Taalverzorging 2F - test 2

Taalverzorging

In deze test kijk jij wat je al weet en kunt en wat je nog moet oefenen.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging

In deze test kijk jij wat je al weet en kunt en wat je nog moet oefenen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling van....
A
luxeus
B
luxueus
C
luxues
D
lexues

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van....
A
stagiare
B
stagaire
C
stagiaire
D
stagiere

Slide 3 - Quizvraag

Welke spelling is juist?

Volgens mij ... je broer moe van spelling.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 4 - Quizvraag

Welke spelling is juist?

Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word

Slide 5 - Quizvraag


Kies de juiste spelling.

Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.


A
belooft
B
beloofd

Slide 6 - Quizvraag

overige spelling

Wat is de juiste spelling?

A
niveaus
B
niveau's

Slide 7 - Quizvraag


Kies de juiste spelling.

Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].


A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 8 - Quizvraag

Welke spelling is goed ?
Wat is de correcte spelling van het woord ...
A
ekseem
B
exeem
C
eczeem
D
exseem

Slide 9 - Quizvraag

spelling
A
... om 9 uur s' ochtends.
B
... om 9 uur 's ochtends.

Slide 10 - Quizvraag

Ik ... van nieuwsgierigheid.
A
brand
B
brandt
C
brant

Slide 11 - Quizvraag

Kijk goed naar de ... in je proefwerk.
A
correctie's
B
correcties
C
korrektie's
D
korrecties

Slide 12 - Quizvraag

Waar zijn de leestekens goed geplaatst?
Karel vroeg:
A
'Vindt Jasper dat niet raar'.
B
vindt Jasper dat niet raar?
C
'Vindt Jasper dat niet raar?'
D
"vindt jasper dat niet raar"?

Slide 13 - Quizvraag

Waarom ... jij die auto zo zwaar?
A
belaat
B
belaad
C
belaadt

Slide 14 - Quizvraag

Max Verstappen (vergroten) zijn voorsprong toen hij nog eens extra gas gaf.

Slide 15 - Open vraag

Jij (raden) het antwoord nooit!

Slide 16 - Open vraag

Gisteren (verhuizen) wij voor de vijfde keer in vijf jaar.

Slide 17 - Open vraag

Jij (geloven) die leugens toch niet!

Slide 18 - Open vraag

Vul in: Deze trui is van Fred.
Het is ... trui.

Slide 19 - Open vraag

Karel komt uit Haarlem, hij is dus een ...
A
Noord Hollander
B
Noord Holland'er
C
Noord-Hollander
D
Noord-Holland'er

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het meervoud van porie?
A
porieën
B
porie-en
C
pories
D
poriën

Slide 21 - Quizvraag

Als je op het mbo zit, ben je een ...
A
mbo student
B
mbo-student
C
mbostudent
D
mbo'student

Slide 22 - Quizvraag

Een mbo-student wordt ook wel een ... genoemd.
A
mboer
B
mbo-er
C
mbo'er
D
mbo er

Slide 23 - Quizvraag

Het meervoud van baby is ...
A
baby's
B
babies
C
babys
D
babie's

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meervoud van fotograaf?
A
fotografen
B
fotograven

Slide 25 - Quizvraag

Wat is goed gespeld?
A
voorzorg maatregel
B
voorzorgs maatregel
C
voorzorgmaatregel
D
voorzorgsmaatregel

Slide 26 - Quizvraag

Guus Meeuwis is een ...
A
brabander
B
Brabander
C
brabant'er
D
Braband'er

Slide 27 - Quizvraag

Ik ben het niet eens met het advies ... hij gegeven heeft.
A
die
B
dat
C
wat
D
deze

Slide 28 - Quizvraag

Pieter verdient meer ...
A
dan ik
B
dan mij
C
als ik
D
als mij

Slide 29 - Quizvraag

"Wie heeft er nog een prangende vraag?", vroeg de voorzitter.
Wat is 'een prangende vraag'?
A
een logische vraag
B
een rare vraag
C
een dringende vraag
D
een vraag over een ander onderwerp

Slide 30 - Quizvraag

Die advocaat werkt soms pro Deo.
Wat betekent pro Deo?
A
gratis
B
met veel plezier
C
alleen in de weekenden
D
voor de rechter

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een diagnose?
A
een voorspelling van de ziekte
B
een vaststelling van een ziekte
C
een uitsluitsel van een ziekte
D
een onderzoek naar een ziekte

Slide 32 - Quizvraag

Wat betekent de uitdrukking: Dat geeft scheve gezichten?
A
Dat maakt anderen jaloers.
B
Anderen zullen teleurgesteld zijn.
C
Dat levert kritiek op.
D
Mensen zullen je uitlachen.

Slide 33 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
Ik vindt dat niet gek.
B
Kijk is hoe goed ik schrijf.
C
Gefeliciteerd met je verjaardag!
D
Ik ga na huis.

Slide 34 - Quizvraag

Welke zin is goed geschreven?
A
Dat gaat zowiezo niet.
B
Hij maakt lekkere groentesoep.
C
Dit is nog precies het zelfde.
D
Jip is groter als Janneke.

Slide 35 - Quizvraag

Verbeter de fout!
Schrijf alleen het foute woord goed op.
Dat gaat zowiezo niet.

Slide 36 - Open vraag

Ben je tevreden over hoe jij deze test hebt gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll