hoofdstuk 2: tussen de oorlogen

hoofdstuk 2: tussen de oorlogen
2.1 welvaart en crisis in de v.s.
2.2 fascisme en communisme
2.3 duitsland van democratie naar dicatuur
2.4 Nederland in het interbellum
2.5 Europa, Azië en Afrika

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

hoofdstuk 2: tussen de oorlogen
2.1 welvaart en crisis in de v.s.
2.2 fascisme en communisme
2.3 duitsland van democratie naar dicatuur
2.4 Nederland in het interbellum
2.5 Europa, Azië en Afrika

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
  1. hoe de welvaart ontstond in de VS (vandaag)
  2. hoe de economische wereldcrisis ontstond (vandaag)
  3. hoe de crisis werd bestreden (volgende les)



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de jaren 1920:
  • Voor WO I was de VS al het rijkste land ter wereld
  • Voorsprong werd alleen maar groter tijdens de eerst 10 jaar van het interbellum: tijd tussen de wereldoorlogen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de jaren 1920:
  • Roaring twenties: roerige jaren '20
  • bloei van industrieel kapitalisme door snelgroeiende auto- en elektrotechnische industrie
  • werk steeds efficiënter georganiseerd
  • gebruik van de lopende band 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart in de jaren 1920:
  • sneller en goedkoper produceren
  • lonen omhoog, prijzen omlaag
  • meer vraag naar nieuwe producten: koelkasten, stofzuigers, strijkijzers, broodroosters
  • ontstaan van een consumptiemaatschappij: een samenleving waarin veel consumptiegoederen worden gekocht. 
  • auto betaalbaar voor middenklasse in amerika.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in de jaren 1930:
oorzaken:
  • groot vertrouwen in de Amerikaanse economie.
  • Veel Amerikanen willen meeprofiteren en kopen aandelen met geleend geld (krediet)
  • weinig controle van de banken.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in de jaren 1930:
beurskrach
  • 24 oktober 1929: aandelen op de belangrijkste beurs: gebouw waar aandelen worden gehandeld (Wallstreet) gaan snel omlaag. zwarte donderdag
  • beurskrach: sterke en snelle daling van aandelenkoersen op de beurs.
  • keerpunt in de geschiedenis, een belangrijke snelle verandering.
  • economische crisis (depressie): lange tijd van economische achteruitgang en werkloosheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crisis in de jaren 1930:
gevolgen:
  • Koersen blijven dalen
  • ontstaat een economische crisis die blijft voortduren in de jaren 1930, de Grote Depressie
  • wereldhandel stort in
  • Duizenden banken en industriële bedrijven en miljoenen boeren gaan failliet

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
  • Lees de theorie van paragraaf 2.1 goed door, markeer de belangrijkste zaken in je informatieboek.
  • kan je de eerste 2 deelvragen beantwoorden in je aantekeningen boek

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat doen we vandaag?

- herhaling  directe en indirecte oorzaken economische crisis.
laatste stukje paragraaf 1.
paragraaf 1 af maken.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe en indirecte oorzaken
  • Directe oorzaak: de beurskrach in New York
  • Indirecte oorzaken: 
- overproductie in de VS. Overal waren er overschotten. De markt raakte verzadigd.
-  Veel Amerikanen kopten op krediet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid grijpt in
- President Hoover: 
De overheid grijpt niet in de economie (liberaal idee).

De republikein verloor de verkiezingen voor de Democratische partij. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franklin Roosevelt

- Gekozen tot president van VS
New Deal: de overheid zou intensief bemoeien met de economie en meer uitgeven dat het binnenkreeg.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door de New Deal:
  •  werkverschaffing
  • Boeren kregen subsidie (financiële steun van de overheid).
  • De overheid ging toezicht houden op banken en industrie (vakbonden kregen meer rechten en de arbeiders meer loon).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat gaan we doen vandaag
herhaling?
uitleg eerste 2 leerdoelen 2.2

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • hoe Mussolini opkwam in Italië
  • hoe Italië een totalitaire dictatuur werd
  • hoe de de Sovjeteconomie werd ontwikkeld
  • hoe de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur werd




