(2M) H3 de kracht van rivieren paragraaf 2 deel 1

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf  H
  • maken opdracht
  • nabespreken paragraaf
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de erosie door een rivier beschrijven en een V-dal op een afbeelding herkennen.
  • beschrijven waar en hoe een rivier materiaal sedimenteert, afhankelijk van de stroomsnelheid van het water.
  • uitleggen wat een stroomgebied is en op welke manier water in een rivier terechtkomt.
  • de waterkringloop aan de hand van een afbeelding beschrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare school

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf  H
  • maken opdracht
  • nabespreken paragraaf
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de erosie door een rivier beschrijven en een V-dal op een afbeelding herkennen.
  • beschrijven waar en hoe een rivier materiaal sedimenteert, afhankelijk van de stroomsnelheid van het water.
  • uitleggen wat een stroomgebied is en op welke manier water in een rivier terechtkomt.
  • de waterkringloop aan de hand van een afbeelding beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Benodigde voorkennis 
Je weet wat
Je weet wat
Je weet wat
Je weet

Slide 3 - Tekstslide

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

Het U-dal
Een U-dal ontstaat door de schurende kracht van een gletsjer.
De gletsjer duwt de grond voor zich uit en schuurt zo een dal uit.

Slide 5 - Tekstslide

Het V-dal
Een V-dal ontstaat door de slijtende kracht van het water in een rivier.
De rivier slijt het gesteente uit op de plek waar de rivier doorheen loopt.

Deze kracht noemen we erosie.
Erosie vindt alleen plaats als de stroomsnelheid hoog genoeg is.

Slide 6 - Tekstslide

De loop van een rivier

Slide 7 - Tekstslide

Sedimentatie
Wanneer de stroomsnelheid in een rivier afneemt, dan treed er sedimentatie op.

Kleinere deeltjes zoals grind, zand en klei zakken naar de bodem van de rivier

Slide 8 - Tekstslide

De bovenloop
Een rivier begint met de bovenloop, hier ligt de bron van een rivier. Vaak is dit in de bergen.

De stroomsnelheid is hoog.
Hierdoor heb je veel erosie, het water stroomt snel.
Dit komt door het hoge reliëf in de bergen

Slide 9 - Tekstslide

De middenloop
In de middenloop neemt de stroomsnelheid van de rivier af.

Toch kan er nog steeds erosie plaatsvinden, op de plekken waar de stroomsnelheid erg laag is sedimenteert er grind

Slide 10 - Tekstslide

De benedenloop
In de benedenloop is de stroomsnelheid het laagst, dit komt doordat er vrijwel geen reliëf meer is.

Hierdoor vindt er alleen sedimentatie plaats, er sedimenteert zand en klei.

De rivier is hier op zijn breedst.

Slide 11 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H3 boven, midden en benedenloop
maken opdracht 1,2,3. 3d en e overslaan
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 42/43
  • werkboek blz. 53/54
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet het middelste gedeelte van een rivier ?
A
Stroomgebied
B
Middenloop
C
Rivier monding
D
Oorsprong

Slide 14 - Quizvraag


A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 15 - Quizvraag


A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 16 - Quizvraag

Een rivier stroomt in de bovenloop...
A
Langzaam
B
Snel

Slide 17 - Quizvraag

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 19 - Open vraag

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 20 - Open vraag