hoofdstuk 2: tussen de oorlogen

hoofdstuk 2: tussen de oorlogen
2.1 welvaart en crisis in de v.s.
2.2 fascisme en communisme
2.3 duitsland van democratie naar dicatuur
2.4 Nederland in het interbellum
2.5 Europa, Azië en Afrika

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 2: tussen de oorlogen
2.1 welvaart en crisis in de v.s.
2.2 fascisme en communisme
2.3 duitsland van democratie naar dicatuur
2.4 Nederland in het interbellum
2.5 Europa, Azië en Afrika

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
  1. hoe de welvaart ontstond in de VS (vandaag)
  2. hoe de economische wereldcrisis ontstond (vandaag)
  3. hoe de crisis werd bestreden (volgende les)



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de jaren 1920:
  • Voor WO I was de VS al het rijkste land ter wereld
  • Voorsprong werd alleen maar groter tijdens de eerst 10 jaar van het interbellum: tijd tussen de wereldoorlogen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de jaren 1920:
  • Roaring twenties: roerige jaren '20
  • bloei van industrieel kapitalisme door snelgroeiende auto- en elektrotechnische industrie
  • werk steeds efficiënter georganiseerd
  • gebruik van de lopende band 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de jaren 1920:
  • sneller en goedkoper produceren
  • lonen omhoog, prijzen omlaag
  • meer vraag naar nieuwe producten: koelkasten, stofzuigers, strijkijzers, broodroosters
  • ontstaan van een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht. 
  • auto betaalbaar voor middenklasse in amerika.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in de jaren 1930:
oorzaken:
  • groot vertrouwen in de Amerikaanse economie.
  • Veel Amerikanen willen meeprofiteren en kopen aandelen met geleend geld (krediet)
  • weinig controle van de banken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in de jaren 1930:
beurskrach
  • 24 oktober 1929: aandelen op de belangrijkste beurs: gebouw waar aandelen worden gehandeld (Wallstreet) gaan snel omlaag. zwarte donderdag
  • beurskrach: sterke en snelle daling van aandelenkoersen op de beurs.
  • keerpunt in de geschiedenis, een belangrijke snelle verandering.
  • economische crisis (depressie): lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in de jaren 1930:
gevolgen:
  • Koersen blijven dalen
  • ontstaat een economische crisis die blijft voortduren in de jaren 1930, de Grote Depressie
  • wereldhandel stort in
  • Duizenden banken en industriële bedrijven en miljoenen boeren gaan failliet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
  • Lees de theorie van paragraaf 2.1 goed door, markeer de belangrijkste zaken in je informatieboek.
  • kan je de eerste 2 deelvragen beantwoorden in je aantekeningen boek

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat doen we vandaag?

- herhaling  directe en indirecte oorzaken economische crisis.
laatste stukje paragraaf 1.
paragraaf 1 af maken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe en indirecte oorzaken
  • Directe oorzaak: de beurskrach in New York
  • Indirecte oorzaken: 
- overproductie in de VS. Overal waren er overschotten. De markt raakte verzadigd.
-  Veel Amerikanen kopten op krediet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid grijpt in
- President Hoover: 
De overheid grijpt niet in de economie (liberaal idee).

De republikein verloor de verkiezingen voor de Democratische partij. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franklin Roosevelt

- Gekozen tot president van VS
New Deal: de overheid zou intensief bemoeien met de economie en meer uitgeven dat het binnenkreeg.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door de New Deal:
  •  werkverschaffing
  • Boeren kregen subsidie (financiële steun van de overheid).
  • De overheid ging toezicht houden op banken en industrie (vakbonden kregen meer rechten en de arbeiders meer loon).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • hoe Mussolini opkwam in Italië
  • hoe Italië een totalitaire dictatuur werd
  • hoe de de Sovjeteconomie werd ontwikkeld
  • hoe de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur werd




Slide 16 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond.
In deze paragraaf leer je hoe de oorlog begon.
Fascisme
Situatie Italië na WOI

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
Angst voor communistische revolutie.
Mussolini (journalist) = presenteert zich als 'sterke man' hiertegenover.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
Kenmerken:
  • extreem nationalistisch
  • militaristisch
  • antidemocratisch
  • totalitair

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
Oktober 1922:
Mussolini organiseert 'Mars op Rome'

Wat zou een gevolg kunnen zijn?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
Staatsideologie:
?
Indoctrinatie:
?
Persoonsverheerlijking:
?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme
Staatsideologie:
 ideeën worden systematisch door de staat opgedrongen
Indoctrinatie:
systematisch opdringen van ideeën
Persoonsverheerlijking:
uitbundig prijzen van een persoon

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies