Les 5: Bacteriën

Les 5: Bacteriën
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 5: Bacteriën

Slide 1 - Tekstslide

Les planning
Les doelen bespreken
Les doelen vorige les herhalen
Theorie 
Korte quiz
zelfstandig werken
Vooruitblik 

Slide 2 - Tekstslide

Les doelen
3.5.9 Je kunt kenmerken noemen van bacteriën.
3.5.10 Je kunt voorbeelden noemen van gevaren en toepassingen van bacteriën.

Slide 3 - Tekstslide

Kan gras zuurstof produceren? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Open vraag

Dierlijke cellen hebben geen
A
celkern
B
celwand
C
celmembraan
D
celplasma

Slide 5 - Quizvraag

Welke drie onderdelen heeft een planten cel meer dan een dierlijke cel?

Slide 6 - Open vraag

Bacteriën hebben geen
A
Celplasma
B
Celkern
C
Celmembraan

Slide 7 - Quizvraag

De spons is een .................... dier.
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 8 - Quizvraag

De zee- egel is een .................... dier.
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 9 - Quizvraag

De krokodil is een .................... dier.
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 10 - Quizvraag

Hebben de cellen van schimmels een celkern?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Hebben schimmels een celwand?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Hebben schimmels bladgroenkorrels?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Hebben schimmels een vacuole?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Kan een schimmel zijn eigen voedsel maken? Leg je antwoord uit.

Slide 15 - Open vraag

Wat is een nuttige functie van schimmels in de natuur?

Slide 16 - Open vraag

Bacteriën
Hebben geen celkern maar wel DNA 
Plasmide is cirkelvormig DNA
Bacteriën zijn eencellig en kun je niet met het blote oog zien.

Slide 17 - Tekstslide

Binaire deling
Bacteriën delen zich binair.
2, 4, 8, 16, 32, 64, 128, 256, 512 etc

Bacteriën kunnen zich veel sneller voortplanten dan dieren. 

Slide 18 - Tekstslide

Symbiose
Mensen hebben een symbiose met bacteriën. Dit betekend dat wij samenwerken met bacteriën.

Bacteriën in onze darmen breken bijvoorbeeld voeding af tot kleine voedingsstoffen. Zonder deze bacteriën kunnen wij geen voedingsstoffen opnemen. 

Slide 19 - Tekstslide

Producten die gemaakt worden met bacteriën
Zuurkool;
Yoghurt;
Kimchi;
Antibiotica.

In deze voorbeelden zijn bacteriën nuttig.



Slide 20 - Tekstslide

Niet nuttige bacteriën
Pathogenen bacteriën maken mensen ziek, deze zijn niet nuttig.

Denk bijvoorbeeld aan een rotte appel of bedorven melk. Als je dit consumeert wordt je ziek.

Slide 21 - Tekstslide

Net als schimmels ruimen bacteriën ook dode organismen op. 

Slide 22 - Tekstslide

Een bacterie bestaat uit......
A
twee cellen
B
Een cel
C
Meerdere cellen

Slide 23 - Quizvraag

Kun je bacteriën met het blote oog zien?

Slide 24 - Open vraag

Bacteriën planten zich voort door zichzelf te delen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Ruimen bacteriën in de natuur net als schimmels, dode organismen op?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak Blz. 159 /m 166 + de opdracht van de docent. 
Snap je het niet, steek dan je vinger op.
ben je klaar laat je werk zien aan de docent. 
timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Vooruitblik
de volgende les is de herhaling voor de toets.

Slide 28 - Tekstslide