➢ De reis door je hoofd langs drie haltes
De signalen in de boodschap van de ander maken als het ware een reis door je hoofd. De signalen doen hierbij drie ‘haltes’ aan. Bij elke halte gebeurt er iets met dat signaal. Wat er bij elke halte gebeurt, bepaalt hoe je reageert op de ander.
Halte 1: Levensarchief
De eerste halte is een bezoek aan je eigen ‘levensarchief’. Hierin zijn alle herinneringen opgeslagen aan alles wat je in je privéleven en op je werk hebt meegemaakt, gedaan of geleerd. Je levensarchiefkast bestaat uit vele laden en laatjes. In elke lade zit een stukje informatie opgeslagen uit je verleden, een ‘herinnering’ aan wat je hebt meegemaakt, gedaan of geleerd in je werk of privéleven. Je levensarchiefkast maakt geen verschil tussen privé- en werkherinneringen. Je levensarchiefkast is wél onderverdeeld in twee delen: je ‘bewustzijn’ en je ‘onbewustzijn’.
• In de laden van het bewustzijn zitten de herinneringen aan gebeurtenissen of ervaringen die je paraat hebt: je kunt ze oproepen door er aan te denken. In deze laden zitten ook grotendeels de kennis uit je opleiding en je werkervaring, maar ook je ‘privé-herinneringen’ aan gebeurtenissen of personen.
• In de laden van je onbewustzijn zitten herinneringen aan gebeurtenissen of ervaringen die je ‘vergeten’ was of nooit bewust hebt weggeborgen. Dat kunnen privé-gebeurtenissen zijn, maar ook ervaringen opgedaan in je opleidingen en werk. Je kunt deze herinneringen niet zomaar oproepen; ze kunnen je in een keer ‘te binnen schieten’ en soms verrassen.
Het signaal opent bij deze halte een of meer laden uit je bewustzijn én uit je onbewustzijn. Het roept een herinnering op, informatie die je nodig hebt om te kunnen reageren op de signalen in de boodschap van de ander. Dat kan informatie zijn die je hebt geleerd tijdens je opleiding, in je werk of je privéleven; dat is de kennis die je hebt, dat wat je weet. Maar het kan ook een herinnering zijn aan wat je – privé of in je werk - hebt meegemaakt of gedaan.
Halte 2: ‘Gedachten en gevoelens’
Iedere lade die bij de halte ‘Levensarchief’ geopend wordt, roept een herinnering op. Die herinneringen roepen gedachten en gevoelens op. Die hebben te maken met jouw persoonlijke en werkervaringen en de emoties die je had bij die ervaringen. Die gedachten en emoties kunnen aangenaam of minder aangenaam zijn. Dit is afhankelijk van hoe die ervaringen zijn geweest én zijn opgeslagen. Bij deze halte voeg je je eigen associatie of beleving toe aan het signaal. Een associatie of beleving die voortkomt uit alles wat je in je leven hebt meegemaakt, gedaan en geleerd, in je werk of privé. Bij deze halte vorm je ook jouw oordelen, meningen en aannames die gebaseerd zijn op je eigen ervaringen en emoties. Die oordelen, meningen en aannames kunnen juist zijn, maar ook net zo goed niet.
Halte 3: ‘Interne reactie’
De (bewust én onbewuste) informatie bij de halte ‘Levensarchief’ én de associaties en beleving bij de halte ‘Gedachten en gevoelens’, bepalen hoe je gaat reageren op de boodschap van de ander: dat is je ‘interne reactie’. Deze interne reactie is niét de boodschap die je gaat zenden: je zit nog steeds ‘in je hoofd’. Die interne reactie is niet alleen gebaseerd op de signalen van de zender, maar ook op wat er uit je levensarchiefkast naar boven komt, wat je weet (je kennis en ervaring) en wat je daarbij denkt en voelt. De manier waaróp je je die interne reactie bewerkt (codeert) bepaalt welke boodschap je zendt aan de ander.
➢ Van interne reactie naar een boodschap
De signalen uit de boodschap van de ander maken een reis door je hoofd. Tijdens die reis zijn je kennis, gedachten, gevoelens (en soms ook emoties) toegevoegd. Samen vormen ze je interne reactie. Je bent nu zover om je interne reactie te coderen, te bewerken tot een passende boodschap aan de ander. Hóe je dat doet, maakt of je al dan niet een goed gesprek hebt en of je professioneel communiceert. Soms zijn de gedachten en gevoelens op de herinneringen uit je levensarchiefkast zo heftig of zo dominant, dat je alleen maar daar aan kunt denken. Je kunt niet meer goed nadenken over de signalen van de ander en hoe je daarop wilt reageren. Je interne reactie wordt dan teveel ‘gekleurd’ of ‘ingevuld’ door jouw gedachten en gevoelens. Vooral emoties kunnen je interne reactie behoorlijk kleuren of invullen. Je kunt dan niet meer goed reageren en een ‘passende’, professionele boodschap verzenden.
Om professioneel te communiceren, zorg je dat je niet alleen reageert op basis van de gedachten en emoties die er in je hoofd opkomen door de signalen van de ander. Je denkt ook aan wat de ander nodig heeft of verwacht én wat jij zelf aan kan. Je neemt ook de kennis en ervaring uit je opleidingen, je werk, het beleid en de visie van je organisatie en de verschillende wettelijke kaders mee. Dan reageer je professioneel. Eerst regie nemen dan pas een boodschap verzenden Professioneel communiceren, betekent dat je de regie neemt over je interne reactie vóórdat je jouw boodschap zendt, zeker als je teveel ‘geraakt’ bent door je eigen gedachten, gevoelens of emoties. In het hoofdstuk ‘Doelgericht en professioneel communiceren’ gaan we verder in op hoe je de regie neemt over je interne reactie en over het gesprek.