2.5 Burgers aan de macht

Burgers aan de macht
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgers aan de macht

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Wie hadden de macht in de Republiek?


  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Noem twee schilders uit de Gouden Eeuw

Slide 3 - Open vraag

Er was verdraagzaamheid in de Republiek, wat is dat?

Slide 4 - Open vraag

Wie was de uitvinder van de microscoop?
A
Spinoza
B
Christiaan Huygens
C
Anthonie van Leeuwenhoek
D
Jan Steen

Slide 5 - Quizvraag

Welke wetenschapper vond de microscoop uit?
A
Christiaan Huygens
B
Anthonie van Leeuwenhoek
C
Baruch Spinoza
D
René Descartes

Slide 6 - Quizvraag

Het bestuur van de Republiek
  • Nederland was in de 17e eeuw een republiek: uniek!
  • Kleine groep rijke burgers waren de baas: de regenten.
  • Zij hadden de macht in de steden en het bestuur van de gewesten: Gewestelijke staten.
  • Regenten benoemden zelf nieuwe bestuurders: macht bleef hierdoor in handen van een kleine groep rijke families.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Het bestuur van de Republiek
  • Alle gewesten hadden eigen wetten.
  • De gewesten werkten samen in de Staten-Generaal. 
  • Ze namen daar beslissingen over:
  • 1. buitenlandse politiek,
  • 2. leger en vloot,
  • 3. kolonies. 


Slide 10 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
  • Elk gewest had 1 stem in de Staten-Generaal.
  • Holland was het rijkste gewest: meeste invloed.
  • Zij betaalden het meeste aan het leger en de vloot.  

Slide 11 - Tekstslide

Het bestuur van de Republiek
Binnen de Republiek waren er 2 machtige mannen:  
- Stadhouder, leider van het leger en kon soms stadsbesturen benoemen. Altijd een afstammeling van Willem van Oranje. 
 
- Raadpensionaris (hoogste ambtenaar uit het gewest Holland) Hij adviseerde de Staten-Generaal over de buitenlandse politiek en onderhield contacten met andere landen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Regenten en stadhouder
  • Tijdens de Opstand tegen Spanje was de stadhouder (legeraanvoerder) erg belangrijk voor het land.  
  • Maar na de vrede in 1648 verloor hij macht. 
  • Hij had nog wel door willen vechten, regenten wel blij met de vrede.


Slide 14 - Tekstslide

Regenten en stadhouder
  • Het leger kostte veel geld en de regenten besloten het leger te verkleinen. 
  • Hier kregen ze ruzie over met de stadhouder.   
  • De regenten waren niet gediend van een stadhouder die teveel macht wilde hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Regenten en stadhouder
Rond 1650: 
  • Meer spanning tussen regenten en de stadhouder. 
  • Willem II was toen stadhouder en probeerde een absolute heerser te worden. 


Slide 16 - Tekstslide

Regenten en stadhouder
  • Willem II arresteerde zijn vijanden en probeerde Amsterdam aan te vallen. 
  • Het leger verdwaalde, zodat de aanval mislukt.   
  • Later stierf Willem II na een ernstige koorts. 

Slide 17 - Tekstslide

Wie was er de baas van het leger?
A
Raadspensionaris
B
Regent
C
Stadhouder
D
Koning

Slide 18 - Quizvraag

Wie waren de machtige mannen in de Republiek (beroep)

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Maken opdrachten paragraaf 2.5
Vraag 1 t/m 5

Slide 20 - Tekstslide

Burgers aan de macht

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Wie hadden de macht in de Republiek?


  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 22 - Tekstslide

Wanneer was de Gouden Eeuw
A
15e
B
16e
C
17e
D
18e

Slide 23 - Quizvraag

Wie was er de baas van het leger?
A
Raadspensionaris
B
Regent
C
Stadhouder
D
Koning

Slide 24 - Quizvraag

Wie waren de machtige mannen in de Republiek (beroep)

Slide 25 - Open vraag

Regenten en stadhouder
  • De regenten besloten geen nieuwe stadhouder aan te stellen: stadhouderloos tijdperk tot 1672.
  • In die jaren had de raadpensionaris van Holland, Johan de Witt, veel macht in de Republiek.
  • Hij was wellicht de machtigste man van de Republiek.  

Slide 26 - Tekstslide

Hoe heet de periode dat er geen stadhouder was?

Slide 27 - Open vraag

Regenten en stadhouder
  • Johan de Witt bezuinigde op het landleger, maar niet op de vloot. 
  • Die moest de handelsschepen beschermen! 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Het rampjaar
  • In 1672 begon het Rampjaar.  
  • De Republiek werd aan 3 kanten tegelijk aangevallen: 
  • Engeland, Frankrijk en Münster & Keulen.  

Slide 30 - Tekstslide

Het rampjaar
Redenen voor deze aanval:
  • Engeland wilde onze winstgevende handel inpikken.  
  • Frankrijk wilde een groter grondgebied hebben.
  •  Beide landen wilden de macht van de Republiek doorbreken.  

Slide 31 - Tekstslide

Het rampjaar
  • De Engelsen waren dus niet blij met de macht van de Nederlandse handelaren.  
  • Zo kwamen er 3 handelsoorlogen met de Engelsen.  


Slide 32 - Tekstslide

Het rampjaar
  • Michiel de Ruyter won op zee van de Engelsen.
  • Maar de Franse koning en zijn Duitse bondgenoten bezetten in korte tijd een groot deel van de Republiek.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Het rampjaar
  • De Fransen en hun Duitse bondgenoten kwamen tot de Hollandse Waterlinie:  
  • Een strook onder water gezette gebieden, die Holland en Zeeland beschermde.  

Slide 35 - Tekstslide

Het rampjaar
  • Er brak paniek uit in de Republiek.
  • Raadpensionaris Johan de Witt kreeg de schuld dat het leger zwak zou zijn. 
  • Het volk eiste dat er weer een Oranje aan de macht kwam. 

Slide 36 - Tekstslide

Het rampjaar
  • De regenten moesten toegeven en benoemden Willem III tot stadhouder. 
  • Johan de Witt nam ontslag als raadpensionaris.  

Slide 37 - Tekstslide

Het rampjaar
  • Johan de Witt en zijn broer Cornelis kregen toch de schuld van alle problemen.  
  • Ze werden door een woedende massa gelyncht.  

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Leerdoelen

  • Wie hadden de macht in de Republiek?


  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 40 - Tekstslide

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 41 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 42 - Open vraag

Aan de slag
Maken paragraaf 2.5

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video