3aha 3ha Lezen H5_Functiewoorden

FUNCTIEWOORDEN
H5 Lezen (p. 138)
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

FUNCTIEWOORDEN
H5 Lezen (p. 138)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je weet wat functiewoorden zijn en wat ze betekenen.
  • Je kunt functies van tekstdelen benoemen.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een tekstgedeelte (een of meer zinnen of een of meer alinea's) heeft binnen een tekst een bepaalde functie. Deze functie kun je aanduiden met een functiewoord.

aanbeveling, aanleiding, constatering, probleemstelling, uitwerking, verklaring.



FUNCTIEWOORDEN

Slide 3 - Tekstslide

Uitlegvideo 
Hoe kun je de functie van een tekstgedeelte dan herkennen?
Wat is de functie van de onderstaande alinea?
Kies uit: aanleiding, oplossing of samenvatting.

Kortom, er blijken verschillende oorzaken te zijn voor het feit dat mensen graag naar muziek luisteren. Ze leren er hun emoties door kennen en als ze samen met anderen naar muziek luisteren, vergroot dat hun gevoel van verbondenheid.



FUNCTIEWOORDEN

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een aanleiding?
A
Een persoonlijk verhaaltje van de schrijver om het onderwerp te introduceren.
B
Het resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Een vaststelling van een feit of verschijnsel
D
Een actuele gebeurtenis die de schrijver gebruikt om zijn tekst aan op te hangen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een constatering?
A
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
B
Het resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Een bepaald feit of verschijnsel of waarnememing, door de schrijver vastgesteld
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een uitwerking?
A
Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
B
Het resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Een bepaald feit of verschijnsel of waarnememing, door de schrijver vastgesteld
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A) Aanbeveling - Een aanbeveling is een goede raad. De schrijver doet een suggestie voor de oplossing van een probleem. mijn advies is...; het lijkt mij het beste dat...
B) Aanleiding - Een aanleiding is een actuele gebeurtenis die de schrijver gebruikt om zijn tekst aan op te hangen. Staat meestal aan het begin van de tekst.
C) Constatering - De schrijver stelt een feit of verschijnsel vast, hij doet een bepaalde waarneming. Soms beschrijft hij het verschijnsel ook. 
D) Probleemstelling - De schrijver geeft aan over welk probleem zijn tekst gaat,
hij benoemt en omschrijft dat probleem.
E) Uitwerking - De schrijver geeft extra, vaak meer gedetailleerde informatie over iets wat hij eerder heeft genoemd. 
F) Verklaring - De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is. Hij maakt een verschijnsel of situatie begrijpelijk.




OPDRACHT 1

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEZEN H5 (blz. 138)
havo: opdracht 1 & 2.
vwo: opdracht 1 & 2.
Aan de slag!
* Opdracht 1 en 2 zijn huiswerk voor de volgende keer.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je weet wat functiewoorden zijn en wat ze betekenen.
  • Je kunt functies van tekstdelen benoemen.
Lesdoelen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies