Schaakles 1, groep 2.

Schaakles 1, groep 2.
Donderdag 20 februari 2025, 
Warmenhuizen.
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 7 min

Onderdelen in deze les

Schaakles 1, groep 2.
Donderdag 20 februari 2025, 
Warmenhuizen.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom allemaal!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Alle onderdelen van het mooie schaakspel komen in de 3 avonden aan bod:
- de opening
- het middenspel
- het eindspel            

Slide 4 - Tekstslide

DE OPENING
Hiervoor put ik uit dit boek:
Je herkent het woord 'stap' 
het stappenplan, waarmee de jeugd 
al vele jaren leert schaken. 
Ook voor oudere jeugd goed geschikt, hoor.
Laten we hoofdstuk 5, 
de 3 gouden regels van de opening,
eens nader bekijken.

Slide 5 - Tekstslide

Nogmaals de 3 gouden regels van de opening:
1.  pion(nen) in het centrum (eentje is genoeg)
2. alle(!) stukken ontwikkelen
3. de koning veilig, dus rokeren!

Slide 6 - Tekstslide

Soms wordt deze regel toegevoegd:
4. Ontwikkel eerst de paarden en dan pas de lopers.
Vraag:   Waarom zou dit zijn?

Slide 7 - Tekstslide

Deze regel voeg ik zelf graag toe:
5. speel niet meer dan 1 x met hetzelfde stuk in de opening
     Te vaak gebeurt het dat een speler dan wel 2 of 3 stukken
     in het spel heeft gebracht, maar hiermee dan verder gaat,
     ipv de overige figuren een goede plaats te geven.
     Een uitzondering op die regel zien we in de volgende slides.

Slide 8 - Tekstslide

Een voorbeeld uit de 
dagelijkse praktijk:
Zwart heeft keurig eerst 
zijn paarden ontwikkeld.
Wit niet, maar die heeft wel ineens een gevaarlijke uitval.
Opgave:       Welke?

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord:
- de paarden kun je al spelen
   zonder maar pion te hebben verzet!
- de lopers kunnen vaak naar meerdere velden
  , kijk hiernaast maar: Lf1-c4 of Lf1-b5
- de paarden staan meestal het beste op c3, f3, c6 en f6: de natuurlijke velden voor de paarden.

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord:
Pf3-g5 met aanval op 
het zwakke punt f7!

Slide 11 - Tekstslide

Veiliger voor zwart is dus wel:

3..Lf8-c5 ipv 3..Pg8-f6
is wel aan te raden dus.
Opgave: 
Waarom is dit veiliger dan 3..Pf6 ?

Slide 12 - Tekstslide

Veiliger voor zwart is dus wel:

3..Lf8-c5 ipv 3..Pg8-f6
is wel aan te raden dus.
Antwoord:
Na 3..Lf8-c5 kost 4.Pf3-g5 een stuk:
4..Dd8xg5 kassa!

Slide 13 - Tekstslide

Nu nog een fragment uit een echte partij!

Slide 14 - Tekstslide

Beantwoord deze vragen:
1. Wie staat er beter voor en waarom?
2. Wat valt je op aan de opstelling van de 
    stukken van beide partijen?

Slide 15 - Tekstslide

Mogelijke antwoorden:
1. Wit, want zijn stukken staan vrijer en
    actiever opgesteld. Hij is wat verder in de
    ontwikkeling, want zwart heeft nog niet gerokeerd en
    Pb8 staat nog op stal.
2. Wit: de stukken kunnen zich vrij bewegen. De torens ook en 
   ze zijn met elkaar verbonden. Vooral een paardensprong naar 
  b5 zal het zwart lastig maken.

Slide 16 - Tekstslide

In zowel Opening, Middenspel als Eindspel heb je te maken met het volgende:
De uitvoering   van 'alles wat voorbij komt' in je schaakpartij van die avond of middag.
Nu kijken we naar bijzondere TACTISCHE verschijnselen, te beginnen met
MAT GEVEN!

Slide 17 - Tekstslide

Mat geven in de Opening- is dat mogelijk?
Soms wel, zoals we gaan zien! Maar eerst een plaatje over een lief pionnetje...

Slide 18 - Tekstslide

Maar schaken 
heeft ook veel gemeen 
het 'gewone leven'!
Dat kun je op de volgende slide zien.
ee

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Deze stelling is bereikt na de zetten:
1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.Lc4 a6 4.Pc3
Wit heeft al 3 stukken ontwikkeld en deed alleen
pionzetten. Daarom sppelt hij nu zijn loper naar
g4 en pent tevens Pf3. Da's heel wat, maar toch is die zet fout.
Er volgde een koude douche!
Wit nam de pion op f3 met het P van f3, waarna zwart de witte dame nam.
OPGAVE: Probeer eens te bedenken hoe zwart nu spoedig mat werd gezet!

Slide 21 - Tekstslide

Hierboven zie je 3 belangrijke stellingen uit het korte partijtje:
Probeer eens uit je hoofd mee te 'spelen':
1.e4 e5 2.Pf3 d6 3.Lc4 a6 4.Pc3 Lg4  is stelling 1.
5.Pe5:!          is stelling 2.
5..Ld1: 6.Lf7:+ Ke7 7.Pd5 mat! Dit is weer een plaatje waard: stelling 3.

