2023 P 4 L 2 basis medicatie

                                      Medicatie 
                                      
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeBeroepsopleiding

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

                                      Medicatie 
                                      

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Wie heeft welke verantwoordelijkheid?
  • Hoe wordt medicatie bewaard
  • De regel van 5
  • Dubbelcheck
  • Bijwerkingen
  • Vormen van medicatie
  • Zelfzorgmedicatie
  • MIK-formulier
  • Praktijk
  • Thieme Meulenhoff

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Gewenning bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie geven is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Verslaving bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 6 - Quizvraag

angst, hoofd- en spierpijn, slapeloosheid, rusteloosheid, irritatie, hartkloppingen, trillen en transpireren.
Welke twee medicijnen worden vaak genoemd als verslavend?
(meerdere antwoorden zijn goed)

.




Welke twee medicijnen worden vaak genoemd als verslavend?



A
Antibiotica, bijvoorbeeld penicilline
B
Laxerende middelen, bijvoorbeeld Bisacodyl.
C
Kalmerende middelen, bijvoorbeeld valium.
D
Slaapmiddelen, bijvoorbeeld Oxazepam.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cumulatie bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

                                      Medicatie 
                                      

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat was de regel van 5?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke medicatiefouten worden er veel gemaakt?
(meerdere antwoorden mogelijk
A
te laat gegeven
B
verkeerde cliënt
C
te hoge of lage doseringen
D
verkeerde combinaties

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als eerste als er een medicatiefout is gemaakt?
A
Melden bij leidinggevende
B
MIC invullen
C
Huisarts/art raadplegen
D
Onderzoeken waarom het fout gegaan is

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bewaren van medicijnen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

risico's van medicijnen
bijwerkingen
cumulatie
interactie
verslaving
gewenning

Slide 21 - Tekstslide

cumulatie=stapeling
interactie=wisselwerking bv astma en bloeddrukverlagers-tegengestelde werking
gewenning=tolerantie voorbeeld: neusspray

Welke bijwerkingen van medicijnen ken je?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen antidepressiva 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen antipsychotica

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOEDIENLIJST

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Baxterrol

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk middel of medicijn hoort volgens jou niet thuis in de huisapotheek van een organisatie in de gehandicaptenzorg?






A
Betadine
B
Rennies
C
Slaapmiddelen
D
Pijnstillers (paracetamol)

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Melden incidenten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staat de afkorting MIC voor?
A
Melding Incident Cliënt
B
Melding incident medewerker
C
Medicatie fout
D
Microfoon

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De praktijk

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

www.apotheek.nl/zorg-van-de-apotheker/juist-medicijngebruik-is-van-levensbelang/oogdruppels-toedienen
zoek met je groepje op: 
  1.  twee indicaties voor toedienen
  2.  de uitleg voor de cliënt
Leg het aan de klas uit
         maak 3 groepjes

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 7 H 29  opdracht 3, 4, 5, 6

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 7 H 29  opdracht 3, 4, 5, 6

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies