Hersenen

Hersenen
Hersenen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
HoogbegaafdheidBasisschoolGroep 4-8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hersenen
Hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over
hersenen?

Slide 2 - Woordweb

Wat weten jullie al over de hersenen?
De hersenen zijn als een computer
De hersenen sturen alles wat we doen. Ze zijn net een superkrachtige computer die helpt met denken, bewegen, voelen en onthouden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende delen hebben je hersenen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De hersenen hebben verschillende delen
1. De grote hersenen (cortex): Dit deel helpt ons nadenken, problemen oplossen en beslissingen nemen. Het zorgt ook dat we kunnen praten en herinneringen maken.
2. Het kleine brein (cerebellum): Dit deel helpt je bewegen en zorgt ervoor dat je balans hebt.
3. De hersenstam: Dit is een belangrijk stukje dat je ademhaling en hartslag regelt, zonder dat je erover na hoeft te denken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jongens grotere hersenen dan meisjes?
A
Ja, ze zijn ook slimmer
B
ja, maar ze zijn niet perse slimmer
C
nee
D
nee, als je volwassen bent wel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk deel van je hersenen zorgt ervoor dat je kan zien?
A
je ogen, niet je hersenen
B
voor in je brein
C
achterin je brein
D
via je ogen naar het deel achterin je brein

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer zijn je hersenen volgroeid?
A
12 jaar
B
18 jaar
C
25 jaar
D
ze blijven altijd groeien

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn je hersenen altijd aan het werk?
A
ja
B
nee, wanneer ik stilzit doen ze niks
C
nee, wanneer ik iets al weet doen ze niks
D
nee, 's nachts slapen ze ook

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leren je hersenen
Elke keer dat je iets nieuws leert, zoals fietsen of rekenen, maken je hersenen nieuwe verbindingen. Deze verbindingen zijn als snelwegen tussen verschillende delen van je hersenen, waardoor je steeds beter wordt in dingen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kunnen je hersenen slimmer worden? Wat moet je daarvoor doen?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leertip

Kort leren heeft geen zin.
Lang leren ook niet
Het geheim
Leer in blokken van een half uur met steeds 10 minuten pauze.
Doe in die pauze iets wat bij je past.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen of alleen?

Werk je graag samen?
Onthoud dat je het meeste leert van het uitleggen aan een ander.
Werk je liever alleen?
Leg alles dan uit aan je computer, die luistert geduldig.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In stilte of met muziek?

Misschien kun je met muziek beter leren.
Misschien leer je beter als het 
helemaal stil is om je heen. Doe wat bij jou hoort.
Neem een cd op met je favoriete 
leermuziek.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

experiment
Experiment

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gekleurde woorden

1. Schrijf de namen van de kleuren met viltstiften in dezelfde kleuren (bijvoorbeeld het woord groen in de kleur groen)
2. Noem op in welke kleuren de letters zijn geschreven in deze lijst



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Schrijf de namen van de kleuren met viltstiften in andere kleuren (bijvoorbeeld het woord rood in de kleur blauw)







Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk je dat er gebeurt als je nu de kleuren van de woorden probeert op te noemen?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


4. Noem op in welke kleuren de letters zijn geschreven in de tweede lijst

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



5. Noem op in welke kleuren de letters zijn geschreven uit beide lijsten door elkaar

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er? Hoe denk je dat dit komt?

Slide 25 - Open vraag

Het is makkelijker om de kleur van de letters te noemen als ze de naam van dezelfde kleur spellen, omdat je dan niet hoeft te kiezen. Het is moeilijker als ze de naam van een andere kleur spellen, omdat je hersenen meer moeite moeten doen om de goede kleur te kiezen