Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spellingtest
Spelling
Spelling
V1/1
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling
Spelling
V1/1
Slide 1 - Tekstslide
Welke spelling is juist?
Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word
D
werdt
Slide 2 - Quizvraag
overige spelling
Wat is de juiste spelling?
A
niveaus
B
niveau's
C
nivoos
D
nieveau's
Slide 3 - Quizvraag
Kies de juiste spelling.
Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
geboerd
Slide 4 - Quizvraag
Kies de juiste spelling.
Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.
A
beloofdt
B
beloofd
C
belooft
D
beliefd
Slide 5 - Quizvraag
Spelling
A
Je mag maar één keer een komma in een zin plaatsen
B
Hoofdletters tellen als spelfouten
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'twee'?
A
twee's
B
tweën
C
twees
D
tweeën
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'juf'?
A
jufs
B
jufen
C
juf's
D
juffen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'knie'?
A
kniën
B
knies
C
knieën
D
knie's
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het meervoud van 'cadeau'?
A
cadeau's
B
cadeauen
C
cadeaun
D
cadeaus
Slide 10 - Quizvraag
Verkleinwoorden
A
display'tje
B
displaytje
C
Displeetje
D
Displee'tje
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van
beweging?
A
bewegingkje
B
bewegingje
C
bewegingetje
D
beweginkje
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van oma?
A
oma'tje
B
omaatje
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van sms?
A
smsje
B
sms-je
C
sms'je
D
Er bestaat geen verkleinwoord van SMS
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van tiramisu?
A
tiramisuutje
B
tiramisu'tje
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van museum?
A
musea
B
museumpje
C
museumtje
D
museum'pje
Slide 16 - Quizvraag
Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?
A
kano'tje
B
kanotje
C
kanoo'tje
D
kanootje
Slide 17 - Quizvraag
verkleinwoorden
1. stemmetje is het verkleinwoord van stem.
2. blaadje is het verkleinwoord van blad.
A
1 = goed 2 = niet goed
B
1= niet goed 2 = goed
C
1 = goed 2 = goed
D
1 =niet goed 2 = niet goed
Slide 18 - Quizvraag
Verkleinwoorden
A
skietje
B
ski'tje
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verkleinwoord van:
cola?
A
colaatje
B
cola'tje
C
cola-tje
Slide 20 - Quizvraag
Verkleinwoorden
A
woningkje
B
woninkje
Slide 21 - Quizvraag
Verkleinwoorden
A
laatje
B
ladetje
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de eerste persoon meervoud
A
wij
B
jullie
C
zij
D
hij
Slide 23 - Quizvraag
Jullie shoppen
A
tweede persoon, meervoud, v.t.
B
tweede persoon, meervoud, t.t
C
tweede persoon, enkelvoud, v.t.
D
tweede persoon, meervoud, v.t.
Slide 24 - Quizvraag
Samenstellingen
A
beresterk
B
berensterk
Slide 25 - Quizvraag
Samenstellingen
A
zonnenbril
B
zonnebril
Slide 26 - Quizvraag
Samenstellingen
A
pannenkoek
B
pannekoek
Slide 27 - Quizvraag
Samenstellingen
A
koninginnensoep
B
koninginnesoep
Slide 28 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Spellingtest
Februari 2024
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Meervoud en verkleinwoorden
Januari 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Oefenen meervoud, verkleinwoorden en samenstellingen
September 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3x1 BME - Spelling blok 2 en 3
Oktober 2021
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3GT - Taalverzorging H3/6
Februari 2022
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
4H spelling: meervoud, verkleinwoorden & tussenklank
Maart 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H5 herhaling toetsstof
Juni 2023
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Spelling Blok 5 KGT jr2
Februari 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2