Slide 17 - Tekstslide

In deze paragraaf leer je wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond.
In deze paragraaf leer je hoe de oorlog begon.
Fascisme
Situatie Italië na WOI
- Veteranen (oud soldaten) ontevreden. Wilden meer land. 
- kwamen o.l.v. Mussolini in opstand en gingen gebieden veroveren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fascisme: politieke beweging met de volgende kenmerken:

Kenmerken:
  1. extreem nationalistisch
  2. militaristisch
  3. antidemocratisch
  4. totalitair: overheid bepaald alle aspecten van het leven. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dictatuur in Italië
Oktober 1922:
Mussolini organiseert 'Mars op Rome'
dreigde met geweld als hij niet meer macht zou krijgen. 

politici gingen akkoord omdat ze dachten dat ze Mussolini wel aan komende

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dictatuur in Italië
Mussolini grijpt de macht
- terreur
- eenpartij staat
- staatsideologie
- indoctrinatie: systematisch opdringen van ideeën.
- persoonsverheerlijking: uitbundig prijzen van een persoon. 


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Hoe?
maak de vragen van 2,2
Waar?
in je werkboek
weektaak: alle opdrachten van 2.2
Zelfstandig werken
Rood
Stil
Oranje
Fluisteren
Groen
Overleggen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je: 
  • Hoe de Sovjeteconomie werd ontwikkeld
  • Hoe de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur werd

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Sovjeteconomie
1924 overlijden Lenin      Stalin aan de macht

1928 = 1ste vijfjarenplan
planeconomie: overheid bepaald wat en hoeveel er geproduceerd word.

gevolg:
Boeren werden fabriekswerkers
Land inleveren en werken in Kolchozen= collectieve boerderijen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de sovjet economie
Collectivicatie = samenvoeging privé boederijen

gevolg
Boeren: verstoppen eten, slachten dieren, opstanden
Stalin: geeft rijke boeren (koelakken) de schuld
Communisten: vermoorden en deporteren miljoenen boeren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictatuur in de Sovjet-Unie
  • Miljoenen mensen naar Gulags
  • Bevolking is gehoorzaamd uit angst
  • 1936-1938 = grote zuivering 
  • Geheimedienst en neprechtzaken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dictatuur in de SU
- Propaganda 
- vadertje Stalin zorgt voor welzijn: dat het goed gaat met de bevolking
Stalinisme =  variant van Communisme + onderdrukking + persoonsverheerlijking
Kapitein van de Sovjet-Unie leidt ons van de ene overwinning naar de andere

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Hoe?
maak de vragen van 2,2
Waar?
in je werkboek
weektaak: alle opdrachten van 2.2
Zelfstandig werken
Rood
Stil
Oranje
Fluisteren
Groen
Overleggen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   §3.2 Duitsland van democratie naar dictatuur

deze week: paragraaf 3: van democratie naar dictatuur.
les 1: politieke en economische problemen
les 2: opkomst van hitler

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke problemen:
Democratie:
  • Nieuw parlement, de Rijksdag.
  • Vergadert in Weimar, in Berlijn wordt gevochten.
  • Eerste Duitse democratie wordt de Weimarrepubliek genoemd: 1918/1919- 1933.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke problemen:
Opstand:
  • 5 januari 1919: Communistische opstand.
  • Leger wordt ingezet.
  • Meer dan 1200 doden door geweld tussen links en rechts groepen
  • links: in de politiek vooruitstrevend.
  • rechts: in de politiek conservatief, voor sterke leiders.
  • Blijft onrustig, het lukt de regering niet om te zorgen voor orde en veiligheid.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke problemen:
Vrede van Versailles:
  • Slecht voor het vertrouwen van de bevolking in de democratie.
  • Antidemocratische generaals en politici spreken over de dolkstootlegende. Veel Duitsers geloven dit. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische problemen:
De Duitse Mark:
  • Weinig zekerheid over de waarde, economische crisis.
  • inflatie:  geld wordt steeds minder waard.
  • 1923: inflatie wordt rampzalig.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische problemen:
Inflatie gevolgen: 
  • Lange rijen voor winkels.
  • Voedsel tekorten
  • Hongerdoden

