Een tekstgedeelte heeft binnen een tekst een bepaalde functie. Die je kunt aanduiden met een functiewoord: argument, conclusie, standpunt of voorbeeld.
Naast deze functiewoorden kennen we ook:
aanbeveling, aanleiding, constatering, gevolg, oorzaak, oplossing, samenvatting, tegenwerping,
probleemstelling, uitwerking en verklaring.
Soms herken je de functie aan een signaalwoord:
'zoals' (bij een voorbeeld) en 'dus' (bij een conclusie).