2.2/2.3 Over lezen + Leeservaring beschrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Nederlands Hoofdstuk: 2
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van Nederlands met een schrift. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Namen lln

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les kun je:

- de begrippen fictie en non-fictie uitleggen. 

- beoordelingswoorden gebruiken om je mening te geven over een verhaal/tekst. 

Verdiept arrangement:

Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:

Les: 2.2/2.3

blz.:  55 t/m 57

opdr.: 2 t/m 4

Mini-check

Quiz mee

Hoe noemen we een verzonnen verhaal in 1 woord?

Geef een voorbeeld van een non-fictie verhaal.

Hoe noemen we de woorden die we gebruiken om een mening te geven over een verhaal?

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

maak les 2.2/2.3, blz. 55 t/m 57, opdr. 2 t/m 4

De rest doet mee met de instructie!

4. Instructie- fictie/non fictie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

leesboek

1. Fictie
2. Non-fictie

schoolboek

1. Fictie
2. Non-fictie

musical

1. Fictie
2. Non-fictie

Serie; Goede Tijden Slechte Tijden

1. Fictie
2. Non-fictie

4. Instructie - beoordelingswoorden

Kijk en lees mee op de volgende dia. 

beoordelen = mening geven

spannend - grappig

saai - interessant

zielig - leerzaam.       Belangrijk: leg uit waarom je iets vind. 

griezelig - mooi          Gebruik hierbij de woorden: want/omdat

Ik vind het boek spannend, want er gebeuren veel onverwachte dingen. 

Wat vond je van het verhaal uit les 1?
Gebruik een beoordelingswoord en leg uit!

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 2.2/2.3, opdr. 2 t/m 4 op blz. 55 t/m 57

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: les 2.2/2.3, blz. 55 t/m 57, opdr. 2 t/m 4 --> namen lln. 

B: les 2.2/2.3, blz. 55 t/m 57, opdr. 2 t/m 4 --> namen lln. 

I: les 2.2/2.3, blz. 55 t/m 57, opdr. 2 t/m 4 --> namen lln. 

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets / lezen / woordzoeker.

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

1. Fictie
2. Non-fictie

1. fictie
2. non fictie

1. Fictie
2. Non-fictie

Ik weet het verschil tussen fictie + non-fictie

010

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................