2601 MAL Fiene-Simon §3.3 Politieke partijen

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
§3.3 Politieke Partijen 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik 
  • Uitleg §3.3
  • Toets Rechtsstaat bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Linkse partijen:
A
vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
C
benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
D
hechten veel waarde aan het geloof.

Slide 3 - Quizvraag

Een rechtse partij
A
benadruk vrijheid en een actieve overheid
B
benadrukt vrijheid en een passieve overheid
C
Vinden dat de welvaart verdeeld moet worden
D
vindt vooral gelijkheid belangrijk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is liberalisme?
A
Mensen die strijden voor gelijke rechten.
B
Mensen die voor vrijheid gaan
C
Mensen die de kerk belangrijk vinden.
D
Mensen die voor vrouwen opkomen

Slide 5 - Quizvraag

Het socialisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 6 - Quizvraag

Het confessionalisme
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die uitgaat van de bijbel 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Politieke partijen die minder verandering willen. Minder belasting betalen.

Slide 7 - Quizvraag

Hoofdvraag:
Op welke partij zou jij stemmen 


Leerdoelen 
  • Je weet het verschil tussen politieke partijen, belangengroepen en actiegroepen
  • Je kan benoemen wat de belangrijkste  functies van een politieke partij zijn.
  • Je kan benoemen welke soorten partijen er zijn.
Begrippen

  • Conservatief & progressief 
  • One-issue partij
  • Actie groepen 
  • Belangengroepen 
  • Politieke partijen 
  • Functies politieke partijen 

Slide 8 - Tekstslide

Progressief vs conservatief 
Progressief: vooruitstrevend. Partijen die dingen willen veranderen. 
Conservatief: behoudend. Partijen die dingen willen houden, zoals ze vroeger waren. 

Het homo huwelijk & abortus was verboden, maar dit is niet meer het geval. Is dit conservatief of progressief? 

Slide 9 - Tekstslide

De schooldag moet starten met het hijsen van de Nederlandse vlag en het zingen van het Wilhelmus.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 10 - Quizvraag

Homoseksuelen zouden geen kinderen mogen adopteren.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 11 - Quizvraag

Zwarte Piet is racisme.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 12 - Quizvraag

De euthanasie regeling mag niet verder versoepeld worden.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 13 - Quizvraag

De beste manier om het file probleem tegen te gaan is gratis openbaar vervoer.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 14 - Quizvraag

De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
A
Conservatief
B
Progressief

Slide 15 - Quizvraag

3.3 Politieke partijen

Slide 16 - Tekstslide

ACTIEGROEP
Een actiegroep heeft
 1 duidelijk doel en kan ook weer opgeheven worden als dat doel bereikt is.

Slide 17 - Tekstslide

Belangengroep
Groep van mensen die eenzelfde belang delen (werknemersorganisatie, LAKS of ANWB )

Lobbyen: het behartigen van belangen in persoonlijke contacten met politici (wandelgangen)

Slide 18 - Tekstslide

politieke partijen

Slide 19 - Tekstslide

Politieke partij
Een groep mensen met ongeveer dezelfde ideeën (politiek, economie, cultureel) over hoe de samenleving eruit zou moeten zien. 
Elke partij wil zoveel mogelijk zetels. Waarom?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

One-issue-partijen

One-issue-partijen stellen één aspect van de samenleving centraal. 


Slide 24 - Tekstslide

Niet-democratische partijen
  • Wijzen een democratische staatsvorm af.
  • Fascistische / rechts-extremistische partijen.
  • Sterk nationalistisch

Doen in Nederland niet mee aan de verkiezingen.

Slide 25 - Tekstslide

Functies politieke partijen
Integratie van Ideeën:  partijprogramma
Articulatie: op politieke agenda zetten.
Informeren: eigen mening vormen 
Participatie: burgers te interesseren
Selectie: kandidaten zoeken

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Waarom kun je in een democratie een niet democratische partij zomaar verbieden?

Slide 29 - Open vraag

Lezen: 3.3 - Politieke partijen 
Maken: opdracht 11
AAN DE SLAG!
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

lesdoelen
  1. Je weet het verschil tussen politieke partijen, belangengroepen en actiegroepen
  2. Je kan benoemen wat de belangrijkste functies van een politieke partij zijn.
  3. Je kan benoemen welke soorten partijen er zijn.

Slide 31 - Tekstslide

De VVD is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 32 - Quizvraag

Forum voor Democratie is een ... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 33 - Quizvraag

50PLUS is een .... partij
A
One-issue
B
Ideologische
C
Populistische
D
Niet-democratische

Slide 34 - Quizvraag



Belangrijkste vaktaal 
van deze les



Conservatief & progressief 
One-issue partij
Actie groepen 
Belangengroepen 
Politieke partijen 
Functies politieke partijen 
Zwevende kiezer
Fractie discipline


Slide 35 - Tekstslide

Beoordeling Toets RECHTSTAAT

Slide 36 - Tekstslide

Heb je de lesdoelen bereikt en begrijp je de vaktaal begrippen?
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
ik heb nog een vraag

Slide 37 - Quizvraag

Lezen: 3.3 - Politieke partijen 
Maken: opdrachten 14 en 15

Nu maken

Slide 38 - Tekstslide

EINDE LES

Slide 39 - Tekstslide