Het rijk van de Franken

Welk kenmerk past niet bij de Middeleeuwen?
A
Grote steden
B
Geen geld
C
Zwakke vorsten
D
Onveilig
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welk kenmerk past niet bij de Middeleeuwen?
A
Grote steden
B
Geen geld
C
Zwakke vorsten
D
Onveilig

Slide 1 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Het Romeinse Rijk was een landbouwsamenleving
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Waar of niet waar:
In de vroege middeleeuwen verdween geld als betaalmiddel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Hoe komt de Middeleeuwen aan zijn naam?
A
In het midden van de geschiedenis
B
Periode tussen twee bloeiperiodes
C
Gemiddelde rijkdom

Slide 4 - Quizvraag

Het rijk van de Franken

Slide 5 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kun je:
  • uitleggen waarom het einde van het Romeinse Rijk voor de terugkeer van de landbouwsamenleving zorgde
  • de drie kenmerken van de vroege Middeleeuwen herkennen
  • uitleggen waarom de paus Karel de Grote tot keizer kroonde.
  • uitleggen hoe het feodalisme werkte. 
  • twee redenen noemen waarom de macht van de keizer dankzij het feodalisme afnam.

Slide 6 - Tekstslide

Middeleeuwen
  • 500: start Middeleeuwen : tijd tussen twee bloeiperiodes (Rome & Renaissance)
  • Vanaf 4de eeuw trekken Romeinse legers zich terug richting Rome
  • Gevolg: verdwijnen van veiligheid
  • Gevolg: verdwijnen van de handel
  • Gevolg: krimp van de steden
  • Gevolg: mensen gaan op platteland leven
  • Gevolg: ontstaan landbouwsamenleving
  • Kenmerken vroege middeleeuwen: géen handel, kleine steden/dorpen, geen bestuur

Slide 7 - Tekstslide

Franken
  • Koninkrijk Franken: bestuurt door de Merovingen
  • De koningen hebben echter weinig macht --> hofmeier heeft de macht 
  • Beroemdste hofmeier: Karel Martel
  • Zijn kleinzoon Karel de Grote vergroot het Frankische Rijk enorm
  • 800: Karel de Grote wordt door de paus tot keizer gekroond
  • Paus krijgt bescherming van Karel, Karel krijgt steun chistendom 

Slide 8 - Tekstslide

Bestuur
  • Karels rijk is te groot om in zijn eentje te besturen: vraagt hulp aan edelmannen
  • Deze vazal (leenman) krijgt gebieden van Karel in leen om in zijn naam te besturen
  • In ruil hiervoor beloven ze trouw aan Karel de Grote (leenheer): raad en daad
  • Deze manier van besturen noemen we het feodalisme (leenstelsel) 
  • Gevolg: macht keizer neemt af:
  • 1. Vazallen lenen de gebieden verder door
  • 2. Vazallen negeren de keizer

Slide 9 - Tekstslide

Hebben we dit doel besproken?
De oorzaken van de het ontstaan van de landbouwsamenleving
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Hebben we dit doel besproken?
De kenmerken van de vroege Middeleeuwen
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Hebben we dit doel besproken?
Waarom de paus Karel de Grote tot keizer kroont
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Hebben we dit doel besproken?
Hoe het feodalisme werkt
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Hebben we dit doel besproken?
Waarom de macht van de keizer dankzij het feodalisme afneemt
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag