NN6 1hv Spelling hf.6 - werkwoorden

WELKOM
> Open Nieuw Nederlands, Spelling hf.6 - werkwoorden
Leerdoelen: 
  • Ik kan de verschillende werkwoordsvormen herkennen en benoemen
  • Ik kan verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELKOM
> Open Nieuw Nederlands, Spelling hf.6 - werkwoorden
Leerdoelen: 
  • Ik kan de verschillende werkwoordsvormen herkennen en benoemen
  • Ik kan verschillende werkwoordstijden herkennen en benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Theorie - Werkwoordsvormen: 

Infinitief (inf)
persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
voltooid deelwoord (vd)
onvoltooid deelwoord (od)

Slide 2 - Tekstslide

welke vorm?
-praten-

Slide 3 - Woordweb

Welke vorm?
- beantwoordt-

Slide 4 - Woordweb

Welke vorm?
- etend -

Slide 5 - Woordweb

Theorie - werkwoordstijden

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT)
Onvoltooid verleden tijd (OVT)
Voltooid verleden tijd (VVT)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Jan eet een appel (OTT)
Jan heeft een appel gegeten (VTT)
Jan at een appel (OVT)
Jan had een appel gegeten (VVT)

Slide 7 - Tekstslide

De jongen heeft een vriendin
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd
C
onvoltooid verleden tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 8 - Quizvraag

De cavia was gisteren weer ontsnapt!
A
onvoltooid tegenwoordige tijd
B
voltooid tegenwoordige tijd
C
onvoltooid verleden tijd
D
voltooid verleden tijd

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk
Maandag 18-5 moet Spelling hf. 6 - werkwoorden af zijn.
In de les uitleg over interpunctie.

Slide 10 - Tekstslide

Nu:
Werken aan Spelling hf. 6 - werkwoorden

Slide 11 - Tekstslide