Les 4:couleurs, chiffres + lidwoorden

Bonjour de Bretagne !
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour de Bretagne !

Slide 1 - Tekstslide

Où est la Bretagne ?
A
Dans le nord de la France
B
Dans le sud de la France
C
Dans l'ouest de la France
D
Dans l'est de la France

Slide 2 - Quizvraag

Mercredi 22 mars
Le programme pour aujourd'hui :
- voorkennis activeren: zich voorstellen, de cijfers en de kleuren;
- het verschil maken tussen de lidwoorden: mannelijk en vrouwelijk

Slide 3 - Tekstslide

voorkennis activeren
- je me présente;
- les chiffres;
- les couleurs

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Je me présente
Je m'appelle Madame Baichere.
Tu t'appelles Jake.
Elle s'appelle Quinte.
Il s'appelle Lucas.

Slide 6 - Tekstslide

Et toi, comment tu t'appelles ?

Slide 7 - Open vraag

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
un
deux
quatre
trois
cinq
six
sept
huit
neuf
dix

Slide 8 - Sleepvraag

"douze", c'est :
A
17
B
2
C
18
D
12

Slide 9 - Quizvraag

ZO ZEG JE DAT IN HET FRANS:
Quel âge as-tu?    Hoe oud ben jij? 
J'ai dix ans.            Ik ben tien jaar. 
Et toi?                     En jij?

 EVEN EEN WEETJE: 
Als Fransen hun leeftijd noemen, zeggen ze: ‘J’ai .........ans’. Dit betekent letterlijk:
‘Ik heb..........jaar’ (en dus niet ‘Ik ben...........jaar’, zoals in het Nederlands).

Slide 10 - Tekstslide

Et toi, tu as quel âge ?

Slide 11 - Open vraag

Se présenter / zich voorstellen
  1. Bonjour / Salut
  2. Comment tu t'appelles? Je m'appelle ... .
  3. Quel âge as-tu?  J'ai ... ans.
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Blauw 
Groen
Geel 
Zwart 
Oranje
Roze
wit
bruin
Bleu 
Vert 
Jaune 
Noir 
Orange 
Rose 
Blanc
Marron

Slide 14 - Sleepvraag

Het achtergrond is :
A
bleu
B
vert
C
violet
D
jaune

Slide 15 - Quizvraag

de lidwoorden
"de" of "het" = le (m), la (v) of l'(m of  v)
"een" = un (m) of une (v)

Slide 16 - Tekstslide

de lidwoorden
Le garçon = un garçon (mannelijk)
La fille = une fille (vrouwelijk)

Slide 17 - Tekstslide

Tu dis "LE livre". Alors, tu dis : "un livre" ou "une livre" ?

Slide 18 - Open vraag

Tu dis "le stylo". Alors, tu dis "un stylo" ou "une stylo" ?

Slide 19 - Open vraag

Attention !!!

Slide 20 - Tekstslide

Klinkerbotsing
le hôtel 
le océan

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Klinkerbotsing
le hôtel = l'hôtel
le océan = l'océan

Slide 23 - Tekstslide

Tu dis "le aéroport" ou "l'aéroport"? Pourquoi/ waarom?

Slide 24 - Open vraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 25 - Woordweb