Slide 22 - Tekstslide

Opgave: Toen wit Pf3xe5 speelde,
was er niet een betere zet voor zwart dan
Lg4xd1 ?
Bedenk een sterkere zet voor zwart na Pf3xe5.
Probeer ook de stellingt die dan ontstaat
te taxeren. 
Wie staat er dan beter en waarom?

Slide 23 - Tekstslide

Oplossing: Zwart HOEFT de dame niet te slaan(!) en speelt veel beter:   d6xe5. Wit speelt dan Dd1xg4  - zie de rechter stelling.
Zwart heeft nu een pion 
verloren, maar staat 
tenminste niet mat!
Hij gaat bijv. verder met Pg8-f6
waarna de witte dame weg moet,
wat tijd kost.

Slide 24 - Tekstslide

Nóg een vroege kortsluiting in de opening.
Nu niet met mat als gevolg, maar heel andere ellende.
Na deze 3 zetten is de
stelling hiernaast ontstaan:
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pc3 Pf6
Vervolgens pent 
met 4.Lg5 het P op f6.
Zwart steunt het P van f6 nog eens met de wat onhandige zet 4..Pb8-d7.

Slide 25 - Tekstslide

Vraag: waarom is Pb8-d7 'onhandig'?

Slide 26 - Tekstslide

Antwoord: het paard op d7 staat de loper van c8 in de weg.
ook Dd8 trouwens...

Slide 27 - Tekstslide

Nu volgt een grote verrassing: wit ruilt eerst op d5 een pion en slaat daarna met zijn paard de pion op d5! 
OPGAVE:       Is dat zomaar goed? Zoek eens waarom waarom (niet).

Slide 28 - Tekstslide

'Stukje van de oplossing':
Zwart trekt zich niets van de penning aan en speelt tóch Pf6xd5 !
 OPGAVE:  Probeer het logische vervolg eens te vinden. Hoe staat het dan?

Slide 29 - Tekstslide

OPLOSSING -compleet-       Er volgde:
Pc3xd5 Pf6xd5! Lg5xd8 (Damewinst, jaja) Lf8-b4+ (ook Damewinst!!) Dd1-d2 
(moet wel) en zwart blijft ten slotte EEN STUK VOOR!! (Zo slecht was Pb8-d7 toch niet...)

Slide 30 - Tekstslide

Regelrechte tractatie:
we gaan nu aan geheugentraining doen!

Slide 31 - Tekstslide

Wie kijkt er weleens naar de Geheugentrainer?

Slide 32 - Tekstslide

Waarom? Schaken heeft ook met onthouden te maken. (Ook al is het niet het belangrijkste.)
Werkwijze:
- je krijgt een kaartje met een stelling erop van mij (nog niet omdraaien)
- je mag het kaartje omdraaien en bekijken
- gedurende 1 minuut prent je je de stelling in
- je draait het kaartje weer om en
- je zet de stelling uit je hoofd zo goed mogelijk op
- ten slotte de check hoeveel stukken je goed hebt neergezet

Slide 33 - Tekstslide

Hiervoor gebruiken we het boek hieronder.
Overigens zijn veel stellingen hieruit NIET voor beginners!
Je gaat zelf enige van de opgaven oplossen.
Maar eerst oefenen we samen enkele 
van de vele oefenstellingen
uit dit mooie schaakboek.
Nu is het echter tijd voor een grapje!
Ditmaal krijgt het paard alle aandacht.

Slide 34 - Tekstslide


Ook nog een 
Nederlands grapje?
Komt voor mekaar.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Let's do some mate in ones!!

Slide 37 - Tekstslide

Zoals deze 
3 stellingen
ga je er, in je eigen tempo,
nog een aantal oplossen. Veel plezier ermee! 
Op blz. 7 beginnen de opgaven. De antwoorden staan op blz. 125.
Je kunt dus meteen kijken of je het goed hebt. Maar bedek dan de volgende oplossing, want
anders weet je het antwoord al. Je kunt er ook enkele tegelijk nakijken.

Slide 38 - Tekstslide

De laatste tijd wordt er flink gemorreld aan de manier waarop we al zo lang schaak spelen.
Hebben jullie enig idee wat ik hiermee bedoel?

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Het eindspel.
Vraag: Wat vind je karakteristiek voor de eindspelfase
van het schaakspel? 

Slide 41 - Tekstslide

Antwoorden:
- weinig stukken over
- de rol van de koning wordt groter(!)
- het resultaat begint zich nader af te tekenen

Slide 42 - Tekstslide

Matzetten van de koning alleen door de dame.
Ik nodig je uit om, met zwart spelend,
mijn koning mat te zetten.
Dit is de beginstelling.

Slide 43 - Tekstslide

Volgende uitnodiging:
Zet mijn koning maar eens mat 
met koning plus toren!   
Dit is de beginstelling.    

Slide 44 - Tekstslide

Terugblik:
Deze training is bijna om en ik kijk graag even terug met je.
- wat 'neem je mee' van vanavond (wat was nuttig of
   verrassend of beide, o.i.d.)
- ben je tevreden over deze avond?
- miste je iets?

Slide 45 - Tekstslide

De volgende training is op donderdag 20 maart.
Bedankt voor je aandacht en inzet.
Wel thuis en tot de volgende keer!

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide