Les 4:couleurs, chiffres + lidwoorden bijvoeglijk naamwoord

Bonjour de Bretagne !
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour de Bretagne !

Slide 1 - Tekstslide

Où est la Bretagne ?
A
Dans le nord de la France
B
Dans le sud de la France
C
Dans l'ouest de la France
D
Dans l'est de la France

Slide 2 - Quizvraag

Mercredi 08 avril : le programme
- voorkennis activeren;
- de lidwoorden;
- le vocabulaire de la classe;
- het bijvoeglijk naamwoord.

Slide 3 - Tekstslide

voorkennis activeren
- je me présente;
- les chiffres;
- les couleurs

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Je me présente
Je m'appelle Madame Baichere.
Tu t'appelles Luca.
Elle s'appelle Emma.
Il s'appelle Robin.

Slide 6 - Tekstslide

Et toi, comment tu t'appelles ?

Slide 7 - Open vraag

"dix-huit", c'est :
A
17
B
81
C
18
D
12

Slide 8 - Quizvraag

Et toi, tu as quel âge ?

Slide 9 - Open vraag

Het achtergrond is :
A
bleu
B
vert
C
violet
D
jaune

Slide 10 - Quizvraag

de lidwoorden
"de" of "het" = le (m), la (v) of l'(m of  v)
"een" = un (m) of une (v)

Slide 11 - Tekstslide

de lidwoorden
Le garçon = un garçon (mannelijk)
La fille = une fille (vrouwelijk)

Slide 12 - Tekstslide

Tu dis "LE livre". Alors, tu dis : "un livre" ou "une livre" ?

Slide 13 - Open vraag

Tu dis "le stylo". Alors, tu dis "un stylo" ou "une stylo" ?

Slide 14 - Open vraag

Attention !!!

Slide 15 - Tekstslide

Klinkerbotsing
le hôtel 
le océan

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Klinkerbotsing
le hôtel = l'hôtel
le océan = l'océan

Slide 18 - Tekstslide

Tu dis "le aéroport" ou "l'aéroport"? Pourquoi/ waarom?

Slide 19 - Open vraag

Lidwoord
Le garçon est petit. IL est petit.
La fille est petite. ELLE est petite.

Slide 20 - Tekstslide

het bijvoeglijk naamwoord
La fille est petite. Le garçon est petit. 
La fille est grande. Le garçon est grand.

= tu vois les différences ?

Slide 21 - Tekstslide

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 22 - Tekstslide

Le stylo est :
A
petit
B
petite
C
petits
D
petites

Slide 23 - Quizvraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 24 - Woordweb