2.12: een kaartje sturen

2.12: een kaartje sturen
Aan het einde van de les weet je wanneer je een kaartje stuurt. 
Aan het einde van de les kan je een kaartje schrijven aan mevrouw Maria.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

2.12: een kaartje sturen
Aan het einde van de les weet je wanneer je een kaartje stuurt. 
Aan het einde van de les kan je een kaartje schrijven aan mevrouw Maria.

Slide 1 - Tekstslide

Je opa is jarig. Wat doe je?

Slide 2 - Woordweb

Je klasgenoot is ziek. Wat doe je?

Slide 3 - Woordweb

je tante heeft een baby gekregen.
Wat doe je?

Slide 4 - Woordweb

Zelf lezen
Lees kaartje 1 en 2 op bladzijde 81.
Lees kaartje 3 en 4 op bladzijde 82.
Moeilijke woord? -> onderstreep! 
                                                 

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een kaartje?
verjaardag
baby
nieuw huis
nieuwe baan
huwelijk
overlijden

Slide 6 - Tekstslide

Gefeliciteerd!!
Gefeliciteerd met je verjaardag.
Gefeliciteerd met je nieuwe baan.
Gefeliciteerd met de baby.
Gefeliciteerd met je nieuwe huis.


Dit is de boodschap of wens. Dit wil je zeggen.

Slide 7 - Tekstslide

ziek
Beterschap!

Slide 8 - Tekstslide

baby
De baby is geboren! 

Slide 9 - Tekstslide

trouwen
gefeliciteerd met jullie huwelijk! 

Slide 10 - Tekstslide

gefeliciteerd
Gefeliciteerd met je verjaardag!

Slide 11 - Tekstslide

Overleden = dood zijn
Een persoon is overleden. Er is een begrafenis.

Slide 12 - Tekstslide

iemand overleden: gecondoleerd
Gecondoleerd met het overlijden van ...
Gecondoleerd.
Heel veel sterkte.
Heel veel sterkte met dit grote verlies.

Slide 13 - Tekstslide

Wat schrijf je als iemand is verhuisd?
Verhuisd = een nieuwe woning/huis

A
Gefeliciteerd met je nieuwe woning.
B
Gecondoleerd met je nieuwe woning.

Slide 14 - Quizvraag

Je vriend moet naar het ziekenhuis voor een operatie.
A
Gecondoleerd
B
Sterkte
C
Beterschap

Slide 15 - Quizvraag

Mijn oom is overleden.
Morgen is ...
A
gecondoleerd
B
het huwelijk
C
de begrafenis
D
de vertraging

Slide 16 - Quizvraag


Iemand is ziek. Wat schrijf je?
A
Beterschap
B
Succes
C
Gefeliciteerd
D
Gecondoleerd

Slide 17 - Quizvraag

Wat zeg je als iemand zijn diploma heeft behaald?
A
Gefeliciteerd
B
Gecondoleerd
C
Sterkte
D
Succes

Slide 18 - Quizvraag

een kaartje (of envelop) schrijven

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wie schrijft deze kaart?
Wat wil deze persoon vertellen?
Voor wie is deze kaart?
Waar woont deze 
persoon?

Slide 21 - Tekstslide

Waarom stuur je deze kaart?
A
Gefeliciteerd met je verjaardag!
B
Groetjes van Nina
C
Johan Wennekes
D
Kampen Nederland

Slide 22 - Quizvraag

Waar begin je mee?
A
Gefeliciteerd
B
Groetjes, Nina
C
Beste Johan,
D
Kampen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is je boodschap?

A
Gefeliciteerd met je verjaardag. Helaas kan ik niet komen.
B
Hartelijke groetjes van .....
C
Beste mevrouw de Boer
D
Gefeliciteerd met je verjaardag. Ik wens je een fijne dag.

Slide 24 - Quizvraag

Wat schrijf je aan het einde?
A
Gefeliciteerd met je verjaardag !
B
Groetjes, Nina
C
Johan Wennekes
D
Nederland

Slide 25 - Quizvraag

Mevrouw Maria heeft een dochtertje gekregen.
Je schrijft een kaartje.
- je feliciteert mevrouw Maria.
- je vraagt of alles goed is.
- je vraagt of ze een keer met de baby op school komt.)
(of bedenk zelf wat je op het kaartje schrijft)
Maak een tekening op de voorkant die bij een geboortekaartje past.

het adres van mevrouw Maria: Haskeruitgang 105, 8447 CK Heerenveen.

Slide 26 - Tekstslide

Kaartje is klaar?
maak de opdrachten van 2.12 in je boek.
maak de opdrachten van 2.12 online.

Slide 27 - Tekstslide