Les 3 Diabetes Mellitus BG2 Periode 3

BG2
Periode 3

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
CreaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

BG2
Periode 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Portfolio opdrachten BG2 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rondje klas

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Diabetes, suikerziekte, is een ziekte waarbij het lichaam de bloedsuiker niet meer in evenwicht kan houden. 
  • Dat komt doordat het lichaam te weinig van het hormoon insuline heeft. En ook reageert het lichaam vaak niet meer goed op insuline. Of het maakt helemaal geen insuline meer. Insuline regelt de bloedsuikerspiegel. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • De student kan uitleggen welke verschillende vormen van diabetes er zijn.
  • De student kan uitleggen hoe diabetes kan worden herkend.
  • De student kan uitleggen hoe de zorg van diabetesclienten gaat.
  • De student kan benoemen welke symptomen horen bij een hypo/hyper
  •  De student kan interventies benoemen bij een hypo/hyper.

Slide 5 - Tekstslide

Diabetes type 1
Diabetes type 2
SUB types:
Zwangerschapsdiabetes
LADA
MODY
Secundaire diabetes

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

2 soorten 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn meerdere soorten diabetes. 

Zwangerschapsdiabetes: sommige vrouwen zonder diabetes ontwikkelen tijdens de zwangerschap diabetes.

Gevaren van zwangerschapsdiabetes

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Veel plassen (lichaam wil van suikers af)
Veel dorst
Veel afvallen (vetverbranding, omdat suikers niet gebruikt kunnen worden)
Acetonadem (lichaam kan afvalstoffen niet kwijt).Adem ruikt naar nagellakremover
Misselijk en moe
HYPER

  • Teveel suiker in het bloed: >10 mmol
  • Veel plassen en dorst
  • Moe en humeurig
  • Misselijk en overgeven
  • Doen: bewegen + insuline spuiten
HYPO
  • Te weinig suiker in bloed: 
  • Zweten, trillen, duizelig, slecht zien
  • Plotseling wisselend humeur
  • Hoofdpijn, hongerig en moe (geeuwen)
  • Doen: suikers eten/drinken en na 15 min. opnieuw meten! Een hypo waar niet op gereageerd wordt is levensgevaarlijk, iemand kan in coma raken!!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diabetes?
A
spierziekte
B
bloedarmoede
C
hypo
D
suikerziekte

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand suikerziekte/diabetes heeft, wat maakt het lichaam niet aan?
A
Suiker
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Glucose

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor suiker is..
A
ijzer
B
glucagon
C
histamine
D
glucose

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet iemand met diabetes insuline spuiten?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetische voet
Mensen met suikerziekte lopen het risico op diabetische voet: een wonde die ontstaat door beschadiging van de bloedvaten en zenuwen in de voet. In ernstige gevallen moeten artsen zelfs overgaan tot amputatie.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling Diabetes
Opdracht
Zoek de behandelmogelijkheden op

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Heijmans heeft diabetes type 2. De arts in het gezondheidscentrum raadt haar aan om minder koolhydraten te eten. Welke producten kan zij voortaan het beste kiezen?
Kies de juiste antwoorden.



minder koolhydraatrijke
 voeding
koolhydraat rijke voeding
Banaan
Broccoli
Cola light
Pasta
Rijst
Thee
Volkoren boterham
Vruchtensap

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorg voor client
"Hoe ga je met client om als diegene een hyper / hypo heeft ?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
timer
1:00:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking les
De student kan uitleggen welke verschillende vormen van diabetes er zijn.
De student kan uitleggen hoe diabetes kan worden herkend.
De student kan uitleggen hoe de zorg van diabetesclienten gaat.
De student kan benoemen welke symptomen horen bij een hypo/hyper
 De student kan interventies benoemen bij een hypo/hyper.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Portfolio opdrachten BG2 
Les 2
Casus 1 t/m 3 + Kookboek & begroting 
Les 3
Casus 4 t/m 6 + Kookboek & begroting 
Les 4
Casus 7 t/m 10 + Kookboek & begroting
Les 5
Casus 11 t/m 14  + Kookboek & begroting
Les 6
Casus 15 t/m 17 + Kookboek & begroting
les 7
Werken aan presentatie, kookboek + begroting van alle recepten
Les 8
Eindpresentaties kookboek (3 recepten uitdiepen)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies