HAVO 3 par 8.2 groeit de economie

Paragraaf 8.2
Groeit de economie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 8.2
Groeit de economie

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 8.1
Herhalen verschil tussen productieFACTOREN en productieSECTOREN

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
  • wat is  groei van de economie (structuur, conjunctuur)
  • wat is structurele en conjuncturele werkloosheid

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel 1
wat is de groei in economie

Slide 6 - Tekstslide

Economische groei 
dat is de groei van het BBP (?)
 
de gemiddelde groei op lange termijn noemen we trendmatige groei of de trend

Slide 7 - Tekstslide

Economie op lange termijn
Structuur
dan kijk je naar de economie op lange termijn

Hoeveel wordt er in een jaar geproduceerd door bedrijven (aanbodzijde van de economie, hoeveel wordt er geproduceerd)

Slide 8 - Tekstslide

Economie op korte termijn
Conjunctuur
dan kijk je naar de economie op korte termijn
(consumeren we meer dan gaat het goed met de economie, en andersom)

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel 2
structurele en conjuncturele werkloosheid

Slide 10 - Tekstslide

Werkloosheid 
Structurele werkloosheid --> Door verandering in de productie (bijvoorbeeld door robots en machines of onjuiste diploma's).
Conjuncturele werkloosheid --> Banen die tijdelijk verdwijnen omdat de verkoop van goederen of diensten afneemt 
(de verkoop is minder bijvoorbeeld horeca tijdens corona)

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting
  • wat is groei van de economie (structuur, conjunctuur)
  • wat is structurele en conjuncturele werkloosheid

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
 8.1

Alles nakijken via het bord

8.2 
Afmaken paragraaf 8.2 opdrachten 1 t/m 23
- nakijken 5 minuten tijd
- eerder klaar lessonup vragen

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Maak de vragen in deze Lesson Up

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een economische conjunctuur?
A
Schommelingen van de economie die bepalen of het goed/slecht gaat
B
Alles dat met de economie te maken heeft
C
Hoeveelheid werkloosheid er in een land is

Slide 15 - Quizvraag

De ... werkloosheid is op korte termijn op te lossen.
A
conjuncturele
B
structurele

Slide 16 - Quizvraag

Waardoor ontstaat er structurele werkloosheid?
A
Doordat Lammert de baan van Eelco overneemt
B
Doordat een machine je baan overneemt
C
Doordat werk naar lage loon landen word verplaatst
D
Doordat de winter is begonnen

Slide 17 - Quizvraag


De gemiddelde groei van de economie noem je: ...
A
De structuur.
B
De trend.
C
De conjunctuur.
D
De recessie.

Slide 18 - Quizvraag

Voorbeeld van een structurele uitgave van de overheid is:
A
aanleg snelweg
B
extra uitgaven wegens corona
C
betalen van lonen aan ambtenaren

Slide 19 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit is....
A
Snel je werk doen
B
Productie gedaan door arbeiders
C
De productie per werkende per tijdseenheid
D
De optimale taakverdeling

Slide 20 - Quizvraag

arbeidsproductiviteit is .....
A
het aantal producten die de werknemers van een fabriek maken
B
het aantal producten die een fabriek maakt
C
het aantal producten wat gemaakt wordt
D
het aantal producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd

Slide 21 - Quizvraag

Door de zelfscankassa's zijn er steeds minder caissières nodig
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
frictiewerkloosheid
D
conjuncturele werkloosheid

Slide 22 - Quizvraag

Waardoor ontstaat er structurele werkloosheid?
A
Doordat Lammert de baan van Eelco overneemt
B
Doordat een machine je baan overneemt
C
Doordat werk naar lage loon landen word verplaatst
D
Doordat de winter is begonnen

Slide 23 - Quizvraag

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid

Slide 24 - Quizvraag