoofdletters?

Slide 1 - Woordweb

LESDOEL
Ik weet wanneer je een woord met een hoofdletter schrijft.

Slide 2 - Tekstslide

Vraag
Waarom zijn sommige woorden met een hoofdletter geschreven?

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Aan het begin van de zin:
Morgen ga ik naar de dierentuin. 

Hoge komma (apostrof) ' :
het tweede woord begint met de hoofdletter, niet de S!
's Morgens ga ik altijd hardlopen

Slide 4 - Tekstslide


Namen schrijf je met een hoofdletter
Voorletters + achternaam:

Straatnamen

Aardrijkskundige namen


Namen van clubs


.
Peter
H. van Boxtel 

Lindelaan

Overijssel, Noord-Holland, de Rijn, Atlantische Oceaan

PSV, Ajax,
Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 5 - Tekstslide


Namen van volkeren, talen, inwoners van landen:

Namen van bedrijven en merken

Namen van boeken en films

Feestdagen

Gebeurtenissen uit de geschiedenis


.
Nederlander, Arabier, Eskimo
De man uit Friesland is een Fries.

Coca Cola, Rabobank, Hema

de Waanzinnige Boomhut

Kerst, Pasen, Suikerfeest

de Tweede Wereldoorlog, de Gouden Eeuw
Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 6 - Tekstslide

Geen hoofdletter
namen van dagen, maandag, dinsdag

maanden, december, januari

windstreken, noorden, oosten, zuiden, westen

jaargetijden: zomer, herfst, winter, lente

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

Slide 8 - Open vraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

Slide 9 - Open vraag

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

Slide 10 - Open vraag

Zet hoofdletters waar dat moet.
morgen begint de kermis.

morgen begin de kermis.

Slide 11 - Open vraag

Zet hoofdletters waar dat moet

de dubbeldekker staat aan de oude amersfoortseweg.

Slide 12 - Open vraag

Zet hoofdletters waar dat moet

de tweede wereldoorlog begon in 1939

Slide 13 - Open vraag

Zet hoofdletters waar dat moet

tijdens kerst staat er vaak een kerstboom.

Slide 14 - Open vraag

Juist of onjuist:

Mieke gaat met kerstmis naar Italië
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Juist of onjuist

'S avonds begon het feest
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Juist of onjuist

In april is het Pasen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Juist of onjuist

Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
's Middags begin ik om twee uur
B
'S middags begin ik om twee uur

Slide 19 - Quizvraag

Hoofdletter of kleine letter
Welke is juist?
A
Zondag
B
zondag

Slide 20 - Quizvraag

sleep de woorden naar de goede plek.
paasontbijt
mount everest
rivier
december
koningsdag
suikerfeest
ijsselmeer

Slide 21 - Sleepvraag

Ik draag een
..erstmuts

Slide 22 - Open vraag

Sinterklaas is geboren in ..urkije

Slide 23 - Open vraag

Dit is de provincie
..............

Slide 24 - Open vraag

oefenen

Slide 25 - Tekstslide


WOORD 1: de ......

Slide 26 - Open vraag


WOORD 2: de .....

Slide 27 - Open vraag


WOORD 3: het .....

Slide 28 - Open vraag


WOORD 4: ............

Slide 29 - Open vraag


WOORD 5: ...........

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Link

Spelling
Groep 7: Thema 4, week 1, les 1 instructie
OPGAVE 2
OPGAVE 3
10 X PLUSSEN
Groep 8: Thema 4, week 1, les 1 Flitsles
Alle opgaven
10 X PLUSSEN

Slide 32 - Tekstslide