Zintuigen, Prikkels en het Oog

Vandaag
  • Zintuigen
  • Prikkels
  • Herhaling Neurale Regulatie
  • Anatomie oog (begin) 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologyTertiary Education

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • Zintuigen
  • Prikkels
  • Herhaling Neurale Regulatie
  • Anatomie oog (begin) 

Slide 1 - Tekstslide

Zintuigen
Zintuigen zijn de receptoren in het lichaam die prikkels opvangen en omzetten naar een impuls.
Die impuls wordt vervoerd door het zenuwstelsel.

We hebben verschillende zintuigen en prikkels.

Slide 2 - Tekstslide

Prikkels
Prikkels zijn invloeden waar zintuigen gevoelig voor zijn.
We hebben 
interne prikkels
Externe prikkels

Externe prikkels komen van buiten het lichaam, interne prikkels komen vanuit het inwendige milieu (in het lichaam).

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijk
  • Zintuigen vangen prikkels op
  • Zintuigen zetten prikkels om in impulsen
  • Prikkels zijn te verdelen in twee groepen:
  • Externe (buitenaf)
  • Intern (van binnen) 

Slide 4 - Tekstslide

Zintuigen vangen wat op?
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Zenuwcellen
D
Electriciteit

Slide 5 - Quizvraag

Prikkels zijn te onderverdelen in twee verschillende groepen. Benoem de groepen leg uit waar de prikkels vandaan komen.

Slide 6 - Open vraag

Zintuigen
Zintuigen zijn ook te verdelen in groepen op basis van welk soort prikkel zij opvangen:
Mechanisme receptoren
Chemische receptoren
temperatuursreceptoren
Pijnreceptoren
Fotoreceptoren

Slide 7 - Tekstslide

Mechanisme receptoren
Mechanische receptoren vangen mechanische energie op.
Dat is energie die niet door bijvoorbeeld temperatuur of door chemische stoffen wordt gemaakt.

Goede voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld druk- en tast zintuigen
Dit is een zintuig die externe prikkels meet.

Slide 8 - Tekstslide

Chemische receptoren
Chemische receptoren binden aan moleculen in het lichaam om bepaalde waardes te "controleren". 

Denk bijvoorbeeld aan de PH-waarde in het bloed. 

Dit is een zintuig die interne prikkels meet.

Slide 9 - Tekstslide

Temperatuur receptoren
Temperatuur receptoren zijn redelijk van zelfsprekend maar let wel: 
Zij meten de temperatuur van het lichaam zelf en
de temperatuur van een object buiten het lichaam.

Dit is dus een zintuig die zowel interne als externe prikkels meet.

Slide 10 - Tekstslide

Pijnreceptoren
Pijn receptoren zijn ook redelijk vanzelfsprekend, zij geven pijn aan. 
Dan hebben we het vooral over extreme druk, temperatuur of chemische veranderingen. 

Dit zintuig meet interne en externe prikkels

Slide 11 - Tekstslide

Fotoreceptoren
Het woord "foto" betekend "licht", fotoreceptoren meten dan ook licht. Deze hebben we vooral in onze ogen. 

Fotoreceptoren meten externe prikkels.

Slide 12 - Tekstslide

Geef aan of de receptoren externe of interne (of beide) prikkels meten:
Fotoreceptor
A
Extern
B
Intern
C
Beide

Slide 13 - Quizvraag

Geef aan of de receptoren externe of interne (of beide) prikkels meten:
Pijnreceptor
A
Extern
B
Intern
C
Beide

Slide 14 - Quizvraag

Geef aan of de receptoren externe of interne (of beide) prikkels meten:
Mechanische receptor
A
Extern
B
Intern
C
Beide

Slide 15 - Quizvraag

Geef aan of de receptoren externe of interne (of beide) prikkels meten:
Chemische receptor
A
Extern
B
Intern
C
Beide

Slide 16 - Quizvraag

Geef aan of de receptoren externe of interne (of beide) prikkels meten:
temperatuur receptor
A
Extern
B
Intern
C
Beide

Slide 17 - Quizvraag

Drempelwaarde
Zoals we gezien hebben in de vorige les heeft een zintuig een bepaalde drempelwaarde. 
Een prikkel moet dus een bepaalde sterkte hebben om over die drempelwaarde heen te komen voordat een impuls wordt verstuurd, en wij het dus voelen.