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische problemen:
Tijdelijke welvaartsgroei: tot 1929
  • Nieuwe Duitse Mark, duizend miljard keer zoveel waard als de oude. (eind 1923)
  • Hulp van Amerika, Duitse banken krijgen Amerikaanse leningen in 1924
  • Verlaging herstelbetalingen door de geallieerden.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economische problemen:
1929: Economische wereldcrisis:
  • Armoede en werkloosheid keren terug.
  • Duitsland extra hard getroffen omdat het afhankelijk was van Amerikaanse leningen die nu wegvielen.
  • Eind 1932: 30 % van de Duitse bevolking werkloos..

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les 2:De opkomst van Hitler
herhaling video


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen 
  • waarom en op welke manier Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam.
  • hoe duitsland een totale dictatuur werd

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblik
- Steeds als het slechter gaat met de Weimar Republiek winnen de nazi's aan populariteit.

Wij gaan kijken vanaf 1929 (Beurskrach)

Nazi's zijn aanhangers van de NSDAP.

Maar wat precies vonden de nationaalsocialisten nu? 
en waarom werden ze zo populair? 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden de nazi's eigenlijk? 

  1. Antidemocratisch -> één volk, één land, één leider
  2. Alle Duitsers (taal) in één Duitsland verenigen (nationalisme)
  3. Verheerlijking oorlog 
  4. Rassenleer --> übermenschen versus üntermenschen 
  5. antisemitisch

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ariërs (übermenschen)
- Sterk. blond, blauwe ogen en groot

 
- De nazi's geloofde dat Ariërs de oorspronkelijke inwoners waren
van Noord-Europa en daarom superieur waren aan alle andere volken. (Germaanse volken)  


- Er was een rangorde in rassen volgens de Nazi-theorie

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rassenleer nazisme
1. de Ariërs afstammelingen van de Germaanse volken

2. ere-Ariërs: Italianen, Koreanen, Japanners en bepaalde personen.

3. Frankrijk, Spanje, Griekenland en Portugezen. weliswaar Europees maar minderwaardig aan de Germaanse volken

4.  De rest van de wereld was ondergeschikt aan de nazis

5. De joden/zigeuners. (gezien als ras) Weliswaar ondergeschikt maar ook erg gevaarlijk. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

begrippen:
nationaalsocialisme: antidemocratische, totalitaire, gewelddadige, extreem nationalistische en racistische politieke beweging

nazi's: afkorting van nationaal socialist


rassenleer: onjuiste theorie over verschillen tussen mensenrassen



Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hitler aan de macht
1929 Beurskrach --> werkeloosheid stijgt in de Weimar Republiek. 

Hitlers propaganda : 
Heinrich Hoffmann
Hitler werkt hard aan zijn propaganda.
- Speeches, foto's, posters, 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictauur in Duitsland
- 1932: NSDAP grootste partij maar geen meerderheid. Hitler word rijkskanselier.
- Hitler schreef nieuwe verkiezingen uit.
- 3 weken later, word de rijksdag in Brand gezet, communist, marinus van der Lubbe  word opgepakt.
- bij nieuwe verkiezingen mogen communisten niet meedoen, maar voor de NSDAP nog geen meerderheid (44% stemmen)





Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtigingswet 
- 1933 : Machtigingswet Als het land in crisis is, is het beter één iemand voor een korte periode alle macht te geven.

1933 -> Hitler heeft alleen macht over Duitsland 
en verbied alle andere politieke partijen.

tegenstanders worden geïntimideerd (bang gemaakt)

vanaf nu Duitsland regime (ondemocratische regering) en  totalitaire staat



Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda onder Hitler!

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Oorlogsindustrie


Werkeloosheid verdween doordat Hitler opdracht gaf aan de oorlogsindustrie om wapens en andere militaire producten te maken. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies