Quiz- Gezondheid en omgeving

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Wat is de definitie van gezondheid?

1. Lichamelijke, geestelijke en sociaal welbevinden
2. Sociaal en lichamelijke gezondheid
3. Fit zijn, door veel te sporten
4. Gezondheid is je alleen lichamelijk goed voelen

Bij gezondheidsgedrag gaat het om;

1. Lichamelijke weten hoeveel je aankan
2. Zowel lichamelijk en geestelijk weten wat je aankan
3. Weten wat gevolgen heeft voor je gezondheid zowel positief als negatief
4. Gezond eten en leven

Als PM'er kun je kennis krijgen over de gezondheidsgedrag van kinderen en ouders door die te observeren

1. Waar
2. Niet waar

ls PM'er ben jij het grote voorbeeld want kinderen letten meer op wat je zegt dat wat je doet

1. Waar
2. Niet waar

Wat hoort er niet bij? Gezond gewicht bereik en behoud je met...

1. Gezond eten en drinken
2. Goede eetopvoeding
3. Genoeg slaap
4. Minimale beweging

Wat hoort er niet bij? De functie van voeding is..

1. Energie leveren
2. Bouwstoffen
3. Koolhydraten aanvullen
4. Regulerende stoffen

Bouwstoffen zitten in koolhydraten

1. Waar
2. Niet waar

Voeding heeft 3 Functies; 

Er zijn 3 soorten voedingsstoffen;

 1- Energie leverende stoffen

2. Bouwstoffen 

3. Regulerende stoffen

Vet levert meer energie dan koolhydraten en eiwitten

1. Waar
2. Niet waar

Plantaardige vetten bevatten onverzadigde vetten en zijn daarom gezonder dan dierlijke vetten

1. Waar
2. Niet waar

Suiker krimpt de hersenen

1. Waar
2. Niet waar
3. Alleen bij kinderen onder de 4
4. Alleen bij volwassen

Een van de functies van water is dat het de temperatuur in je lichaam reguleert

1. Waar
2. Niet waar

Welke vitamine zorgt voor het stollen van bloed?

1. Vitamine K
2. Vitamine B
3. Vitamine C
4. Vitamine D

Een tekort aan vitamine D kan bij kinderen zorgen voor X of O benen

1. Waar
2. Niet Waar

In de hygiëne code staan er richtlijnen voor het bereiden, opbergen en bewaren van voedsel in grote instellingen

1. Waar
2. Niet waar

Handalcohol gebruiken is effectiever en efficiënter dan handen wassen

1. Waar
2. Niet waar

Kruisbesmetting komt voor als er sprake is van besmetting van bacteriën op eten.

1. Waar
2. Niet waar

Ergonomisch werken is jezelf aanpassen aan het werk

1. Waar
2. Niet waar

Zelfredzaamheid is de mate waarin iemand in staat is zichzelf te redden

1. Waar
2. Niet waar

Om zelfredzaamheid te bevorderen is het belangrijk dat..

1. Je het eerst voordoet voordat het kind het moet doen
2. Het kind vanaf de eerste keer het zelf moet doen