Slide 18 - Tekstslide

Waarom
Als wij elke kleine prikkel zouden voelen, zou dat ons brein helemaal overspoelen. 

Vandaar dat er een bepaalde drempel zit om te bepalen of de prikkel relevant genoeg is om te bemerken.

Slide 19 - Tekstslide

Veranderen
Die drempelwaarde kan ook veranderen. Die drempelwaarde kan hoger worden of lager en dit heeft bijvoorbeeld te maken met gewenning. 
Een goed voorbeeld zijn sokken: als je langere tijd een sok aanhoudt die een beetje vervelend zit ga je die irritatie op een gegeven moment niet meer voelen.
De drempelwaarde is verhoogd.

Slide 20 - Tekstslide

Veranderen
Aan de andere kant kan zo'n drempelwaarde ook zakken door bijvoorbeeld concentratie.
Als jij je goed focust op geluid, je doet je ogen dicht en doet erg je best om te luisteren hoor je méér.
Dan is de drempelwaarde gezakt.

Slide 21 - Tekstslide

Adequate prikkel
Een zintuig is dus , vaak, extreem gevoelig voor één ding. 

Zoals bijvoorbeeld de fotoreceptoren in het Oog, die zijn gevoelig voor licht
Deze fotoreceptoren hebben dan ook een lage drempelwaarde voor licht, die prikkels zetten ze snel om.

Slide 22 - Tekstslide

Adequate prikkel
Maar druk wordt door de fotoreceptoren bijna niet omgezet in impulsen; er is dus een extreem hoge drempelwaarde.

Toch als je heel hard in je oog drukt zie je wel lichtflitsen, dat betekend dat de drempelwaarde is bereikt maar dat het geen adequate prikkel is, het is niet de prikkel waarop de receptor is gespecialiseerd.

Slide 23 - Tekstslide

Dus...
Adequate prikkel zijn de prikkels waarop een specifieke receptor is gespecialiseerd, in het geval van fotoreceptoren dus licht.
Niet adequate prikkel zijn de prikkels waarop een specifieke receptor NIET is gespecialiseerd, in het geval van fotoreceptoren dus bijvoorbeeld druk. 

Slide 24 - Tekstslide

Het oog
Harde oogrok is het witte gedeelte van het oog en zorgt vooral voor stevigheid.
Hoornvlies  zijn de doorzichtige cellen waar licht doorheen kan. 
Oogspiertjes voor het bewegen van het oog, zitten vast aan het oog wit.

Slide 25 - Tekstslide

Het oog
Vaatvlies is een laag van het oog waar de bloedvaten zitten. Deze vervoeren zuurstof, voedingstoffen en afvalstoffen.
Iris het gekleurde gedeelte van het oog. De iris zorgt ook dat er enkel licht door de pupil heenkan.
Pupil de pupil is een soort gat in het oog waar licht doorheen kan vallen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdrachten Zintuigen
  1. Kijk het filmpje van BmJ over zintuigen en maak aantekeningen
  2. Bekijk de informatie van Biologiepagina.nl  en maak aantekeningen
  3. Kijk de les nog eens door en maak aantekeningen
  4. Schrijf een samenvatting / maak een mindmap
  5. Maak de vragen in de les.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Link

Opdrachten het Oog
1. Bekijk het filmpje van BmJ over het oog, maak aantekeningen
2. bekijk de informatie op Biologiepagina.nl (slides 33-40) en maak aantekeningen
3. Maak een anatomische tekening van het buiten- en binnen aanzicht van het oog en noteer de belangrijkste aantekeningen bij de onderdelen.
4. Maak de opdrachten over het oog, schrijf vragen die onduidelijk blijven op en stuur ze aan mij.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Link

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Link

Slide 42 - Link

Slide 43 - Link