KLASSENSPRACHESchrijf de zinnen netjes op de laatste bladzijde in jouw boek.
- Ich habe mein Buch vergessen! - Ik ben mijn boek vergeten.
• Ich habe die Hausaufgaben nicht gemacht. - Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
• Haben Sie ein Blatt Papier für mich? - Heeft u een blad papier voor me?
• Auf welcher Seite finde ich die Übung? - Op welke bladzijde vind ik de oefening?
• Darf ich das Fenster aufmachen/schließen? - Mag ik het raam open doen/ sluiten?
• Ich habe eine Frage. - Ik heb een vraag.
- Was ist .... auf Deutsch? - Wat is ...... in het Duits?
- Was müssen wir machen? - Wat moeten we doen?
- Ich begreife die Aufgabe nicht. - Ik begrijp de opdracht niet.
- Können Sie bitte kurz kommen? - Kunt u aub even komen?