Les 11: Metonymie

Welkom!
Wat gaan we vandaag doen?
  • Materiaalcheck: op je tafel heb je je schrift, lesboek en leesboek.
  • Ik ga veel vragen van jullie vermogen om abstract te denken: we gaan starten met beeldspraak. Aan het einde van deze les ken je metonymie, vergelijking en metafoor.
  • Als er tijd over is, doen we een Kahoot.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat gaan we vandaag doen?
  • Materiaalcheck: op je tafel heb je je schrift, lesboek en leesboek.
  • Ik ga veel vragen van jullie vermogen om abstract te denken: we gaan starten met beeldspraak. Aan het einde van deze les ken je metonymie, vergelijking en metafoor.
  • Als er tijd over is, doen we een Kahoot.

Slide 1 - Tekstslide

Even checken
Leg je lesboek, schrift en leesboek op tafel.
Leg je handleiding ww-spelling en oefeningen open.

Slide 2 - Tekstslide

Metonymie
Beeldspraak is een veel voorkomend en alledaags verschijnsel in taal. We gebruiken het allemaal. Doorgronden wat het exact is, is wat lastiger: het is er in vele vormen.

Vandaag is specifiek de vorm metonymie aan de beurt.

Voor we ons boek openen, kijken we eerst een filmpje met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Metonymie
We hebben in het filmpje kennis gemaakt met meerdere vormen van beeldspraak:
  • Personificatie
  • Metafoor
  • Vergelijking
  • Metonymie
De eerste drie volgen later, we starten met metonymie.

Metonymie draait om een relatie tussen beeld en object.

Beeld (metoniem): hetgeen wat in de zin zelf staat.   
Object: wat er daadwerkelijk bedoeld wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Metonymie
  • Lees nu de theorie op blz. 88.
  • Maak individueel opdracht 1.
  • Klaar? Lees even.


timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Leestijd
We gaan 15 minuten lezen uit het leesboek voor de fictieopdracht.

Geen boek? Ik heb een extra oefening ww-spelling voor je.
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijking en metafoor
In het filmpje zagen we ook een vergelijking en een metafoor.

Vergelijking
Een vergelijking herken je vaak aan "Zo [...] als [...]." De vergelijking wordt actief uitgesproken: "Zo gierig als een Nederlander".

Metafoor
Een vergelijking die niet actief uitgesproken wordt en waarbij de relatie tussen
object en beeld niet bestaat. "Zij doorbreekt het glazen plafond".

Slide 8 - Tekstslide

Vergelijking en metafoor
Maak nu opdracht 2 op blz. 89.

Krijg je dit niet af? Dan wordt het huiswerk.

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
  • We hebben kennis gemaakt met beeldspraak en kent het verschil tussen metonymie, metafoor en vergelijking.
  • Je snapt dat metonymie berust op een relatie tussen wat echt gezegd wordt en wat bedoeld wordt en dat bij een metafoor die relatie ontbreekt.
  • Huiswerk? Opdracht 2 op blz. 89.


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link