present continuous

present continuous
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

present continuous

Slide 1 - Tekstslide

Example of a signal word of the Present Simple

Slide 2 - Open vraag

a / an

____ sandwich
A
a
B
an

Slide 3 - Quizvraag

Choose the correct article
pick between "the", "an", "a" and "no article"
He was in .... accident, and he broke his arm
A
a
B
an
C
the
D
no article

Slide 4 - Quizvraag

Choose the correct article
pick between "the", "an", "a" and "no article"
I love ... summer
A
a
B
an
C
the
D
no article

Slide 5 - Quizvraag

a / an Kies het juiste lidwoord.
(a / an) ....tiger
A
a
B
an

Slide 6 - Quizvraag

Imperative:
Schiet op!
A
You have to hurry up!
B
Hurry up!

Slide 7 - Quizvraag

a/an

Uniform
A
A
B
An

Slide 8 - Quizvraag

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
a / an hour
A
a
B
an

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de imperative?
A
Een zin dat emotie uitdrukt.
B
Een zin dat een situatie beschrijft.
C
Een zin dat een vraag stelt.
D
Een zin waarin een bevel of advies zit.

Slide 10 - Quizvraag

Combinations: Present simple or Present continuous

A. He usually_____(walk) to school, but today he______(take) the bus

Slide 11 - Open vraag

Combinations: Present simple or Present continuous

B. They_____(play) soccer every weekend, but right now they______(study) for an exam.

Slide 12 - Open vraag

Combinations: Present simple or Present continuous

B. They_____(play) soccer every weekend, but right now they______(study) for an exam.

Slide 13 - Open vraag

Lidwoorden: a / an
Kies het juiste lidwoord.
a / an? ...... euro
A
a
B
an

Slide 14 - Quizvraag

Present continuous:
We ................. (write) sentences in the present continuous.

Slide 15 - Open vraag

Present Simple or Continuous?
Look! He ___ (leave) the house.

Slide 16 - Open vraag

Present Simple or Continuous?
She usually ___ (walk) to school.

Slide 17 - Open vraag

Present Simple or Present Continuous?
Ronald ___ (put) food in the oven right now.

Slide 18 - Open vraag

Hoe maak je de imperative?
A
Hele werkwoord + s
B
Hele werkwoord + ing
C
Hele werkwoord zonder to
D
Oeps, ik weet het niet meer!

Slide 19 - Quizvraag