Medicatie les 1 + oog- neus- oordruppel

                                      Medicatie 
                                      
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeBeroepsopleiding

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

                                      Medicatie 
                                      

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
  • Wie heeft welke verantwoordelijkheid?
  • Hoe wordt medicatie bewaard
  • De regel van 5
  • Dubbelcheck
  • Bijwerkingen
  • Vormen van medicatie
  • Zelfzorgmedicatie
  • MIK-formulier
  • Praktijk
  • Thieme Meulenhoff

Slide 2 - Tekstslide

Wat is Gewenning bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 3 - Quizvraag

Medicatie geven is een
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handeling

Slide 4 - Quizvraag

Wat is Verslaving bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 5 - Quizvraag

Welke twee medicijnen worden vaak genoemd als verslavend?
(meerdere antwoorden zijn goed)

.




Welke twee medicijnen worden vaak genoemd als verslavend?



A
Antibiotica, bijvoorbeeld penicilline
B
Laxerende middelen, bijvoorbeeld Bisacodyl.
C
Kalmerende middelen, bijvoorbeeld valium.
D
Slaapmiddelen, bijvoorbeeld Oxazepam.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is cumulatie bij medicatie?
A
Je hebt meer nodig voor het zelfde effect
B
Ophoping van de medicatie
C
Je kan niet meer zonder het medicijn
D
je krijgt last van een vreemde werking

Slide 7 - Quizvraag

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 8 - Quizvraag

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 9 - Quizvraag

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 10 - Quizvraag

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Juiste tijd
Juiste persoon
Juiste medicijn
Juiste dosering
Juiste toedieningswijze

Slide 13 - Tekstslide

welke medicatiefouten worden er veel gemaakt?
(meerdere antwoorden mogelijk
A
te laat gegeven
B
verkeerde cliënt
C
te hoge of lage doseringen
D
verkeerde combinaties

Slide 14 - Quizvraag

Wat doe je als eerste als er een medicatiefout is gemaakt?
A
Melden bij leidinggevende
B
MIC invullen
C
Huisarts/art raadplegen
D
Onderzoeken waarom het fout gegaan is

Slide 15 - Quizvraag

bewaren van medicijnen

Slide 16 - Tekstslide

risico's van medicijnen
bijwerkingen
cumulatie
interactie
verslaving
gewenning

Slide 17 - Tekstslide

Welke bijwerkingen van medicijnen ken je?

Slide 18 - Tekstslide

Bijwerkingen antidepressiva 

Slide 19 - Tekstslide

Bijwerkingen antipsychotica

Slide 20 - Tekstslide

TOEDIENLIJST

Slide 21 - Tekstslide

Baxterrol

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welk middel of medicijn hoort volgens jou niet thuis in de huisapotheek van een organisatie in de gehandicaptenzorg?






A
Betadine
B
Rennies
C
Slaapmiddelen
D
Pijnstillers (paracetamol)

Slide 26 - Quizvraag

Melden incidenten

Slide 27 - Tekstslide

Waar staat de afkorting MIC voor?
A
Melding Incident Cliënt
B
Melding incident medewerker
C
Medicatie fout
D
Microfoon

Slide 28 - Quizvraag

Vragen?

Slide 29 - Tekstslide

De praktijk

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Tekstslide

Thema 7 H 29  opdracht 3, 4, 5, 6

Slide 35 - Tekstslide