Imparfait

L'imparfait voor 2HAVO
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

L'imparfait voor 2HAVO

Slide 1 - Tekstslide

L'imparfait

Slide 2 - Tekstslide

= Verleden tijd
Bijvoorbeeld:
ik gaf
jij had
hij deed
wij maakten
jullie liepen
zij dansten

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je de imparfait?

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: Je neemt de nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:
(donner) donnons
(rester) restons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:
(donner) donnons
(rester) restons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3: achter de stam komen de volgende uitgangen:
(Zie volgende dia)

Slide 7 - Tekstslide

"

Slide 8 - Tekstslide

Dus:
(donner)  je donnais = ik gaf
(rester)  tu restais = jij bleef
(avoir) il avait = hij had
(faire) nous faisions = wij maakten/deden
(prendre) vous preniez = jullie namen/pakten
(finir)  ils finissaient = zij eindigden

Slide 9 - Tekstslide

Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(

Slide 10 - Tekstslide

De stam van être = ét
Dus:
j'étais = ik was
tu étais = jij was
il était = hij was
nous étions = wij waren
vous étiez = jullie waren/u was
ils étaient = zij waren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Let op:
De verleden tijd van il y a =
Il y avait

il y a = er is / er zijn
il y avait = er was /er waren

Slide 13 - Tekstslide

Vertaal: Julie zong een mooi lied
A
Julie chante une belle chanson
B
Julie a chanté une belle chanson
C
Julie chantait une belle chanson
D
Julie chantais une belle chanson

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal: Wij luisterden naar de radio
A
Nous écoutons la radio
B
Nous écoutais la radio
C
Nous écoutiez la radio
D
Nous écoutions la radio

Slide 15 - Quizvraag

vertaal : Louis parlait beaucoup.
A
Louis praat veel
B
Louis heeft veel gepraat
C
Louis praatte veel
D
Louis praat veel

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de nous-vorm van het werkwoord être

Slide 17 - Open vraag

Vertaal : Luc was niet op school!
A
Luc n'est pas à l'école
B
Luc n'étais pas à l'école
C
Luc n'étions pas à l'école
D
Luc n' était pas à l'école

Slide 18 - Quizvraag

vertaal: Mijn vader speelde gitaar
A
Mon père joue de la guitare
B
Mon père jouait de la guitare
C
Mon père jouais de la guitare
D
Mon père jouions de la guitare

Slide 19 - Quizvraag

L'imparfait is:
A
de voltooid verleden tijd
B
de onvoltooid verleden tijd
C
de verleden tijd
D
de gebiedende wijs

Slide 20 - Quizvraag

vertaal: Wij hadden les.
A
Nous avions cours
B
Nous avons cours
C
Nous avaient cours
D
Nous aviez cours

Slide 21 - Quizvraag

Einde van deze les!!

Slide 22 - Tekstslide