Argumenten voor de evolutietheorie bst 6

bst 6 Argumenten voor de evolutietheorie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

bst 6 Argumenten voor de evolutietheorie

Slide 1 - Tekstslide

bekijk de les en maak de vragen tijdens de les.
Als je dit gegaan hebt maak je bst6 in learnbeat

Slide 2 - Tekstslide

herhaling bst 5 Evolutie
Charles Darwin zag kleine verschillen tussen dieren op de Galapagoseilanden en beschreef feiten (1859).
Met deze feiten als argumenten, bedacht hij de evolutietheorie. Deze theorie beschrijft dat, als gevolg van mutaties, natuurlijke selectie optreedt en de best aangepaste organismen overleven. Hierdoor kunnen soorten veranderen, ontstaan of uitsterven.

Slide 3 - Tekstslide

Argumenten voor evolutie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hier zie je embryos van verschillende dieren. De embryos lijken op elkaar, wat aangeeft dat verschillende diersoorten een gemeenschappelijke voorouder hadden.

Slide 6 - Tekstslide

overzicht argumenten evolutie-theorie
  • fossielen
  • overeenkomsten in bouw (homoloog en analoog)
  • embryologie
  • rudimentaire organen
  • ___________________________
  • DNA

Slide 7 - Tekstslide

Overeenkomst in bouw
De bouw van bepaalde organen/lichaamsdelen komt bij veel organismen sterk overeen. 
Rudimentaire organen
Organismen hebben overblijfselen van organen zonder functie (= rudimentair)
Overeenkomsten bij embryo's
Fossielen
Fossielen zijn versteende resten van organismen.
Ze laten zien hoe organismen er ooit uitzagen.
Verschillende stappen in evolutie worden zo zichtbaar
Argumenten voor evolutie

Slide 8 - Tekstslide

Na deze les kan je
  • de defintie van evolutie benoemen.
  • m.b.v. een filmpje de theorie van evolutie en wat heeft Darwin gedaan uitleggen.
  • minimaal twee argumenten noemen en uitleggen waarmee  de evolutietheorie wordt onderbouwd
  • mechanismen noemen hoe nieuwe soorten zijn ontstaan

Slide 9 - Tekstslide

bekijk de volgende film
hierna krijg je hierover een paar vragen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Er komen op aarde nog steeds nieuwe soorten bij.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is micro evolutie?
A
het ontstaan van kleine nieuwe soorten.
B
het ontstaan van een kleine groep nieuwe soorten
C
veranderingen binnen de soort

Slide 13 - Quizvraag

Hoe doen wetenschappers nu vooral onderzoek naar de verwantschap tussen soorten?
A
ze bekijken fossielen
B
ze gaan op zoek naar overeenkomsten in lichaamsbouw
C
ze vergelijken het DNA

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een cichlide voor een dier?
A
een vis
B
een krab
C
een kikker
D
een slang

Slide 15 - Quizvraag

Is voor het ontstaan van nieuwe soorten altijd isolatie nodig?
A
nee
B
ja

Slide 16 - Quizvraag

wanneer behoor je zeker tot de zelfde soort?
A
als je nakomelingen kan maken
B
als je uit hetzelfde gebied komt
C
als je vruchtbare nakomelingen kan maken
D
als je er hetzelfde uit ziet.

Slide 17 - Quizvraag

het sympatrisch model van soortvorming wordt wel genoemd, maar niet uitgelegd. Zoek op internet een goede omschrijving.

Slide 18 - Open vraag

einde van deze les
maak op learnbeat bst 6 Argumenten voor de evolutietheorie.

Slide 19 - Tekstslide

speel spel
https://biologiepagina.nl/2en3/Erfelijkheidevolutie/level2.htm
Speel het spel waarbij je gekleurde rondjes moet neerschieten. Het gaat met name om level 2, waar je vier rondes speelt. Kijk na vier rondes wat het effect van de kleur van een dot is op de survival van deze soort dot.
Dit is een voorbeeld van survival of the fittest.

Slide 20 - Tekstslide