B2a VE1 1.2 les 2

Goede vakantie gehad?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Goede vakantie gehad?

Slide 1 - Tekstslide

Regels opfrissen
  • Als de leraar praat, ben je stil
  • Als je iets wil zeggen, steek je je hand op
  • Je let op tijdens de uitleg
  • Tijdens het zelfstandig werken, werk je ook echt aan de opdrachten
  • Je overlegt alleen op fluistertoon (als dat mag)

Slide 2 - Tekstslide

Afzet en omzet
Wat was het verschil?

Slide 3 - Tekstslide

Afzet en omzet
Afzet
Omzet
Aantal producten die je verkoopt
Prijs die je verdient aan wat je verkoopt
42 fietsen
€15 000
160 ijsjes
€320

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld


Eén hele kaas kost 10 euro
Wat is de afzet?
Hoe bereken je de omzet?
Ik heb vandaag 63 kazen verkocht

Slide 6 - Tekstslide

Onthoud goed:
Is het een geldbedrag? Omzet
Is het een aantal producten? Afzet

Slide 7 - Tekstslide

Controle
Is dit afzet of omzet?
€672,42

Slide 8 - Tekstslide

Controle
Is dit afzet of omzet?
€672,42
200 meter tapijt

Slide 9 - Tekstslide

Controle
Is dit afzet of omzet?
€672,42
200 meter tapijt
18 konijnen en 2 honden

Slide 10 - Tekstslide

Controle
Is dit afzet of omzet?
€672,42
200 meter tapijt
18 konijnen en 2 honden
214 ijsjes

Slide 11 - Tekstslide

Ik heb vandaag superveel ijsjes verkocht
Mijn omzet is 3000 euro

Slide 12 - Tekstslide

Is deze €3000 ook je winst?
Wat zou hier nog van af moeten?

Slide 13 - Tekstslide

Winst
  • Alles wat je als bedrijf betaalt voor de producten die je inkoopt is de inkoopwaarde

  • Dit moet je dus van je omzet afhalen

Slide 14 - Tekstslide

Winst
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
De inkoopwaarde van mijn producten is €15 000
Ik heb een omzet van €40 000
Hoeveel is de brutowinst?

Slide 16 - Tekstslide

Controle
Is de omzet ook hetzelfde als je winst?

Slide 17 - Tekstslide

Omzet
Wat moet je van de omzet afhalen om je brutowinst te berekenen?

Slide 18 - Tekstslide

Opdrachten maken
Lees bladzijde 16
Maak opdracht 5, 6 en 7 (blz. 17)
Werk op fluistertoon samen
Nakijken (alle opdrachten)
Klaar? Maak blz. 20 of 21
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bespreek in tweetallen:
Welke kosten zou je als bedrijf allemaal kunnen hebben?

Bedenk 3 dingen
timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Kosten
De kosten die je maakt heten bedrijfskosten
Bijvoorbeeld:
  • Stroom
  • Huur van een pand
  • Salaris van je werknemers
  • Kosten voor reclame
  • Machines

Slide 22 - Tekstslide

Opdrachten maken
Lees bladzijde 17
Maak opdracht 8 en 9
Werk op fluistertoon samen
Nakijken (alle opdrachten)
Klaar? Maak blz. 20 of 21
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide